Van grasland naar gevarieerde riviernatuur
StaatsbosbeheerIdeaal voor riviernatuur
De Schalkwijker Buitenwaard in de gemeente Houten ligt aan de Lek en is ongeveer 67 hectare groot. Het gebied is onderdeel van het Utrechtse Natuurnetwerk en bestaat nu vooral uit graslanden. Boswachter Chris Hartman loopt enige weken voor het officiële startschot door het gebied. “Dit is allemaal klei waarop we lopen”, vertelt hij. “Aangevoerd door de rivier en bij hoogwater afgezet.”
Omdat de uiterwaard decennia lang is gebruikt voor landbouw is het gebied nu monotoon en relatief soortenarm van aard. Door het frequent maaien en in het verleden bemesten, groeien er nu vooral allerlei typische hooilandsoorten. Chris: “De kracht van een rivieroever is juist de rijke variatie in structuren en bodemeigenschappen op korte afstand van elkaar. Onder de klei zitten verschillende soorten voedselarme grond. Door de klei weg te halen, krijgt veel meer gevarieerde vegetatie de kans. Goed dus voor de biodiversiteit. De geul die hier gegraven wordt, krijgt flauwe oevers. Dat is ideaal voor riviernatuur.”
Meebewegen met de rivier
Omdat de geul op de Lek wordt aangesloten, gaat hij meebewegen met de rivier. Bij hoogwater staat het hele gebied onder water, vaak zal alleen de geul gevuld zijn en als in droge tijden het waterpeil in de rivier zakt, zakt het water in de geul mee. Deze variatie in waterstand zorgt ook voor stroming, voor uitwisseling van onderwaternatuur, voor erosie en voor sedimentatie: de basis voor robuuste riviernatuur.
Bevers en otters
Hoe het er hier over tien jaar uitziet, staat niet vast; natuurlijke processen zijn verrassend en weerbarstig. “Erosie zal de oevers mogen laten veranderen. Riviermoerassen en ruigtes ontstaan. We gaan hier iets creëren dat echt gaat leven en dat onder invloed van de rivier regelmatig zal veranderen. Hoe het precies gaat worden, weten we niet. Omdat de waterveiligheid ook belangrijk is, kan het niet ongebreideld veranderen. Maar wel binnen bepaalde marges. Het zal er ieder jaar anders uitzien.”
Chris heeft natuurlijk wel verwachtingen van hoe de natuur zich hier gaat ontwikkelen. “Omdat het water in de geul veel minder hard stroomt dan in de rivier, gaan veel vissen hier gebruik van maken om te paaien en hun jongen op te laten groeien. Dit trekt weer allerlei vogels en zoogdieren aan. Wellicht dat de bever hier een plekje weet te vinden en we hopen ook op de otter. Voor de weidevogels die er nu zitten, blijft ook voldoende grasland beschikbaar.”
Afgraven en afvoeren klei
K3 is een delfstofwinningbedrijf dat zich inzet voor een maatschappelijk gewaardeerde herinrichting van landschappen. Staatsbosbeheer en K3 hebben samen meer natuurgebieden langs rivieren aangepakt. Delgromij, een volle dochteronderneming van K3, zorgt voor de realisatie van het project. Iwan Reerink en Jildert Hijlkema van K3: “Wij zorgen voor het afgraven en afvoeren van de klei en leveren die aan baksteenfabrieken.” Hij noemt het een mooi voorbeeld van een publiek-private samenwerking. “K3 heeft het plan bedacht en ontwikkeld met Staatsbosbeheer. Met de opbrengst van de klei wordt het project bekostigd en kan Staatsbosbeheer het natuurgebied verder uitbreiden.”
Het project gaat ongeveer zeven tot tien jaar duren en zit logistiek ingewikkeld in elkaar. Iwan vertelt dat ze in totaal zo’n 45 hectare afgraven, wat ongeveer 460.000 kuub klei oplevert. “We graven van west naar oost, maar verzamelen alle klei in het meest oostelijke puntje. Vanaf daar wordt het met vrachtwagens in een schip geladen, waarvoor een tijdelijke aanlegpek is gemaakt. Omdat dit in een bocht van de druk-bevaarde Lek ligt, is het de bedoeling dat het schip daar zo kort mogelijk blijft liggen. Daarom slaan we de voorraad klei tijdelijk vlakbij de aanlegplaats op.”
Duurzamer en minder overlast
Enerzijds is er vanuit duurzaamheid voor de afvoer over water gekozen, maar ook de overlast voor de omgeving en de kwaliteit van de dijk speelden een grote rol in deze keuze. Op een schip gaat ongeveer 1500 kuub klei. Voor diezelfde hoeveelheid zou je zo’n 55 vrachtwagens nodig hebben. Die allemaal heen én terug zouden rijden; dit scheelt dus enorm veel transport.
De klei die wordt afgegraven is zogenaamde keramische klei: een ideale grondstof voor bakstenen. Iwan legt uit dat de rivier bijvoorbeeld vanuit de Alpen sediment (klei), meeneemt en afzet in de uiterwaarden. In vele jaren vormt zich zo een kleipakket dat zich telkens weer hernieuwt. “Niet alle klei is bruikbaar. De bovenste dertig centimeter bestaat uit wortelzone met een hoger gehalte organische stof. Van deze klei zou je ‘misbaksels’ krijgen. De keramische klei uit de uiterwaard is zeer goed bruikbaar om bakstenen en dakpannen van te maken. Materiaal dat weer honderden jaren meegaat en belangrijk is voor de nationale woningopgave.”
Florerende riviernatuur
Om toch een beeld te geven van hoe het eruit zou kunnen gaan zien, laat boswachter Chris de twintig kilometer verderop gelegen Amerongse Bovenpolder zien. “Hier hebben we zo’n vijftien jaar geleden hetzelfde gedaan.” Nu is het een gebied met gevarieerde riviernatuur: rietmoeras, nat hooiland en deels nog kruidenrijk grasland. Een combinatie van droge en natte delen, van ondiep tot diep water, van steile tot flauwe oevers. “Vooral het rietmoeras is ideaal voor vogels”, zegt Chris. “Als het droog genoeg staat, broeden ze graag hierin, beter beschermd tegen de vos.” Hier en daar staan enkele bosjes wilgen of een grote populier. Chris wijst op sleepsporen. Het gevolg van het werk van bevers, die hun burcht hebben opgeknapt. In de verte galopperen twee reeën in volle vaart voorbij. Kortom: florerende riviernatuur waarbij de waterveiligheid is gewaarborgd.
Voldoende ruimte voor weidevogels
Bij de planvorming is de buurt zo goed mogelijk betrokken. Hun input is gevraagd en ingepast. Zo blijft er mede op verzoek van de Stichting Weidevogelbeheer Eiland van Schalkwijk, ook voldoende ruimte voor de weidevogels die er nu al leven. Ook Rijkswaterstaat is nauw betrokken bij de totstandkoming van het plan.
Tekst en beeld: Staatsbosbeheer