Kil vlindervoorjaar
De VlinderstichtingDoordat er veel minder geteld is dan in andere jaren, is de vergelijking niet voor honderd procent goed te maken, maar toch zijn er al wel duidelijke verliezers en winnaars aan te wijzen. Uiteraard kunnen we pas betrouwbare uitspraken doen over de trends van vlinders als alle gegevens binnen zijn en zijn geanalyseerd. Uit de voorlopige resultaten blijkt dat de citroenvlinder heel goed heeft gevlogen dit voorjaar. Dat zullen veel mensen kunnen beamen, want op de mooie en zonnige dagen was deze opvallende vlinder een veel geziene gast. Ook de dagpauwoog is veel gezien de afgelopen maanden en ook in de routes blijkt dat deze vlinder meer aanwezig was dan het gemiddelde van de afgelopen 25 jaar. Het oranjetipje doet het al een aantal jaren heel goed. Deze echte voorjaarsvlinder, die maar één generatie heeft en alleen in het voorjaar vliegt, was ook dit jaar veel aanwezig. Door het koele weer is de piek van de vliegtijd wel een flink stuk naar voren gegaan. Ook nu nog, eind mei, zijn ze op veel plaatsen te zien.
Maar er waren meer verliezers, vlinders die we in dit jaar tot nu toe echt veel minder zien dan gebruikelijk. Veel van de zeldzaamheden en bedreigde soorten vliegen pas in de zomer. Daarover is nu natuurlijk nog niets te zeggen. Flink wat van de ‘gewone’ soorten blijkt tot nu toe echter behoorlijk minder aanwezig dan we gewend zijn. Dat geldt zeker voor een aantal soorten die we veel in onze tuin zagen: boomblauwtje, gehakkelde aurelia en bont zandoogje bijvoorbeeld. Al deze soorten zijn in de routes, maar ook in de losse waarnemingen veel minder aanwezig. Ook landkaartje en groentje doen het tot nu toe erg matig. Zelfs het normaal gesproken zo algemene groot koolwitje blijft duidelijk achter. Wat dit betekent voor de trend van de vlinders is nog niet te zeggen. Veel vlinders hadden de voorgaande jaren ernstig last van de verdroging. Deze is nu een stuk minder. Wellicht dat ondanks dat er minder vlinders zijn, ze door een goed voortplantingssucces toch snel weer kunnen opkrabbelen. We zijn blij dat zoveel vrijwilligers toch week in week uit op pad gaan om de routes te tellen. Daardoor kunnen we uitstekend de vinger aan de pols houden en in de gaten houden hoe het met de vlinders gaat. We houden u op de hoogte.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting