Stoepplantje van de week: robertskruid
Hortus botanicus LeidenWaar maar een beetje grond te vinden is, vooral op een schaduwrijk plekje, verschijnt het robertskruid (Geranium robertianum). Op een oude muur of een halfvergane boomstronk en natuurlijk als stoepplantje. Het dunne steeltje kan het plantje nauwelijks dragen. Daarom leunt het graag op andere planten of op de eigen onderste bladeren. Opvallend zijn de roze bloemetjes met vijf kroonbladen en de dieprode kleur van de stengels en soms ook van de bladeren. Maar minstens zo karakteristiek is de geur van het plantje: als je het even aanraakt, stijgt een luchtje op dat sommigen doet denken aan muskus of aan vossen, en anderen aan goedkope zeep.
Waar komt de naam vandaan? Zoals gezegd, in Species plantarum uit 1753 heeft Linnaeus (1707-1778) het robertskruid de naam Geranium robertianum gegeven. Een geranium is een ooievaarsbek. Die naam gaat terug op het Griekse γέραvoς (géranos), 'kraanvogel'. Historisch is de Engelse naam van dit geslacht dan ook beter gekozen dan 'ooievaarsbek:' cranesbill, 'kraanvogelsnavel.' De naam verwijst naar de vruchtjes: die staan bij de ooievaarsbekken op uitgestrekte steeltjes, terwijl de vruchtsteeltjes van de verwante reigersbekken (Erodium spec.) langs de vruchtjes teruggevouwen zijn. De vruchtjes zelf lijken op een vogelkop met een lange snavel. Een ooievaar vliegt met een uitgestrekte hals, een kraanvogel ook. Reigers houden hun hals in een s-vorm als ze vliegen. Wat dat betreft, zijn de namen niet zo gek gekozen.
Lastig te traceren
Dan de Robert. Die is lastiger te traceren. Slaan we het Etymologisch woordenboek van P.A.F. van Veen en Nicoline van der Sijs erop na, dan vinden we de Robert van het robertskruid meteen: Robert de Toulon. Het lastige is, dat die zich verder in de literatuur zorgvuldig verborgen lijkt te houden. In verband met de orchidee Himantoglossum robertianum wordt er verwezen naar Gaspard Nicolas Robert (1776‑1857), een Franse apotheker, botanist en tuinier die verantwoordelijk was voor de botanische tuin van Toulon. Grote kans dat dit ook de 'Robert de Toulon' uit het woordenboek is. Maar gezien zijn leeftijd kan hij onmogelijk degene zijn naar wie Linnaeus het robertskruid genoemd heeft, want Gaspard Robert was twee jaar toen Linnaeus overleed, en Species plantarum was al 25 jaar voordien gepubliceerd. Van Veen en Van der Sijs zitten er hier met hun etymologie dus vrijwel zeker naast.
Hekel
In het zojuist verschenen Basisboek veldbiologie suggereert Sander Turnhout dat Linnaeus het stinkende plantje vernoemd zou hebben naar ene Robert aan wie hij een hekel had. Een leuk verhaal, zoals er wel meer over Linnaeus de ronde doen, maar ook dat kan niet kloppen. Zoals zo veel leuke verhalen is het niet nader gedocumenteerd, maar wat overtuigender is: de naam robertskruid was al lang in gebruik voordat Linnaeus het plantje 'officieel' onder die naam beschreef. Zo gebruikte Rembert Dodoens, alias Dodonaeus (1517-1585), twee eeuwen voor Species plantarum de naam robertskruid al in zijn Cruydeboeck, dat in 1554 voor het eerst verscheen. Naar de tekst uit de laatste, posthume uitgave uit 1644: 'Robrechts-cruydt is dit ghewas in Nederduytsch genoemt; in't Hooghduytsch Ruprechts-kraut/ somtijdts oock Scharten-kraut/ oft Klein Scholwurtz; ende daer van is het op 't Latijnsch Ruberta oft Roberti herba ghenoemt gheweest. [...]; wy noemen 't Geranium Robertianum.'
