Eindelijk schot in het verschijnen van paddenstoelen
Nederlandse Mycologische VerenigingIn de omgeving van Alkmaar was het de afgelopen maanden zeer matig met het verschijnen van paddenstoelen. Er werd soms wel eens wat gevonden wat het benoemen waard was, maar al snel deden de vele naaktslakken van dit jaar zich hieraan te goed. Daardoor trof je meestal alleen maar sterk aangevreten paddenstoelen aan. Het totaal aan soorten was op een hand te tellen. Zo werden er de afgelopen twee weken in genoemde regio slechts een enkele Inktboleet (Boletus pulverulentus, RL; Kwetsbaar) en een paar Smakelijke russula's (Russula vesca) doorgegeven.
Maar met het vorderen van de maand augustus en na een aantal regenachtige dagen komen de paddenstoelen nu eindelijk in toenemend aantal tevoorschijn. Dat mag ook wel want het is warempel al half augustus! In het Heilooërbos werden op een vanouds bekende locatie van deze soort circa honderd enigzins verregende exemplaren van de Hanenkam (Cantharellus cibarius, RL; Kwetsbaar) of Cantharel aangetroffen. Na deze berichtgeving zal er zeker een schare liefhebbers op pad gaan om in hun bekende omgeving te gaan controleren op het voorkomen van Hanenkammen. Deze bezigheid wordt door sommigen al beschouwd als het 'nieuwe kievitseieren zoeken'. Wie vindt de eerste Hanenkam?
Zoeken naar Hanenkammen
Nog niet zo lang geleden werd er door Nederlanders nauwelijks gezocht naar eetbare paddenstoelen, maar dit is tegenwoordig (in toenemende mate) verleden tijd. De Hanenkam staat tegenwoordig bij een breed publiek bekend als een populaire consumptiepaddenstoel die niet alleen in de winkel maar ook in de natuur te vinden is. Door de toenemende interesse worden er onder andere in de duinen nog nauwelijks goed uitgegroeide Hanenkammen gevonden. Alleen zeer vroeg in de morgen heb je de kans de grotere Hanenkammen te zien en tevens om de ware plukkers tegen het lijf te lopen. De plukkers laten de kleinere Hanenkammen staan voor later.
... en Wieltjes
Op verschillende strooiselrijke locaties in duin en bos werden groepjes van het Wieltje (Marasmius rotula) aangetroffen. Het Wieltje heeft een hoedje van vijf tot veertien (soms achttien) millimeter doorsnede en is gemakkelijk van andere wieltjessoorten te onderscheiden vanwege de bleekwitte kleur van de hoedjes zonder een donkerder papil in het midden van de hoed. Ze bezitten een donker gekleurd steeltje dat vanaf de basis naar boven toe lichter is. De wijde plaatjes lopen niet door naar de steel maar naar een zogenaamd collarium. Het collarium is cilindervormig en zit als een naaf van een wiel om het steeltje heen.
De Nederlandse naam 'Wieltje' is niet zomaar uit de lucht gegrepen. Er worden in Nederland nog andere wieltjes met een collarium onderscheiden, maar die zijn kleiner en/of anders gekleurd of worden op een ander substraat gevonden. Zowel de Hanenkam als het Wieltje staan erom bekend dat ze sterk reageren op zomerse regenbuien na een droogteperiode en dan in groter aantal kunnen worden gevonden. Voor mycologen betekenen deze vondsten het aarzelende begin van een hopelijk paddenstoelenrijk seizoen.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Piet Brouwer