Stikstof en de kleverige poelslak
SoortenNLDe kleverige poelslak is een zoetwaterslak met een fragiel, dun slakkenhuis met een wijde mondopening. Vaak zit de kleverige mantel om de schelp geslagen. Na de Tweede Wereldoorlog en vooral in de jaren zestig namen de Europese en Nederlandse populaties op desastreuze wijze af door de slechte waterkwaliteit. Hierdoor kwam het dier in 1996 als 'kwetsbaar' op de internationale IUCN-lijst van bedreigde soorten en in 2003 als ‘ernstig bedreigd’ op de Nederlandse Rode Lijst.
De kleverige poelslak is een uiterst kritische soort die alleen kan leven in zeer schone, heldere wateren en moerassen met een weelderige onderwatervegetatie met onder andere krabbenscheer. Na het uitrijden van meststoffen op weilanden spoelen deze bij regen naar sloten en andere wateren. Hetzelfde gebeurt met via de lucht aangevoerde stikstofdeeltjes. Zo komen steeds meer stikstofverbindingen in het water, dat daardoor extreem voedselrijk wordt. Daarvan profiteren alleen de algemene waterplanten en -dieren die in allerlei biotopen kunnen leven, de zogenaamde generalisten. Die krijgen sterk de overhand, ten koste van specialistische soorten.
De Kleverige poelslak was vroeger vrij algemeen in delen van ons land, maar is nu erg zeldzaam. Als belangrijkste kerngebieden gelden nu laagveengebieden in de Kop van Overijssel en het zuidwesten van Friesland. Vroeger was de Kleverige poelslak daar algemeen, maar nu gaat de soort ook daar sterk achteruit. Aangezien het dier ook in andere Europese landen verdwijnt, zijn de resterende Nederlandse populaties van onschatbare internationale waarde. Reden te meer om de stikstofuitstoot te beperken.
Tekst en foto’s: SoortenNL en Stichting Anemoon