Veel meldingen van de spectaculaire lindepijlstaart
De VlinderstichtingHet is dan ook een opvallende verschijning als je hem ergens vindt. De vlinder is bijna vier centimeter groot en de kleur, vleugelvorm en vleugeltekening onderscheiden deze soort van vrijwel alle andere Nederlandse pijlstaarten. Het mannetje maakt doorgaans een groenige indruk, het vrouwtje is meer oranjeroze getint; kleur en tekening kunnen echter variëren (zie de foto’s). De twee grote donkere olijfgroene of bruine vlekken midden op de voorvleugel zijn soms zo groot dat ze een band vormen; soms zijn ze sterk gereduceerd tot slechts één kleine vlek. De teunisbloempijlstaart, die ook al gezien is dit jaar, is kleiner, meer gedrongen en de achtervleugel is feller gekleurd. De middenband is bij deze soort minder grillig van vorm. De lindepijlstaart is een algemene vlinder, maar zoals bij veel nachtvlinders, worden ze niet zoveel gezien. Ze zijn ’s nachts actief en alleen als je met licht en laken werkt of met een vlinderval, kun je ze dan te zien krijgen. Maar ze rusten overdag op boomstammen, muurtjes en dergelijke en dan kun je ze tegenkomen. Als het een goed jaar is voor de soort, dan neemt de trefkans toe en dat lijkt dit jaar het geval.
De lindepijlstaart vliegt van april tot eind juli, maar zoals veel andere vlinders, was de soort dit jaar later. De eerste waren er al wel in april, maar pas vanaf half mei worden er regelmatig waarnemingen gemeld en de eerste twee weken van juni liep het storm. De lindepijlstaart komt vooral voor in loofbossen, parken en tuinen, dus ook in de stedelijke omgeving. De rupsen leven op linde, maar ook berk, iep, els en zoete kers worden wel als waardplant gebruikt. De rupsen worden soms waargenomen wanneer ze omlaag kruipen langs de stam van de waardplant, zoals bijvoorbeeld van stadslinden; soms worden op het trottoir daaronder platgetrapte exemplaren aangetroffen. De soort overwintert als pop in de grond, meestal in de buurt van de waardplant. Een enkele maal zijn poppen gevonden tussen opgehoopt bladmateriaal in de splitsing van takken en in nestkastjes.
Dit is trouwens ook de tijd voor veel andere pijlstaarten en in bovenstaand overzicht ziet u een aantal veelvoorkomende. Als u ook een pijlstaart tegenkomt, geef de waarneming dan door via Waarneming, Telmee of, als het bij u in de tuin is, via de Jaarrond Tuintelling. Doe er, als het kan, een foto bij, dan is de waarneming goed te valideren. En dat hoeft geen geweldige plaat te zijn, als de vlinder er maar op staat.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaart: NDFF