Altijd een sensatie om te zien: kolibrievlinder
De VlinderstichtingDe kolibrievlinder is een nachtvlinder, maar wel een die overdag vliegt en actief is. Het is een trekvlinder die jaarlijks in het voorjaar vanuit het zuiden van Europa naar ons land toe komt en zich hier voortplant. De nakomelingen vliegen vooral in augustus en dan is de trefkans het grootst. Waarschijnlijk worden de hier uit de pop gekomen kolibrievlinders nog aangevuld met vlinders uit noordelijker gelegen gebieden. Heel af en toe zijn er meldingen van kolibrievlinders die niet wegtrekken, maar in de winter hier blijven. Ze hebben echter geen winterslaap, dus als het een beetje echt koud wordt hier dan zullen ze het niet overleven. Er zijn echter ook al winters geweest dat het nauwelijks vroor en dan kunnen ze het wel redden. Het gaat echter maar om heel weinig vlinders, deze vallen in het niet bij de duizenden die in april en mei vanuit het zuiden weer ons land bereiken. Augustus en september zijn uitstekende maanden om de kolibrievlinder te zien te krijgen.
Je ziet de kolibrievlinder vrijwel altijd vliegend, want, net als de vogel kolibrie, gaat hij niet op een bloem zitten om eruit te drinken, maar blijft hij ervoor hangen, met snelle vleugelslag. Het hangen is ook maar zeer kort, want hij schiet van bloem naar bloem. Dat constante vliegen kost natuurlijk erg veel energie en daarom zijn ze ook zo veel en lang bezig met het verzamelen van nectar, want dat is letterlijk de brandstof waarmee ze kunnen vliegen. Uiteraard zorgen ze ook voor nageslacht, want dat is hun belangrijkste taak in het leven. Na de paring gaan de vrouwtjes op zoek naar planten waarop ze hun eitjes afzetten. De rupsen leven van diverse walstrosoorten en daarop worden dan ook de eitjes afgezet. Dat gaat om een heel gewone soort als glad walstro. De rupsen zijn te vinden vanaf mei (maar dan zijn ze nog klein) tot in augustus. Nu zijn de rupsen groot en is de trefkans het grootst. De kolibrievlinder hoort bij de pijlstaarten en de overwegend groene rups heeft dan ook het kenmerkende pijltje op het achterste deel.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting