distelvlinder in Afrika - primair

Hoe komt een vlinder de winter door? #5

De Vlinderstichting
21-NOV-2024 - De winter is een tijd dat de meeste insecten en ook de meeste vlinders niet actief kunnen zijn. De lage temperaturen en het gebrek aan voedsel maken dat ze in winterrust gaan. Hoe ze dat doen, is per soort verschillend. Er zijn dagvlinders die als eitje overwinteren, maar andere weer als rups, pop, vlinder of zelfs helemaal niet en die wegtrekken. Vandaag wat trekvlinders.

Atalanta op koninginnekruidEen zeer algemene en bekende trekvlinder is de atalanta. Ieder voorjaar komen deze vanuit zuidelijkere streken in Europa naar het noorden. Ze vliegen deels door naar Scandinavië. Ze komen hier aan in april en mei, planten zich voort en sterven. De nakomelingen vliegen vanaf eind juli en in die periode zijn ze vaak veel talrijker dan in het voorjaar. In de zomer en nazomer zijn het vlinders die erg veel en lang nectar verzamelen. Ze kunnen dan ook in flinke aantallen bij elkaar in je tuin zitten als je daar voldoende nectar leverende planten hebt staan, zoals bloeiende klimop in oktober. Ze verzamelen daar de brandstof om de trektocht naar het zuiden succesvol af te leggen. Een aantal vliegt trouwens niet meer weg, maar blijft in de winter hier. Nu er, door de verandering van het klimaat, vaak zachte winters zijn, kunnen ze die ook overleven. Ze gaan namelijk niet in winterslaap, zoals dagpauwoog en citroenvlinder die prima tegen de vorst kunnen, en zullen in een strenge winter niet overleven.

Van links naar rechts: distelvlinder in het Atlasgebergte in Afrika, een distelvlinder die tijdens de trek bijtankt in de Pyreneeën, een vaal en vrij kleine distelvlinder die hier in het voorjaar is binnengekomen, en een hier 'geboren' grote en fraai gekleurde distelvlinder

Distelvlinder op akkerdistelEen andere trekvlinder is de distelvlinder en deze trekt wel iedere winter weg. Ze kunnen helemaal niet tegen de vorst. Distelvlinders trekken ook veel verder dan atalanta’s, tot ver in Afrika. Er zijn zelfs aanwijzingen dat ze vanuit Afrika ook de oversteek wagen naar Zuid-Amerika. Als alles meezit, zijn er ook die dat halen en er dus een enorme trektocht op hebben zitten. Distelvlinders komen in zeer wisselende aantallen ons land binnen en dit betekent dat topjaren afgewisseld worden met jaren dat er maar heel weinig worden gezien. Dit jaar was zeker geen echt topjaar, maar toch werden er, met name in de nazomer, regelmatig distelvlinders gemeld. De vlinders die hier in het voorjaar aankomen, zien er anders uit dan de nakomelingen daarvan die we in augustus en september zien. De voorjaarsvlinders hebben er vaak al een flinke reis opzitten en zijn vaak licht en wat vaal van kleur. Ze zijn ook kleiner dan de autochtone vlinders in de nazomer.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting