Herstel van boshabitats op Landgoed Junne
BosgroepenLandgoed Junne, eigendom van a.s.r., bestaat uit 1050 hectare bos, natuur en agrarisch gebied. Het landgoed beschikt over een grote hoeveelheid waardevolle beschermde natuur zoals zandverstuivingen, een klein hoogveentje, oude eiken/beukenbossen, alluviaal bos en droge heide. De bos- en natuurterreinen op het landgoed zijn grotendeels aangewezen als Natura 2000-gebied. Deze natuurgebieden behoren tot een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Om deze natuur in stand te houden en te versterken, vinden er verschillende werkzaamheden plaats op het landgoed.
Landelijke regeling 'Versneld natuurherstel'
De Rijksoverheid heeft de landelijke regeling 'Versneld natuurherstel' in het leven geroepen. Hiermee konden terreineigenaren tot april 2022 subsidie aanvragen voor extra maatregelen met een gunstig effect op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Landgoed Junne heeft gebruikgemaakt van de regeling voor drie projecten: een eerder gerealiseerd stuifzand/heideverbinding herstelproject, een toekomstig hydrologisch herstelproject (het verondiepen van watergangen en het aanleggen van stuwtjes) en een recent herstelproject van de boshabitats. Bosgroep Noord-Oost Nederland heeft de aanvraag voor de eigenaar ingediend, waarbij in het opstellen van de projectplannen (pdf: 563 KB) is samengewerkt met TAUW.
Herstel en uitbreiding boshabitats: naar robuustere eenheden
Op verschillende plekken in het bos op het landgoed heeft kap en herplant plaatsgevonden in het kader van herstel en uitbreiding van aangewezen boshabitats. Martijn Jansen, projectleider namens de Bosgroep: “Op een aantal locaties is de boshabitat aangewezen als 'Beuken- eikenbossen met hulst'. Een knelpunt is de geringe omvang en versnipperde ligging van deze percelen als gevolg van bebossing met naaldhout in de vorige eeuw. Daarnaast speelde de afname van de kwaliteit van deze boshabitat en uitbreiding van invasieve soorten als krent en Amerikaanse vogelkers hier parten. Door kap van het naaldhout, verwijderen van invasieve soorten en herplant met inheemse boom- en struiksoorten zijn robuustere eenheden gecreëerd. In totaal zijn ongeveer 20.000 stuks bosplantsoen geplant. Naast zomer- en wintereik en beuk zijn er ook rijkstrooiselsoorten als haagbeuk, winterlinde en hazelaar ingebracht. Dit komt ten goede aan de strooiselvertering en gaat de verzuring van de bodem tegen. Bovendien leveren deze soorten een bijdrage aan de biodiversiteit.”
Hoewel beuk moeite heeft met droogte en het daardoor op sommige plekken in Nederland lastig heeft, is deze soort wel bijgeplant. Dit is gedaan met het oog op het in stand houden en herstellen van het habitattype beuken/eikenbossen. Martijn: “Het is wel belangrijk om te kijken naar de herkomst van het plantsoen. De ene beuk is genetisch sterker dan de ander.
Voorwaarde voor herstel van bepaalde habitattypen is ook dat je goed kijkt naar de bijbehorende soorten. Je kunt dus niet zomaar alles bij planten, en ook exoten zijn niet gewenst. In het geval van Landgoed Junne zijn soorten als fijnspar, Japanse lariks en westelijke hemlockspar verwijderd, omdat die niet passen binnen de aangewezen boshabitats.”
Krenten uit de pap
De krent was hier in de bossen zo overdadig aanwezig, dat de krentenboompjes eerst zijn verwijderd. Ook al heeft deze ‘ingeburgerde exoot’ goede eigenschappen, er was geen ruimte meer voor andere soorten om tot wasdom te komen. De krenten vormden een gesloten struiklaag en voorkwamen zo natuurlijke verjonging van de andere aanwezige soorten.
Wildrasters tegen wildvraat
Jonge aanplant heeft zwaar te lijden onder veeg- en vraatschade door reeën. Daarom is het aangeplante plantsoen op veel plekken beschermd door een wildwerend raster. Is dat altijd nodig? Martijn vertelt: “De hazelaar is minder populair bij wild, en kan daarom vaak af zonder raster. Maar voor veel jonge boompjes zijn rasters noodzakelijk om de aanplant te laten slagen. Jonge boompjes kunnen ook individueel beschermd worden, bijvoorbeeld door kokers. Hierdoor houd je het bos toegankelijk. Nadeel van de individuele plantbeschermers is dat het meer werk is, en dat ze soms kwetsbaar zijn en moeilijk te hergebruiken. Er zijn verschillende experimenten met typen wildbescherming.” Bij de herplant op Landgoed Junne is maar liefst 1800 meter gaas, verdeeld over 8 blokken, gebruikt. Het raster moet zeker 5 jaar blijven staan, afhankelijk van de groei van de boompjes. De palen zijn straks in ieder geval weer herbruikbaar.”
Nat voorjaar gunstig voor jonge aanplant
De boompjes op Landgoed Junne zijn in het najaar/winter 2022/2023 de grond in gegaan. Al het plantsoen staat er op dit moment gelukkig goed bij, dankzij het natte voorjaar en de aanwezige wildwerende rasters.
Vervolg: Hydrologisch herstel in 2023/2024
In het najaar van 2023 volgen de werkzaamheden om water langer vast te houden in de droogtegevoelige delen van het landgoed. De watergangen worden verondiept. De Bosgroep heeft ook deze plannen samen met TAUW gemaakt, en gaat de werkzaamheden begeleiden. Martijn: “Door het verondiepen van de diepste sloten in combinatie met het plaatsen van stuwtjes blijft het water straks langer in het gebied, waardoor we verdroging tegen kunnen gaan. Alles is nu nog ingericht om het water zo snel mogelijk af te voeren, maar juist de verdrogingsgevoelige natuur heeft er baat bij dat het water zo lang mogelijk wordt vastgehouden in het gebied.”
Tekst en beeld: Bosgroepen