Aziatische hoornaar
29-JUN-2021 - Het aantal nesten van de Aziatische hoornaar is het afgelopen jaar toegenomen. Het opsporen van nesten kan niet slechts meer door enkele experts worden gedaan. Daarom is er voorlichtingsmateriaal ontwikkeld, dat door iedereen met basiskennis van insecten kan worden gebruikt.

Nog altijd betreft het grootste deel van de binnenkomende meldingen andere soorten, met name de Europese hoornaar, maar ook andere soorten zoals de reuzenhoutwesp, de middelste wesp of de stadsreus. Na controle door experts blijkt maar twee procent van de gemelde waarnemingen inderdaad een Aziatische hoornaar te zijn. In 2020 was op 26 locaties inderdaad sprake van een Aziatische hoornaar. Aangenomen wordt dat in ieder geval op 17 locaties een nest aanwezig is geweest. De meeste hiervan zijn opgespoord en vernietigd, maar in zes gevallen is het zomernest niet gevonden.

Omdat uit elk zomernest honderden koninginnen kunnen komen die in de wijde omgeving een plek zoeken om te overwinteren en een nieuwe kolonie te stichten, wordt ook voor dit jaar weer een toename van het aantal nesten verwacht. De Aziatische hoornaar voedt de larven in haar nest met insecten, waaronder ook honingbijen. De soort staat op de Europese Unielijst van invasieve exoten. Lidstaten moeten maatregelen nemen om de verspreiding tegen te gaan. Ondanks alle inspanningen – waaronder ook onderzoek naar betere methoden om de nesten met radar of drones op te sporen – is de Aziatische hoornaar in het afgelopen decennium met gemiddeld zo’n zeventig kilometer per jaar vanuit Zuid-Frankrijk via België naar Nederland verspreid.

Levensloop Aziatische hoornaar

Iedere hoornaar hoort bij een nest dat meestal niet verder dan een kilometer weg is. Tot dusverre werd in Nederland na elke correcte zomerwaarneming van een Aziatische hoornaar onder leiding van enkele experts van EIS Kenniscentrum Insecten een zoekactie op touw gezet om het zomernest te vinden. Dat is ouderwets en arbeidsintensief speurwerk: ter plekke posten op de plaatsen waarvan bekend is dat de insecten daar graag komen, soms dagenlang. En als de insecten daar verschijnen, dan goed bijhouden in welke richting ze vliegen om het nest te kunnen lokaliseren. Door de toename van het aantal nesten zijn die paar mensen echter niet meer voldoende.

Daarom heeft EIS op verzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voorlichtingsmateriaal ontwikkeld, waarmee veel meer mensen zelf de nesten kunnen opsporen. Het materiaal bestaat uit informatiebladen over de herkenning van de Aziatische hoornaar (waaronder een vergelijking met enkele andere grote insecten), een document over hoe een nest op te sporen is, een achtergronddocument over de leefwijze (met onder meer het onderscheid tussen de kleine voorjaarsnesten en de grotere zomernesten) en stappenplannen: wat te doen bij waarnemingen van insecten of nesten?

Met nadruk wordt verzocht om alleen zekere meldingen mét foto door te geven via de kanalen die worden genoemd. Dit om te voorkomen dat te veel inzet wordt gepleegd voor de 98 procent van de waarnemingen die niet correct is. De vermeende identiteit kan ook makkelijk gecontroleerd worden door de foto op waarneming.nl in te voeren (kijk bovenaan in het scherm na uploaden foto) of via de app ObsIdentify.

Beeldherkenning in waarneming.nl

Tekst: Henk Groenewoud, NVWA en Theo Zeegers, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto's: Gilles San Martin (leadfoto: Aziatische hoornaar); Jeroen de Rond; Waarneming.nl