11 jaar IJsvogelfonds
Vogelbescherming NederlandKokmeeuwen op nestvlotjes
Nabij de woonwijk de Haagsche Beemden in Breda bevindt zich de veertien hectare grote Emerput. Gegraven om zand te winnen voor de rondweg van Breda. Later gaf de gemeente suikerfabriek CSM toestemming om er slib te storten. Dankzij het grote voedselaanbod en de aanwezige slikranden vestigde zich hier een kokmeeuwenkolonie.
Op een gegeven moment besloot de gemeente om de plas schoon te maken. Dat zou het einde van de kokmeeuwkolonie betekenen. De West-Brabantse Vogelwerkgroep kwam in actie en vervaardigde met een financiële bijdrage van het IJsvogelfonds een drietal vlotten. Deze werden op de plas uitgelegd en moesten – bedekt met schelpen – kokmeeuwen en visdieven uitnodigen om erop te broeden. Het werkte!
Op een zondagmorgen sluiten we aan bij een excursie van de West-Brabantse Vogelwerkroep. Met een groep enthousiaste vogelaars wandelen we om de Emerput, dat met zijn brede groene boorden inmiddels een aardig natuurgebied is geworden. We horen zwartkoppen en tuinfluiters en zelfs een koekoek laat zich zien.
Voorzitter Bert van de Haar wijst ons de drie bewuste vlotten. “De eerste jaren broedden er zowel kokmeeuwen als visdieven op. De vlotten zijn vervaardigd van hout en zoals je ziet, inmiddels aan vervanging toe. We willen nieuwe vlotten maken van duurzamer materiaal en hopen dan opnieuw visdieven en kokmeeuwen te krijgen. Misschien mogen we nog eens een aanvraag indienen bij het IJsvogelfonds,” lacht hij. Als om het belang van het gebied te onderstrepen zwemt een paartje geoorde futen voorbij.
Oeverzwaluwwand Wommels
'Beter honderd zwaluwen in de wand, dan tien in de lucht.' Met deze leus diende weidevogelboer Murk Nijdam in 2016 een project in bij het IJsvogelfonds. Murk had al eerder twee oeverzwaluwwanden aangelegd van de grond die vrij was gekomen bij het graven van een plas voor weidevogels. Murk: “Er broedden wel oeverzwaluwen in, maar bij hevige regenval mislukten de nesten doordat de grond wegspoelde en de nesten instortten.”
Met het geld van het IJsvogelfonds werd in 2016 een betonnen wand geplaatst, waarin nestgaten voorgeboord waren. In de openingen bevonden zich plastic pijpjes, waarachter zich een wal bevond van een meter leemzand. De voorgeboorde nestgangen worden eveneens gevuld met leemzand, zodat de oeverzwaluwen met hun snaveltje en pootjes zelf een horizontale nestgang kunnen graven. In de eerste wand bevonden zich destijds 150 nestgaten. Inmiddels is de oeverzwaluwwand uitgebreid tot in totaal 257 nestgaten. In 2021 broedden er 165 paar oeverzwaluwen in de toen 180 aanwezige nestgaten. Een doorslaand succes.
Roofvogelcontrole met stokken
De Werkgroep Roofvogels Zeeland ontving een bijdrage voor de aanschaf van twee telescoopstokken met camera. Met de uitschuifbare stokken van koolstof kan men vanaf de grond tot 22 meter hoogte roofvogelnesten controleren. Dick Gunst, coördinator voor Tholen en Sint Philipsland: “Elk broedseizoen controleren we ongeveer vijftig nesten van torenvalken, haviken, buizerds en een enkele boomvalk en sperwer. We hoeven nu niet in de bomen te klimmen. De controles gaan veel sneller en de verstoring van de vogels is minimaal. Met de camera zien we of er eieren of jongen zijn. We klimmen slechts één keer naar het nest om de jongen te ringen. Bij een controle van een haviksnest zat het vrouwtje havik op de rand van het nest. En daar bleef ze zitten tijdens onze controle met de stok! Nadat we gezien hadden dat er drie eieren waren, ging ze meteen verder met broeden.”
Meer informatie
- Bent u ook een ‘groene’ vrijwilliger, of lid van een vogelwerkgroep? Kijk dan op vogelbescherming.nl/ijsvogelfonds hoe u een aanvraag kunt indienen voor een lokaal vogelbeschermingsproject
Tekst: Hans Peeters, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Ian Preston, Corine Bliek, Nicholls of the Yard, Flickr; Vogelbescherming Nederland