Van voedselrijke landbouwgrond natuur maken, hoe moet dat?
OBN NatuurkennisWaardevolle natuur gedijt vaak bij voedselarme, schrale omstandigheden. Landbouwgronden zijn altijd bemest voor een hoge productie, waardoor in de bodem met name veel fosfaat is opgeslagen. Om beheerders te helpen deze gronden te verschralen, verscheen in 2017 de OBN-publicatie ‘Handreiking voor de omvorming van landbouw naar schrale natuur’. Terreinbeheerders uit het Limburgse heuvelland gebruikten de handleiding bij hun projecten, maar kwamen er wel steeds vaker achter dat de regionale situatie om een net wat andere benadering vroeg. De opsteller van de handreiking, Camiel Aggenbach, paste daarom in overleg met de terreinbeheerders het document aan. Deze update van het document greep de onderzoeker aan om tegelijkertijd ook de nieuwste wetenschappelijke kennis te verwerken in de tabellen.
Plaggen, maaien of uitmijnen?
In het verleden is, onder andere in OBN-verband, veelvuldig onderzocht hoe de bemeste landbouwgronden weer geschikt gemaakt kunnen worden voor schralere natuur. Veel gebruikte methoden zijn het verwijderen van rijke grond door plaggen of afgraven. Dit zijn de effectiefste methoden om overtollige nutriënten kwijt te raken. De eerste jaren is ook maaien en afvoeren effectief voor verwijdering van nutriënten. Maar om de gewenste waarden van stikstof, fosfaat en kalium te krijgen, zou je dit honderden jaren moeten herhalen. Daarnaast is onder andere begrazing onderzocht, maar dit zorgt vooral voor circulatie van voedingsstoffen. Een methode die steeds vaker wordt toegepast is uitmijnen. Hierbij wordt tijdelijk juist nog steeds bemest met stikstof en kalium, waardoor gewassen flink groeien en fosfor uit de bodem opnemen. Door daarna te oogsten, wordt de fosfaatvoorraad in de bodem omlaag gebracht.
Handreiking helpt beheerder
Elke methode kent zo zijn randvoorwaarden en voor- en nadelen, die afhankelijk zijn van de situatie en het beoogde natuurtype. De handreiking helpt beheerders de situatie goed te onderzoeken en op basis daarvan de juiste keuzes te maken. Zo start de handleiding met inbedding van het projectgebied in het omringende landschap en uitvoeren van een landschapsecologische systeemanalyse (LESA) om natuurdoelen te kunnen kiezen. In de daarop volgende modules gaat de handleiding in op omgang met cultuurhistorische en archeologische waarden bij het afgraven, omgang met lokaal reliëf en waterhuishouding. Vervolgens wordt de beheerder geholpen bij de keuze voor een herstelmaatregel en het opstellen van een inrichtingsplan.
Overgangszones naar natuur
De komende jaren zal de kennis over het omzetten van landbouwgrond in natuur goed van pas komen. In het Nationaal Programma Landelijk Gebied, waarin het (inmiddels demissionaire) kabinet stikstofmaatregelen wil combineren met andere maatregelen ten behoeve van natuur, bodem en waterkwaliteit, zijn overgangszones voorzien tussen landbouwgebied en bestaande natuurgebieden. Op veel plekken zullen daarom naar verwachting landbouwgronden worden omgezet in natuur. De handreiking kan daarbij voor alle partijen een belangrijke kennisbron zijn.
Meer informatie
Tekst: OBN Natuurkennis
Foto's: Jan van der Straaten, Saxifraga (leadfoto: Baarle-Nassau, Halsche Beemden); Harry van Oosterhout, Saxifraga