Brandnetelvlinders: verloren generaties
De VlinderstichtingHet najaar is een tijd dat vooral een paar brandnetelvlinders de boventoon voeren. Dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia en atalanta zijn in de nazomer en het begin van de herfst normaliter veel te zien. Maar, zoals we al een beetje vreesden in de zomer, de herfstasters blijven schrikbarend leeg. Dit is niet alleen in Nederland het geval, maar in Vlaanderen is de situatie heel vergelijkbaar. Marc Herremans van Natuurpunt schreef erover onder de titel 'Een compleet verloren generatie' en die titel hebben we deels overgenomen voor de situatie hier. 2022 was helemaal geen slecht jaar voor de genoemde brandnetelvlinders, want, zoals te zien is in de grafieken van de gegevens uit het Meetnet Dagvlinders, waren ze in de zomer erg veel aanwezig. Zelfs de kleine vos, die een aantal moeilijke jaren achter de rug heeft, was eind mei en begin juni veel te zien. Drie van de vier soorten (de atalanta was de uitzondering) waren zelfs talrijker dan het gemiddelde over de afgelopen dertig jaar en dat is extra verheugend, omdat we weten dat veel vlinders in die dertig jaar achteruit gingen.
Het weer was in de zomer ook heel goed voor vlinders, met veel zon en hoge temperaturen. Dan vliegen de vlinders volop en veel en goed vliegen is nodig om zich succesvol te kunnen voortplanten. Er werden dan ook heel veel eitjes afgezet; bijvoorbeeld van de dagpauwoog zijn er waarnemingen van vier of vijf vrouwtjes die tegelijkertijd eitjes aan het afzetten waren op grote pollen met brandnetel. Maar helaas, op deze plaatsen, waar dus wel duizend of meer eitjes werden afgezet, werden in de weken erna nauwelijks rupsen gevonden. Daarmee lijken het voor deze soorten dus verloren generaties te worden. De droogte die in de zomer overduidelijk was, heeft ervoor gezorgd dat van al die eitjes uiteindelijk maar erg weinig rupsen zijn verpopt en dus maar erg weinig nageslacht is gevormd. Dat zullen we komend voorjaar kunnen zien, want deze vier soorten overwinteren hier als vlinder. Als er maar erg weinig de winter in gaan, zullen er komend voorjaar maar weinig vlinders tevoorschijn komen.
Voor deze brandnetelvlinders is dat een probleem, maar ze zijn zo algemeen en stellen zo weinig bijzondere eisen aan hun leefomgeving dat ze zich normaal gesproken de komende jaren wel zullen herstellen. Voor de zeldzamere soorten kunnen deze extreme weersomstandigheden, zoals een hete en erg droge zomer, veel grotere gevolgen hebben. Vlinders die zich, door alle andere bedreigingen, nog maar net kunnen handhaven hebben aan een klein zetje voldoende om definitief te verdwijnen.
Het Meetnet Vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Grafieken: Meetnet Vlinders