Juni is pagetijd
De VlinderstichtingVoor het groentje bent u al laat, want dat is een vlinder die vooral in mei en tot begin juni actief is. Ze kunnen nog wel worden gezien tot in juli, maar de piek is al over en de trefkans wordt kleiner. Het groentje is een vlinder van bosranden en overgangen tussen hei en bos. Het is een prachtig groen vlindertje, dat vaak op kleine (berken)struikjes zit en dan helemaal wegvalt in de omgeving. Als ze gaan vliegen zie je ze weer. Groentjes zitten nooit met de vleugels open gespreid; de donkerbruine bovenzijde zie je dan ook alleen als ze vliegen.
De iepenpage vliegt al enkele weken, maar is ook nu nog te vinden. Dit was een uiterst zeldzame vlinder. Rond 2000 was slechts één vliegplaats bekend, in een parkje in Heerlen. Inmiddels is de soort op veel meer plaatsen in het zuiden van het land gevonden. De iepenpage breidt zich waarschijnlijk uit, maar ook het gericht zoeken heeft ermee te maken. Iepenpages zitten namelijk vaak hoog in de boomkruinen en zijn dan lastig te vinden. Je moet echt een paar minuten naar de kruin staren. Als ze daar vliegen zie je ze wel, maar herkennen is dan de bottleneck. Als ze in een iep zitten en er geen eiken in de buurt staan is het zeer aannemelijk dat het om de iepenpage gaat, maar zeker is dat niet.
Dat geldt ook voor de eikenpage, die hun eitjes afzetten in de boomkruin van eiken. De rupsen eten daar, na de winter, van het vers ontloken eikenblad. Maar de vinders zelf kunnen ook best zonnen in de kruin van een andere boom. De eikenpage is echter licht, zilvergrijs aan de onderzijde; als ze vliegen valt dat erg op door het verschil met de overwegend donkere bovenzijde. Je ziet een flikkerend licht-donker bij een vliegende eikenpage. De eikenpage is de meest wijd verbreide van de kleine pages. Vooral op de zandgronden is deze te vinden op alle plekken waar grote eiken aanwezig zijn.
De bruine eikenpage is een zeldzame en bedreigde vlinder. Deze is plaatselijk in de duinen te vinden en in het binnenland in overgangen van droge heiden en graslanden naar bos. Ook de rupsen van de bruine eikenpage leven op zomereik. Zij hebben echter kleine en wat ‘kwakkelende’ eikjes nodig en gebruiken niet de grote eiken waar de eikenpage op zit. Ook deze vlinder vliegt nu en de komende weken. Als je ze wilt vinden, kun je het beste zoeken op nectarplanten. Bruine eikenpages hebben namelijk veel nectar nodig. In de duinen is de wilde liguster een goede plant om op te zoeken. In het binnenland bezoekt de vlinder braam en ook sporkenhout, ook wel vuilboom genoemd. Op die laatste zijn ze wat lastig te vinden omdat de bloempjes daarvan verscholen zitten tussen de bladeren.
Op de sleedoornpage moeten we nog even wachten. Deze vliegt vanaf eind juli en heeft de piek in augustus. Deze is gemakkelijk te herkennen aan de prachtig oranje onderkant met witte dunne lijntjes. De herkenning is niet moeilijk, maar ook deze kleine page is niet eenvoudig te vinden omdat de vlinders zich vaak ophouden boven in de bomen of struiken. De waardplant waarop de rupsen zijn gespecialiseerd is vooral sleedoorn. Deze struik komt overal in Nederland voor, maar de sleedoornpage heeft een beperkte verspreiding. Vooral in de overgang tussen rivier- en zandgebieden, zoals langs de Veluwerand, de rand van de Utrechtse Heuvelrug en plaatselijk elders in het land is deze te vinden.
VERS VAN DE PERS!
Bij het schrijven van dit bericht kwam er een melding van een pruimenpage in Zuid-Limburg. Deze soort komt al jarenlang dichtbij de grens van ons land voor en lijkt door klimaatverandering het leefgebied te kunnen uitbreiden. De pruimenpage was dus al wel verwacht. Of en wanneer het tot echte vestiging en voortplanting komt moet we afwachten. De waardplant sleedoorn is in ieder geval voldoende aanwezig.
Voor de herkenning van de kleine pages (zonder de pruimenpage) en de verwante vuurvlinders is gratis een herkenningskaart te downloaden (pdf: 627 KB) vanaf de site van De Vlinderstichting. Ga op zoek de komende weken en geef je waarnemingen door. Hoe meer we weten waar welke soorten voorkomen, hoe beter we ze kunnen beschermen.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: iepenpage); Henk Bosma
Kaartjes: NDFF