Bestrijding waterteunisbloem
VBNE
16-MEI-2023 - Als invasieve exoten dominant worden, leiden ze tot verlies aan biodiversiteit. Een relevant voorbeeld hiervan zijn de waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora) en de kleine waterteunisbloem (Ludwigia peploides). Beide soorten zorgen in onder andere Frankrijk al grootschalig voor problemen. In Nederland dreigt dat ook te gebeuren als water- en terreinbeheerders niet tijdig ingrijpen.
Tien jaar geleden kwam de kleine waterteunisbloem (Ludiwiga peploides) in Nederland op slechts één locatie voor. Inmiddels duikt de exoot op meerdere plaatsen op en de bestrijding is niet altijd succesvol. De verspreiding van de waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora) gaat nog veel harder. In elke provincie zijn al meer dan vijftien besmettingen. In Zeeland, Noord-Brabant en Groningen gaat het om nog veel grotere aantallen. De Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) heeft een brochure gemaakt voor beheerders en terreineigenaren die met een of beide soorten waterteunisbloem te maken krijgt.
Bedreigingen
Beide soorten waterteunisbloem zijn een bedreiging voor inheemse plantensoorten. Ze groeien snel en maken lange, drijvende stengels die vochtige oeverzones en watergangen volledig bedekken. De dichte plantenmassa’s leiden tot afname van zonlicht en zuurstof in het water en verdringen zo inheemse ondergedoken en drijvende (water)planten. Dit is bijvoorbeeld een probleem voor het zeldzame habitattype slikkige oevers. Als grote massa’s waterteunisbloemen afsterven, kan dit bovendien leiden tot zuurstofgebrek met negatieve gevolgen voor vissen en andere waterdieren. Voor vogels verdwijnt foerageergebied, doordat de planten massaal oeverzones bedekken.
Oorsprong en verspreiding
Waterteunisbloemen zijn in de natuur terechtgekomen door menselijk handelen, bijvoorbeeld door het weggooien van overtollige vijverplanten in buitenwater. Verspreiding vindt grotendeels plaats door fragmentatie: afgebroken delen van de stengels groeien uit tot nieuwe planten. Als de stengels meedrijven met het water of blijven hangen aan kano’s, boten of beheermaterieel, vestigen de planten zich op nieuwe plekken. Ook kan verspreiding plaatsvinden door vertrapping door vee, ganzen of mensen. Zo kan een heel stroomgebied besmet raken. Waterteunisbloem kan vervolgens hele watergangen overwoekeren. Door de dichte matten die ze vormen, neemt de doorstroming af en de kans op wateroverlast en overstroming toe. De plantenmassa’s zijn een risico voor sluizen, pompen, stuwen en andere waterbeheerkunstwerken. Ook zorgen ze voor flinke beperkingen voor pleziervaart en sportvisserij.
Bestrijding
De belangrijkste stap in de bestrijding van deze twee soorten, is het voorkomen dat een gebied besmet raakt. Dat kan door vooral alert te zijn op eventuele besmettingen bovenstrooms. Als de soort zich toch vestigt, is het nog mogelijk om de jonge plantjes voorzichtig uit te graven. Mocht dat al te laat zijn en de watergang op meerdere plekken besmet zijn, is het zaak om verdere verspreiding te voorkomen. In terreinen waar vee loopt, is het dus belangrijk om de vindplaatsen direct uit te rasteren. Geplande beheerwerkzaamheden - zoals maaien en begrazing – kunnen het beste voorlopig uitgesteld worden tot de besmettingshaarden verwijderd zijn. Ook anderen, bijvoorbeeld recreanten, mogen de plekken niet betreden.
Besmettingshaarden moeten vervolgens handmatig of machinaal geschoond worden. Dat moet allemaal heel doordacht en vooral heel hygiënisch gebeuren. Want de soorten kunnen zich als worteldeeltjes juist heel gemakkelijk verspreiden via machines, kleding en schoeisel.
Nacontrole
Als een locatie dan weer helemaal schoon is, komt eigenlijk het belangrijkste: de nacontrole. Begin hiermee in hetzelfde jaar als het schonen en houd dit tijdens het groeiseizoen minimaal zes keer per jaar, een aantal jaren vol. Er zijn helaas genoeg voorbeelden van plekken waar waterteunisbloemen teruggekomen zijn en de inspanning voor niks is geweest.
Praktijkadvies
De VBNE heeft een praktijkadvies over waterteunisbloemen gemaakt. Daarin staan praktische tips voor een effectieve aanpak. Het praktijkadvies is te vinden op de website van de VBNE.
Tekst: VBNE
Foto's: NVWA (leadfoto: waterteunisbloem); VBNE