Meidoornuil heeft maar weinig met meidoorn
De VlinderstichtingDe meidoornuil (Allophyes oxyacanthae) is in Nederland een niet zo gewone soort die in het hele land waargenomen kan worden, vooral in de kuststreek en op de zandgronden van het binnenland. De vlinders vliegen van september tot in november, met een duidelijke piek in de eerste twee weken van oktober. Ze komen matig op licht af, maar zijn wel goed te lokken met smeer. Ook zijn de vlinders te vinden op overrijpe vruchten (bijvoorbeeld rozenbottels) en bloeiende klimop. De rupsen zouden gebruik maken van sleedoorn en fruitbomen, terwijl ook wel meidoorn genoemd wordt. Maar toen de nachtvlinderaars Jeroen Voogd en Dick Groenendijk regelmatig meidoornuilen tegenkwamen op de droge Veluwe, waar deze planten nauwelijks aanwezig zijn, gingen ze op zoek naar wat hier de waardplant zou kunnen zijn. Uit kweekexperimenten bleek dat de rupsen van de meidoornuil ook ruwe berk heerlijk vinden, die staat volop op de Veluwe. Toen ze dit wisten, vonden ze ook rupsen ‘in het wild’ op ruwe berk. De naam meidoornuil is dus wat verwarrend, want meidoorn wordt door rupsen maar sporadisch gebruikt, maar goed, we weten welke vlinder we ermee bedoelen.
Nu is de tijd om op zoek te gaan naar de meidoornuil, als u die een keer te zien wilt krijgen. Half oktober is de toptijd. Een goede manier om ze te lokken is door te stropen. En het is echt een schitterende vlinder. Hij is vrij groot voor een nachtvlinder, maar ondanks de schitterende tekening en kleuren is hij niet altijd makkelijk te vinden. Als hij op een bemoste stam zit, kan hij helemaal wegvallen door de schitterende camouflage van de groenige schubben en de bruinige vlekken. Gelukkig kunt u de vlinders ook vinden op rottend fruit en op bloeiende klimop. En die is op dit moment heel veel aanwezig. Ga maar eens naar buiten op een niet te koude nacht en schijn met uw zaklamp op de klimopbloemen. Als u geluk hebt, vindt u een meidoornuil. Maar ook andere nachtvlinders gebruiken klimop om van te drinken. Nu en de komende weken kunt u er nog huismoeders op vinden en agaatvlinders, roesjes, bruine herfstuil en zwartstipvlinder, maar ook de uilen die tot volgend voorjaar aanwezig blijven als wachtervlinder, bosbesuil en zwartvlekwinteruil. Als u nachtvlinders tegenkomt op de klimop, geef die waarnemingen dan door via Waarneming.nl of Telmee. We zijn benieuwd hoeveel meidoornuilen er gezien worden.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting