Effect van stikstofdepositie op dieren groter dan verwacht
Radboud Universiteit, Stichting BargerveenVeranderingen in de leefomstandigheden voor planten- en diersoorten zijn deels goed zichtbaar in het veld. Plantensoorten die profiteren van extra stikstof als hoge grassen en bramen floreren, de vegetatiestructuur wordt hoger en dichter, en minder concurrentiekrachtige plantensoorten verdwijnen. Stikstofdepositie leidt zowel tot een grotere beschikbaarheid van stikstof voor planten als tot verzuring van de bodem, met onzichtbare veranderingen in de voedselkwaliteit van planten als gevolg. Deze veranderingen hebben effect op dieren die deze planten eten én op andere dieren hoger in de voedselketen. Hoe deze veranderingen plaatsvinden was tot op heden echter niet systematisch onderzocht.
Achterliggende mechanismen
De onderzoekers vatten de kennis over de belangrijkste principes in voedselecologie samen en voorspelden het effect van verhoogde stikstofdepositie op de achterliggende mechanismen van veranderingen in voedselkwaliteit. Vervolgens koppelden de onderzoekers deze veranderingen aan soorteigenschappen van diersoorten. Uit deze analyse bleek dat - net als bij planten - er geen louter negatief of positief effect van verhoogde stikstofdepositie op dierpopulaties is. Sommige diersoorten profiteren, terwijl andere last hebben van de verhoogde stikstofdepositie.
De verzamelde kennis voorspelt een verhoogde kans op het uitbreken van plagen van een klein aantal generalistische soorten, maar tegelijkertijd een afname van veel gespecialiseerde soorten. Soorten met een snelle ontwikkeling (die relatief veel fosfor nodig hebben), een hoge mate van waardplantenspecialisatie kennen (gewenning aan constante voedselkwaliteit) en een relatief laag verspreidingsvermogen hebben (weinig mogelijkheid om beter voedsel te bereiken) zullen naar verwachting het sterkst achteruitgaan onder een verhoogde stikstofdepositie. Op mondiaal niveau betekent dit dat bij chronisch verhoogde stikstofdepositieniveaus een netto afname van de soortendiversiteit zal optreden.
Meer informatie
- Het onderzoek is uitgevoerd door Stichting Bargerveen, Radboud Universiteit Nijmegen, NIOO-KNAW, Universiteit van Amsterdam, De Vlinderstichting, Biosphere Science Foundation, onderzoekscentrum B-WARE, Vrije Universiteit Amsterdam, Vrije Universiteit Brussel en GELIFES - Universiteit Groningen.
- De publicatie is via deze link te vinden: Towards a mechanistic understanding of the impacts of nitrogen deposition on producer–consumer interactions.
- Voor vragen kun je contact opnemen met Joost Vogels of Henk Siepel.
Tekst: Joost Vogels, Stichting Bargerveen; Henk Siepel, Radboud Universiteit Nijmegen; Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen
Foto’s: Chris van Swaay; Michiel Wallis de Vries