Natuurjournaal 29 maart 2023
Nature TodayDe paartijd van het ree is in juli en augustus. Daarna hebben de mannetjes hun gewei niet meer nodig en valt het af. Ze gaan dus ‘kaal’ de winter in en zijn dan soms met de geweiloze geiten te verwarren. Maar al snel begint er een nieuw gewei te groeien. De geweien zijn nu al aardig groot – in tegenstelling tot die van het edelhert – en zijn bedekt met een zachte laag vel, de basthuid. Het nieuwe gewei groeit soms wel twee centimeter per dag! Bij sommige reebokken is het gewei nu al volgroeid, bij andere duurt het tot later in het voorjaar. De bloedtoevoer naar de basthuid stopt en die begint los te laten. Dat schijnt een ellendig gevoel te zijn en dan begint het ‘vegen’. De bokken zoeken jonge boompjes op die lekker soepel zijn. Ze proberen met alle geweld die akelige basthuid kwijt te raken door met het gewei tegen het boompje te schuren, dat precies tussen de kleine geweistangen past. Overal waar reeën voorkomen kan je in het voorjaar naast paden vaak beschadigde boompjes aantreffen. Daar is een reebok aan het werk geweest.
Je hebt vast wel trilspinnen in huis. Die heten zo omdat ze snel gaan trillen als er onraad is. Een afweermiddel dus. Trilspinnen maken slordige nesten. Voor velen zal de aanwezigheid van spinnenwebben een reden zijn om ze weg te halen. Maar laat er ook eens een paar zitten. Ze vangen af en toe een mug of vlieg en daar kan je toch niet tegen zijn. Als ze een prooi vangen, wikkelen ze die eerst heel snel in een cocon van spinsel en bijten de prooi dan pas dood. Heel anders dan bij veel andere spinnensoorten. Het zijn geduldige jagers. Voor hen die zilvervisjes in huis hebben: trilspinnen lusten die heel graag. Zilvervisjes zijn bijna niet te bestrijden, maar zet de trilspinnen in om er af en toe eentje te grazen te nemen. Dat doen ze gratis en voor niets en ook nog ecologisch verantwoord.
Wil je meer weten over de natuur in jouw omgeving? Kijk dan op NatureToday.nl of download Nature Today in de appstores van Apple en Google Play |
Tekst en foto’s: Mike Hirschler, IVN