Stikstof en het geelsprietdikkopje

Het geelsprietdikkopje is een bedreigde standvlinder die voorkomt op de voormalige vliegbasis Soesterberg, op de Veluwe en in het oosten van het land. De eerste vlinders verschijnen in juni. Ze voeden zich met nectar van verschillende bloeiende planten, bijvoorbeeld braam of gewone rolklaver. Het geelsprietdikkopje blijft vaak trouw aan één soort nectarplant, ook als er andere geschikte bloemen voorhanden zijn. De rupsen leven van diverse breedbladige grassoorten die al in het voorjaar voedzame scheuten hebben, zoals geknikte vossenstaart, gestreepte witbol, gladde witbol en timoteegras.

Het geelsprietdikkopje gaat achteruit en dat heeft mede te maken met de hoge stikstofdepositie. Het is een soort van voedselarme bodems; juist daar heeft stikstof het meeste negatieve effect door vermesting en verzuring. Daardoor verandert de voedselkwaliteit van de grassen die door de rupsen wordt gegeten.

Tekst en foto’s: SoortenNL