Gravend kreeftje houdt het strand groen
Stichting ANEMOONSamen met andere kleine strandbewoners zijn strandvlooien erg belangrijk binnen het ecosysteem op de grens tussen water en land. Als onderdeel van het project Het Groene Strand deed Stichting ANEMOON in het voorjaar en de zomer van 2021 onderzoek naar deze diergroep. Gekeken werd naar het verband tussen de hoeveelheid aanspoelsel en de aantallen strandvlooien en naar de invloed van machinaal verwijderen van aanspoelsel en andere menselijke invloeden. De Gewone strandvlo (Talitrus saltator) blijkt een goede indicator voor de mate van menselijke verstoring. Hoewel zaken als menselijke betreding en rijdende voertuigen invloed hebben, is er een duidelijk verband tussen de hoeveelheid natuurlijk aanspoelsel dat blijft liggen en de aantallen strandvlooien. Waar de hoeveelheid aanspoelsel groter is, leven ook gemiddeld meer strandvlooien.
Kleine dieren met een grote rol
Een strandvlo is een kleine zandkleurige kreeftachtige (familie Talitridae) en geen insect, zoals het woord ‘vlo’ doet vermoeden. De Gewone strandvlo kan 2,5 centimeter groot worden, de Bestippelde strandvlo ongeveer één centimeter. Ondanks hun kleine formaat zijn de dieren tot grote daden in staat. Strandvlooien leven overdag zowel op, als ingegraven in het zand. In de winter graven ze soms tot wel één meter diep. Naast graven kunnen de dieren bijzonder goed springen; bij verstoring tot wel vier meter ver. ’s Nachts struinen ze het strand af op zoek naar eten, waarbij grote afstanden kunnen worden afgelegd. Strandvlooien gebruiken het aanspoelsel als voedselbron, net zoals wiervliegen. Het zijn de belangrijkste opruimers van aangespoeld wier. Een uitzondering vormt de Witoog-strandvlo, die niet vooral van wier leeft, maar van plantaardig materiaal dat tussen de zandkorrels aanwezig is. Jonge strandvlooien die zich nog niet goed kunnen ingraven gebruiken het aanspoelsel ook als bescherming tegen uitdroging. In, tussen en onder een bos wier kunnen grote aantallen kleinere strandvlootjes verstopt zitten. Doordat Gewone- en Bestippelde strandvlooien aanspoelsel afbreken, vormen ze een erg belangrijke schakel binnen de kringloop van (voedings)stoffen op het strand. Door het excellente graafwerk van deze kleine kreeftjes worden veel voedingsstoffen de strandbodem ingebracht. Hiervan profiteren andere strandbewoners en ook duinvorming wordt zo mogelijk gemaakt. Zelf vormen de dieren ook een cruciale voedselbron voor weer andere soorten, zoals vogels. Zo kan een klein diertje een grote rol spelen in voedselketens en het behoud van, of het vergroten van de biodiversiteit op het strand.
Het belang van aanspoelsel
In al het natuurlijke aanspoelsel dat vanuit zee op het strand achtergelaten wordt zitten belangrijke voedingsstoffen. Het aangespoelde materiaal bestaat onder andere uit zeewier en allerlei overblijfselen van zeeorganismen, zoals kwallen, krabben en schelpdieren. Dit is niet alleen belangrijk voor planten en duinvorming op het strand, maar ook voor de dieren. Verschillende soorten kevers, wormen, vliegen en strandvlooien zijn voor hun voortplanting en voortbestaan grotendeels of zelfs volledig afhankelijk van aanspoelsel.
Menselijke invloed
Naast aanspoelsel van natuurlijke afkomst spoelt er ook veel afval op het strand aan en veroorzaakt recreatie op het strand eveneens vervuiling. Steeds vaker worden stranden intensief machinaal gereinigd met behulp van schoonmaakwagens. Deze beachcleaners zijn zeker efficiënt, maar verwijderen naast afval ook het voor de natuur waardevolle natuurlijke aanspoelsel. Onderzoek naar de impact van machinale strandreiniging op strandvlooien moet gaan helpen bij het groener inrichten van strandbeheer. Een eerste onderzoeksproject werd uitgevoerd op het strand van Oostkapelle (Zeeland). Daarbij werd het aantal Gewone- en Bestippelde strandvlooien geteld en onderzocht op zowel een machinaal gereinigd strand als op een handmatig gereinigd strand. In totaal werden 500 strandvlo-tellingen gedaan, 250 op een handmatig gereinigd stranddeel en 250 op een machinaal gereinigd stranddeel. Ook de hoeveelheid aanspoelsel op het strand werd berekend. De resultaten werden met elkaar vergeleken.
Meer aanspoelsel, meer strandvlooien
De resultaten laten zien dat het aantal strandvlooien toeneemt als er meer natuurlijk aanspoelsel op het strand is. Dit verband toont aan dat het aanspoelsel strandvlooien een kans geeft om zich te vestigen en te overleven. Er komt dan voedsel beschikbaar en jonge strandvlooien krijgen een geschikte leefomgeving om in op te groeien. Met name bij de hoogwaterlijn, waar vers aanspoelsel met regelmaat aanspoelt, is het verband tussen aanspoelsel en strandvlooien het sterkst. Verdroogd aanspoelsel lijkt minder in trek, maar dat is wél een goede leefomgeving voor insecten. Met name wiervliegen zijn voor hun levenscyclus afhankelijk van wieren en kunnen zich zonder wier niet voorplanten. Het meest ideaal is het daar waar het zand niet te droog of te vochtig is en de zandkorrels niet te klein of te groot. Met betrekking tot het machinaal reinigen (weghalen van aanspoelsel) lijken de toch best kieskeurige strandvlooien, anders dan misschien de wiervliegen, een ‘milde’ vorm van machinale reiniging wel te kunnen dulden. Dat wil zeggen; ze verdwijnen dan niet volledig.