Taal van de wetenschap
Dodoens verklaart dus de Latijnse naam uit het Nederlands of het Duits. Of dat helemaal terecht is, valt te bezien, maar Latijn was toen 'gewoon' de taal van de wetenschap, wetenschappelijke zaken in het Latijn uitdrukken was niets bijzonders. In elk geval werd de naam robertskruid dus al lang voor Linnaeus gebruikt.
Diverse bronnen, waaronder Planten en hun naam van H. Kleijn, meldden dat het plantje vernoemd zou zijn naar de 11e‑eeuwse heilige Robert de Molesme (Molême), de stichter van de orde der cisterciënzers. Ook de Engelse Wikipedia verklaart de naam herb Robert zo, en deze Robert wordt daar ook herbalist genoemd. Hij schijnt het kruid aanbevolen te hebben als geneesmiddel. Allemaal nogal onzeker dus. Wie schrijft wat van wie over?
Kijken we naar de namen in andere landen om ons heen, dan komt Robert of een variant daarvan dikwijls terug, maar ook vaak met weer een andere verklaring. In het Frans heet het plantje (géranium) herbe à Robert. De Franse Wikipedia verwijst naar de heilige Rupert (ook overgeleverd als Ruprecht, Hrodperht, Hrodpreht, Roudbertus, Rudbertus en Robert), de eerste bisschop en beschermheilige van Salzburg (circa 650 - circa 717), die - naar men zegt - het plantje gebruikte als bloedstelpend middel. Hier ook weer de nodige slagen om de arm.
Signatuurleer
Robertskruid bevat veel tanninen, en die kunnen inderdaad bloedstelpend werken. Dat hoge tanninegehalte is een feit, maar het gebruik van dit bloedrode plantje tegen bloedingen roept natuurlijk wel meteen gedachten aan de signatuurleer op: aan het uiterlijk van een plant is te zien voor welk medisch gebruik die plant geschikt is. Dat mag in de middeleeuwse gedachtegang tamelijk logisch zijn geweest (kort door de bocht: God heeft alles geschapen, God is volmaakt, dus alles in de schepping moet een functie hebben), maar naar moderne begrippen is het allesbehalve wetenschappelijk. In het Italiaans heet het plantje Erba roberta en geranio di San Roberto. Een Italiaanse site (godelicious.it) verwijst voor de naam ook naar de heilige Ruprecht, maar noemt die daar bisschop van Straatsburg... De Spaanse naam is hierba de san Roberto. In het Duits vinden we nog altijd het Ruprechtskraut, en ook volgens de Duitse Wikipedia zou de naam verwijzen naar de heilige Ruprecht van Salzburg. In het Zweeds en Deens is de plant naar zijn geur genoemd stinknäva in het Zweeds, waarin näva het algemene woord voor 'ooievaarsbek' is. De Deense naam is stinkende storkenæb, waarbij storkenæb ('ooievaarssnavel') ook de algemene naam voor ooievaarsbek is. Hier ontbreekt Robert dus helemaal.
Maar voordat de heilige Ruprecht of andere Roberts in beeld komen, verwijst de Franse Wikipedia naar de kleur van de plant. Dat roodachtige is in het Latijn ruber, en dan is een verbastering (of zo je wilt: volksetymologie) tot Robert helemaal niet zo vreemd.
Het lijkt er dus op dat vooral in Midden- en Zuid-Europa de naam verklaard wordt met een Robert. Maar minstens zo waarschijnlijk is het dat de naam gebaseerd is op de kleur van het plantje, en dat er later een persoon met de naam Robert bij gezocht is om een mooi kloppende verklaring te krijgen. En daarvoor is altijd wel een beroemde Robert voorhanden.
Tekst: Wim Voortman, Hortus botanicus Leiden
Foto's: KU Leuven; C.A.J.A. Oudemans; Dodoens; Simone Both; Nathalie Tirion