Het schubdier: tuinier en ongediertebestrijder
Stichting IFAWSchubdieren zijn niet zomaar zoogdieren. Alle acht schubdiersoorten zouden zelfs het vogelbekdier het nakijken geven in een wedstrijd voor meest grillig geconstrueerde dier. Het zijn schuwe, zelfstandige zoogdieren die van kop tot staart zijn bedekt met een harnas van stevige schubben van keratine. Ze lijken op prehistorische reptielen – of het resultaat van een affaire tussen een gordeldier en een artisjok. Met zijn kleine kop, tandloze kaken, sikkelvormige klauwen en een plakkerige tong die bijna half zo lang is als zijn lichaam, is het schubdier een waar wonder van de natuur.
Cruciaal voor een gezond ecosysteem
Schubdieren zien er niet alleen uniek uit. Ze spelen een belangrijke rol in het ecosysteem van de Aziatische en Afrikaanse leefgebieden waar ze wonen. Ze verorberen grote hoeveelheden mieren en termieten en graven in de grond om een hol te maken of bij hun insectenmaaltje te komen. Door holen te graven, beïnvloeden ze de processen in de bodem. Ze verplaatsen organisch materiaal en doorluchten de bodem. Het zijn dus eigenlijk kleine tuiniers. Bovendien gebruiken andere dieren verlaten schubdierholen als schuilplaats. Nog een dienst waarmee ze andere soorten in hun leefgebied helpen.
Om hun honger te stillen, breken schubdieren ook oude boomstammen en termietenheuvels open en graven ze in de harde bodem van de jungles en savannes waar ze wonen. Daarmee bevorderen ze de afbraak van organisch en anorganisch materiaal, zodat mineralen en voedingsstoffen vrijkomen in het ecosysteem. Bovendien houden schubdieren met hun vraatzucht de mieren- en termietenpopulaties in toom. Naar schatting kan een volwassen schubdier meer dan zeventig miljoen insecten per jaar verorberen. Naast mieren en termieten eten ze ook sprinkhanen, vliegen en andere insecten. Een gezonde schubdierpopulatie kan effectief zijn voor ongediertebestrijding, zolang je ze rustig hun gang laat gaan.
Schubdieren in gevaar
Ondanks hun charmante uiterlijk en hun verdiensten voor hun ecosystemen is niet alles pais en vree voor het schubdier. Ze worden namelijk beschouwd als het meest gesmokkelde zoogdier ter wereld. De unieke schubben en klauwen van het schubdier worden al lang gebruikt in traditionele geneeskunde of als sierraden. Ook wordt op schubdieren gejaagd voor hun vlees. Hun huid wordt gebruikt voor tassen, riemen, laarzen en andere leerproducten. Daarnaast worden schubdieren zoals zoveel andere dieren getroffen door de vernietiging van hun natuurlijke leefgebied voor landbouw en andere menselijke activiteiten. Volgens een boek uit 2020 zijn van 2000 tot 2019 meer dan 890.000 schubdieren gesmokkeld naar plekken over de hele wereld.
Schubdieren krijgen slechts één keer per jaar een klein aantal jongen. Daardoor is hun populatie in het wild de afgelopen jaren afgenomen. De International Union for Conservation of Nature (IUCN) heeft drie schubdiersoorten opgenomen als ernstig bedreigd. Het gaat om het Chinese schubdier, het Javaanse schubdier en het Palawanschubdier. Ook geeft IUCN aan dat het Indische schubdier, het Afrikaanse boomschubdier en het reuzenschubdier bedreigd zijn, en dat het Temmincks schubdier en het langstaartschubdier kwetsbaar zijn.
Hoewel China in 2020 wetgeving heeft aangenomen om schubdieren te beschermen, zoals een verbod op het doden van Chinese schubdieren en het gebruik van de schubben in traditionele geneeskunde, is het gevaar nog lang niet geweken. Als mensen hun gedrag niet kunnen aanpassen en we schubdieren niet verder beschermen, kunnen deze unieke tuiniers voorgoed verdwijnen.
Meer informatie
Tekst: IFAW
Foto's: National Trust for Nature Conservation (leadfoto: Chinees schubdier); Vickey Chauhan, Stock.adobe.com