Onderzoekers fotograferen zeehonden vanuit de ruimte
NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, Wageningen Marine ResearchTerwijl het Arctisch gebied in deze tijd van het jaar geleidelijk uit haar winterslaap zou moeten ontwaken, is het zee-ijs dit jaar al veel eerder dan normaal begonnen met smelten. Vorige maand klonken er alarmerende berichten, waarbij verschillende weerstations in de poolgebieden recordtemperaturen noteerden, tot wel 40 graden boven normaal. De verwachtingen voor de komende jaren schetsen een nog grimmiger beeld: in 2035 is er in de zomer mogelijk al geen zee-ijs meer in het noordpoolgebied.
Het verdwijnen van het zee-ijs is slecht nieuws voor klapmutsen en zadelrobben – twee Arctische zeehondensoorten – die het ijs gebruiken om te rusten, te ruien en hun pups ter wereld te brengen. De klapmuts dankt zijn naam aan de grote rode ballon die uit het neusgat komt wanneer mannetjes hun neustussenschot opblazen. Zadelrobben zijn vooral bekend vanwege de jacht op hun witte donzige pups. Naar schatting leven er zo’n 650.000 klapmutsen en 7,6 miljoen zadelrobben in het Arctisch gebied, maar deze aantallen zijn omgeven door grote onzekerheidsmarges. Om de populatie te monitoren, worden er periodiek tellingen uitgevoerd tijdens de geboorte en zoogperiode. Ook dit jaar vond er een grootschalige telling plaats ten oosten van Groenland, in een gebied waar eind maart grote groepen klapmutsen en zadelrobben samenkomen om op het ijs hun hun jongen te werpen.
Omdat het zee-ijs onder invloed van stromingen en wind continu in beweging is, is het erg lastig om de zeehonden te traceren. Een schip met aan boord Noorse onderzoekers speurde het gebied af, waarbij ook gebruik werd gemaakt van drones en een helikopter. Daarnaast vertrok een vliegtuig vanaf Groenland om verkenningsvluchten uit te voeren. Wanneer de onderzoekers grote groepen zeehonden vonden, zetten ze speciale gps-bakens op het ijs uit, zodat de positie van het drijvende ijs met daarop de zeehonden live gevolgd kon worden. Nadat de onderzoekers een goed beeld hadden gekregen van waar de zeehonden zich bevonden, hebben ze vanuit het vliegtuig de gehele zeehondenkolonie gefotografeerd. Aan de hand van deze foto’s kunnen nieuwgeboren pups worden geteld, om op die manier de populatiegrootte te schatten.
Nu het zee-ijs steeds sneller verdwijnt, is de verwachting dat de zeehonden zich zullen verspreiden en dat het complexer wordt om de dieren te lokaliseren en te monitoren. De nieuw verkregen satellietfoto’s zijn van een hoge resolutie: een pixel is 30 bij 30 centimeter groot, wat betekent dat je zelfs een object ter grootte van een A4-tje zou kunnen zien op de opnames, terwijl de satelliet op een hoogte van maar liefst zeshonderd kilometer vliegt. Met behulp van deze beelden hopen de onderzoekers aan te tonen dat het mogelijk is om de zeehonden vanuit de ruimte te lokaliseren en te tellen. Dit proces hopen ze vervolgens te automatiseren waardoor ze de zeehondenpopulaties in het snel veranderende en uitgestrekte noordpoolgebied toch kunnen blijven monitoren.
Tekst: Jeroen Hoekendijk & Geert Aarts/Sophie Brassseur, NIOZ & Wageningen Marine Research
Foto's: Leadfoto 'Satellietfoto van zadelrobben nabij Groenland, gefotografeerd vanaf 600 km hoogte. © Maxar Technologies; Overige beelden: Michael Poltermann