Strooisel hoopt zich op in het bos, zoektocht naar redmiddel
OBN NatuurkennisOp droge en van nature voedselarme gronden verzuurt de bodem door stikstofneerslag: belangrijke elementen als calcium, magnesium en kalium spoelen uit. Verzuring verstoort ook het bodemleven. En dat is juist cruciaal voor de gezondheid van het bos. Denk aan kleine geleedpotigen (microarthropoden), zoals mijten en springstaarten, die betrokken zijn bij de afbraak van strooisel en het vrijmaken van mineralen. Zonder deze beestjes stokt dat proces. Kortom: voedingsstoffen die normaal weer beschikbaar zouden komen voor planten, blijven nu in het strooisel vastzitten. Vooral eikenbomen hebben hier veel last van. Vrijwel alle bomen op de droge zandgronden hebben een verminderde vitaliteit en er is veel sterfte.
Toedienen van steenmeel
Naast ingrijpen bij de bron – de stikstofuitstoot verminderen dus – kan ook getracht worden om met ingrepen in het bos de negatieve effecten tegen te gaan. Met dat idee zijn in 2016 experimenten gestart met het strooien van steenmeel in Nationaal Park De Hoge Veluwe en het Mastbos in Breda. Steenmeel, dat bestaat uit gemalen silicaatmineralen uit mijnen in Scandinavië, verweert langzaam en levert geleidelijk calcium, magnesium en kalium aan de bodem. Hierdoor wordt de bodem ook minder zuur en krijgt het bodemleven weer een kans. Na 2,5 jaar waren er in de onderzochte bossen gunstige effecten te zien op de hoeveelheid fijne wortels van eikenbomen en op de omzetting van ammonium in nitraat. Rode regenwormen namen toe, terwijl miljoenpoten afnamen, waarschijnlijk een natuurlijke reactie op afname van strooisel. Maar er waren nog geen significante effecten op pissebedden, mijten en springstaarten.
Inbrengen van fosfor en bodemfauna
In 2019 zijn extra behandelingen aan het onderzoek toegevoegd, waaronder toediening van fosfor (waaraan mogelijk een tekort is voor het bodemleven) en het enten van bodemfauna uit een gezond, natuurlijk oud eikenbos (vanwege een gebrekkige natuurlijke ‘aanvoer’ van bodemleven uit de omgeving). Het toevoegen van fosfor had geen effect op de microarthropoden. Het enten van bodemfauna met strooisel uit een natuurlijk oud eikenbos evenmin. Steenmeel leidde wel na vijf jaar tot een toename van fungivoren (schimmeleters) in de strooisellaag. De verhoogde aantallen fungivoren gingen echter niet gepaard met een toename van de totale gemeenschap, omdat het aantal omnivoren onder de microarthropoden juist afnam.
Kennisuur Verbetering strooiselafbraak
Vooral het toedienen van steenmeel lijkt dus kansrijk om met een verhoogde activiteit van schimmels de strooiselafbraak weer op gang brengen, maar er is nog veel onbekend. Ook moet met deze maatregel voorzichtig worden omgesprongen om geen averechts effect te sorteren. Om beheerders te leren wat ze al wel en niet kunnen doen met de kennis uit dit onderzoek, houdt Kennisnetwerk OBN op 29 juni het OBN Kennisuur Verbetering strooiselafbraak. Jaap Bloem (WUR) geeft in dit webinar een toelichting op de onderzoeksresultaten. Leon van den Berg (Bosgroep Zuid-Nederland) legt uit wat beheerders met deze kennis in het beheer kunnen, dat steenmeel en bekalking niet altijd de beste optie is, en waarom de dosering van steenmeel een belangrijk aandachtspunt is.
Meer informatie
- Meer informatie en aanmelden kan bij OBN Natuurkennis
Tekst: OBN Natuurkennis
Foto's: OBN Natuurkennis (leadfoto: bij een omgevallen boom is de bodemopbouw goed te zien); Hans Boll