Commerciële zeehondenjacht in Canada: een bron van ellende, of duurzame oplossingen?
Stichting IFAWDeze tijd van het jaar wordt voor mij al meer dan twintig jaar overschaduwd door een donkere wolk. Het is namelijk de tijd van de commerciële zeehondenjacht in Canada – een terugkerende traditie, die allang tot het verleden zou moeten behoren.
Ik heb al gehoord dat de commerciële zeehondenjacht op de Magdalena-eilanden vorige week van start is gegaan. Dit betekent dat de belangrijkste commerciële jacht van Canada, voor de kust van Newfoundland, ook weer begint. Ik ben dankbaar voor de vooruitgang van de afgelopen jaren om de omvang van deze jacht te verkleinen, maar het is een terugkerende herinnering dat er nog veel moet gebeuren.
Geschiedenis van de zeehondenjacht
Het International Fund for Animal Welfare (IFAW) werkt er al sinds de oprichting in 1969 door Brian Davies aan, om de commerciële zeehondenjacht in Canada te beëindigen. Onze eerste grote overwinning boekten we in 1983: Europa verbood de import van bont van zadelrobpups en klapmutsen. Na aanhoudende druk vanuit het publiek en een dreigement van een boycot van Canadese vis en zeevruchten onder leiding van IFAW, verbood Canada in 1987 het doden van zeehondenpups. Dit leek de doodsteek voor de zeehondenindustrie.
Maar alles veranderde snel, toen aan het begin van de jaren negentig de kabeljauwvisserij in het noordwesten van de Atlantische Oceaan instortte. Tienduizenden vissers verloren hun bron van inkomsten. De Canadese overheid zag hierin een politieke kans om zeehonden de schuld te geven voor het verdwijnen van de kabeljauw – hoewel wetenschappers deze theorie keer op keer weerlegden. De overheid verhoogde de jachtquota voor zadelrobben en voerde subsidies in om de kwakkelende zeehondenindustrie weer tot leven te wekken. Met een toegestane vangst van vierhonderdduizend dieren werd de commerciële zeehondenjacht in Canada de grootste slachting van zeedieren waar dan ook ter wereld. Voor de Canadese belastingbetalers kost de jacht bovendien honderden miljoenen dollars.
Huidige status van de zeehondenjacht
Een gebrek aan vraag naar producten van zeehonden, een veranderend klimaat en acties vanuit de zeehondenindustrie zelf hebben allemaal bijgedragen aan een sterke teruggang van de commerciële jacht, tot niveaus van de late jaren tachtig. Maar iedere lente baren zadelrobben hun pups, en iedere lente wordt een veel te groot deel hiervan afgeslacht. In tegenstelling tot de afgelopen jaren lijken de ijsvlaktes dit jaar gunstig voor de zeehondenmoeders om in de Saint Lawrencebaai te baren. Volgens meldingen zijn de zeehonden makkelijk te zien op nog geen vijf kilometer van de kust. Dit is een mooi uitzicht, maar de harde realiteit is ook dat jagers vanaf het land via het ijs eenvoudig bij de pups kunnen komen. Waarschijnlijk zullen tienduizenden zeehondenpups binnen enkele weken na hun geboorte tragisch aan hun einde komen.
De overheid geeft nog steeds actief de locaties van zeehondenkolonies door aan deze jagers, en ondersteunt de zeehondenindustrie met geld om zeehondenproducten te promoten en de markt hiervoor te ontwikkelen. Daarnaast lopen er dit jaar diverse projecten op de Magdalena-eilanden, met een focus op het volledige gebruik van de gedode dieren. De meeste hiervan zijn gelukkig wel kleinschaliger. Dit vormt een scherp contrast met 2013, toen jagers de pelzen van zesduizend gedode zeehonden verspilden door ze overboord te gooien of ze achter te laten op het ijs.
Verwachtingen voor de zeehondenjacht van 2022
Het moet nog blijken hoe de zeehondenindustrie als geheel zich zal ontwikkelen. Ondanks de financiële steun van de Canadese overheid blijft de wereldwijde markt voor zeehondenproducten beperkt. Jagers krijgen slechts 27 Canadese dollar per huid, een dramatisch verschil met vroegere prijzen van meer dan honderd Canadese dollar. Sinds 2006 krimpen de markten voor zeehondenproducten sterk, en is er weinig hoop op herstel. Zonder de doorlopende overheidssubsidies en politieke ondersteuning lijkt het onvermijdelijk dat de industrie niet meer commercieel levensvatbaar is.
Naast economische overwegingen – en misschien wel zorgwekkender – zijn er oproepen van de visserijvakbond van Newfoundland (en van de politici voor wie de vakbond belangrijk is) om de zeehondenpopulaties aan de Canadese oostkust grootschalig te ruimen. Hun reden is weinig origineel: er zouden teveel zeehonden zijn, en deze zouden teveel vis eten. Maar wees gerust: de zeehondenpopulatie is niet te groot. Zeehonden, vis en ander zeeleven leven al duizenden jaren met en naast elkaar, zonder dat er ooit behoefte was aan 'beheer' door mensen. Claims dat de zeehondenpopulatie te groot zou zijn, gebruiken opzettelijk de laagste populatieschatting ooit als vergelijkingswaarde (meestal een cijfer uit de vroege jaren zeventig). Populaties van zadelrobben voor de Atlantische kust van Canada zijn aan het herstellen, niet aan het exploderen. De veranderende ijsomstandigheden maken hun toekomst bovendien steeds weer extra ongewis.
Nadat onderzoekers tientallen jaren hebben geprobeerd om predatie door zeehonden te koppelen aan de afname van kabeljauwscholen, is er nu een overdaad aan wetenschappelijk bewijs dat zeehonden niet verantwoordelijk zijn voor de ineenstorting van kabeljauwpopulaties. Het is duidelijk aangetoond dat zeehonden het herstel van de kabeljauwpopulaties niet verhinderen, en dat een ruiming van zeehonden het herstel van de vissoort niet zou ondersteunen. Er is nog steeds veel foutieve informatie in omloop die het tegendeel beweert, maar de wetenschap is hier heel duidelijk.
Clifford Small, een nieuw parlementslid uit Newfoundland, is wellicht niet bekend met tientallen jaren visserijonderzoek over dit onderwerp. Hij heeft een wet geïntroduceerd voor een 'zeehondenbeheersingsbeleid' vanuit de rijksoverheid. Politiek ingrijpen en wrijving rondom de toepassing van Canadese visserijwetenschap is al bijna net zo'n sterke traditie in Canada als de zeehondenjacht zelf.
Vraag naar duurzame oplossingen
De vraag blijft: zal de Canadese overheid zwichten voor de eisen van de visserijsector, en Canada laten vasthouden aan het verleden door een risicovolle en onwetenschappelijke ruiming van zeehonden toe te staan? Blijft het land miljoenen dollars verspillen in een poging om de onnodige en ongewilde zeehondenindustrie te doen opleven? Of ondersteunt het land de bijzonder noodzakelijke milieu-initiatieven voor de Atlantische kust, die van het verwijderen van plastic afval en verloren visserijtuig een levensvatbare industrie zouden maken?
Tekst: Sheryl Fink, campagnedirecteur IFAW Canada
Foto's: IFAW (leadfoto: een zadelrobpup op het ijs in de Saint Lawrencebaai, Canada, in 2008)