Druk op het zand
Het onderzoeksgebied in Oostkapelle werd in de zomer van 2021 in totaal maar drie keer machinaal gereinigd. Hierdoor was er geen wezenlijk verschil tussen de hoeveelheid aanspoelsel op het machinaal en het handmatig gereinigd onderzoeksgebied. Toch werd er wel degelijk een verschil gemeten in het voorkomen van strandvlooien. Er werden minder strandvlooien op het machinaal gereinigde stranddeel geteld dan op het stranddeel dat met de hand gereinigd werd. Dit vormt een aanwijzing dat, naast het verdwijnen van natuurlijk aanspoelsel, het reinigingsproces zelf ook nadelig kan zijn voor strandvlooien. Beachcleaners harken het strand over een groot oppervlak en/of zeven de bovenste vijf centimeter zand. Daardoor verandert het microklimaat in de bodem en neemt bijvoorbeeld de vochtigheid af. Ook oefenen beachcleaners via de banden druk uit op de bodem. Het gevolg is dat het zand meer wordt geplet en strandvlooien zich daardoor minder gemakkelijk door de zandbodem heen kunnen bewegen. Er zijn echter ook nog andere factoren dan machinale reiniging die van invloed kunnen zijn geweest op het verschil tussen het aantal strandvlooien op het machinaal en manueel gereinigd onderzoeksgebied. Zo blijkt uit andere onderzoeken dat de druk die andere voertuigen of veel strandbezoekers uitoefenen op de zandbodem eveneens een negatieve impact hebben op het aantal strandvlooien.
(Licht)groen strandbeheer
Strand is ook natuur en zelfs heel bijzondere natuur. De laatste jaren ontstaat steeds meer het besef dat ook die natuur kwetsbaar is en beschermd dient te worden. Daarom is het begrip ‘groen strandbeheer’ geïntroduceerd. Dit is beheer waarbij weer ruimte wordt gegeven aan de natuur en natuurlijke processen op het strand, zodat de biodiversiteit wordt hersteld en behouden. Het positieve verband tussen strandvlooien en aanspoelsel moedigt aan om natuurlijk aanspoelsel te laten liggen en niet, of in elk geval minder vaak, machinaal te reinigen. ‘Mild’ machinaal reinigen van stranden, dus als het per se nodig geacht wordt, is misschien niet per definitie slecht. Dit kan wellicht strandvlopopulaties een kans geven om zich na verstoring weer enigszins te herstellen. Er is echter nog te weinig onderzoek gedaan naar het herstellend vermogen van strandvlopopulaties om dit met zekerheid te stellen. Desondanks ziet het ernaar uit dat milde machinale reiniging, oftewel ‘lichtgroen’ strandbeheer, wel een verbetering is ten opzichte van intensieve machinale reiniging. Dat laatste resulteert alleen maar in een ‘aangeharkte zandbak’ met een volledig verstoord ecosysteem.
Overigens wordt niet alleen de biodiversiteit door het laten liggen van aanspoelsel vergroot, maar komt dit ook de kustbescherming ten goede. Dankzij de voedingsstoffen in het aanspoelsel kan duinvorming plaatsvinden. Dat biedt meer bescherming tegen afslag tijdens een zware storm. Het strand herbergt de cruciale overgang van de zee naar het land. Door aanspoelsel te laten liggen waar de zee het brengt, wordt het strand weer een plek voor mens én natuur. Strandvlooien en andere kleine strandbewoners krijgen dan weer de kans op overleven en daarmee kunnen ook andere soorten in de voedselketen voortbestaan.
Al zijn strandvlooien dan geen familie van hun bloedzuigende naamgenoten, hun aanwezigheid geeft ons wel iets om over achter de oren te krabben. Helemaal wanneer onze handen jeuken om het strand machinaal te reinigen.
Meer informatie
Meer informatie treft u in het onderzoekrapport (pdf; 5,7 MB). Dit rapport is uitgebracht in het kader van het project Het Groene Strand. Dit is een samenwerkingsverband tussen LandschappenNL, Stichting Duinbehoud, IVN Natuureducatie, Vogelbescherming Nederland en Stichting ANEMOON om de natuur en natuurbeleving terug te brengen op de Nederlandse stranden. Het Groene Strand is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Nationale Postcode Loterij.
Waarnemingen
Alle meldingen van land- en zoetwaterweekdieren, evenals van zee-weekdieren en andere mariene organismen zijn welkom bij Stichting ANEMOON en platforms als waarneming.nl.
Tekst: Julia van Beinum, Stichting ANEMOON
Foto's: Adriaan Gmelig Meyling (Leadfoto links: Gewone strandvlo; rechts: Bestippelde strandvlo (Deshayesorchestia deshayesii); Julia van Beinum; Project Het Groene Strand