Vroege mens speelde geen rol in uitsterven van diersoorten op eilanden
Naturalis Biodiversity CenterWie kent niet het trieste verhaal van de dodo (Raphus cucullatus), de 'walghvogel' van Mauritius? Deze reusachtige duifachtige ging jammerlijk ten onder nadat de Nederlanders daar voet aan wal zetten eind 16de eeuw. Meegekomen varkens, makaken, katten en ratten roofden de nesten leeg, en dat werd de soort rap fataal. De eenvoudig te vangen volwassen vogel zelf werd ook wel gegeten, maar dat speelde lang zo’n grote rol niet als vroeger gedacht.
Falklandwolf
Ook het verhaal van de falklandwolf (Dusicyon australis) liep niet goed af. Deze ‘wolf’, nauw verwant aan de Zuid-Amerikaanse vossen (Cerdocyonina) en niet aan de wolven (Canis), kende geen angst voor mensen. Toen de Engelsen op de onbewoonde Falklandeilanden landden, kwam het dier nieuwsgierig op hen af. Echter, de nieuwkomers wilden daar schapen gaan houden, en interpreteerden dit gedrag als onverschrokkenheid, en daarmee een gevaar voor hun jonge kuddes. Massaal werd de falklandwolf uitgeroeid. Toen Charles Darwin de eilanden in 1833 bezocht, voorspelde hij al dat de soort binnen een paar jaar het lot van de dodo zou delen. In 1876 was het zo ver. Dit zijn maar twee van de vele verhalen. Het was eerder regel dan uitzondering dat vogels en zoogdieren in rap tempo uitstierven na de aankomst van de moderne mens op tot dan toe onbewoonde eilanden.
Vroege mens
Maar hoe zit dat met vroegere mensen? Valt hun aankomst op onbewoonde eilanden ook samen met het uitsterven van vogels en zoogdieren? Kunnen we recente gebeurtenissen zomaar doortrekken naar een ver verleden? Onze soort (Homo sapiens) kwam al minstens vijftigduizend jaar geleden op eilanden voor, en eerdere soorten (waaronder Homo erectus, H. neanderthalensis, H. floresiensis) zelfs al in het Vroeg Pleistoceen (vanaf 2,5 miljoen jaar geleden). Wat was hun impact?
Een internationaal team van onderzoekers, ieder gespecialiseerd in een bepaald eiland of eilandengroep, kwam hiertoe samen. In totaal onderzochten zij 37 eilanden wereldwijd en ruim 130 endemische soorten, soorten die op een enkel eiland of eilandengroep voorkomen.
Uitkomst van het onderzoek
De aankomst van mensen uit de Oude Steentijd blijkt geen of slechts minimale impact gehad te hebben op de lokale biodiversiteit. Het uitsterven van zoogdier- en vogelsoorten gedurende het Pleistoceen is grotendeels onafhankelijk van de mens. Pas in het Holoceen, dus de afgelopen elfduizend jaar, begint het beeld van een destructieve mensheid te ontstaan, en dan vooral de afgelopen eeuwen. Dat is ook niet zo heel vreemd: immers, gedurende de Oude Steentijd leefde de mens in relatief kleine groepen. Bovendien waren zij nog jager-verzamelaars, en geen landbouwers die bos omzetten in akkers. Verder aten de meeste eilandbewoners vooral vis en schaaldieren. Er stierven wel eens soorten uit, maar het is waarschijnlijker dat dat kwam door zaken als klimaatveranderingen, vulkanisme, de aankomst van soorten vanaf het vasteland, ziektes, of simpelweg pech.
Dwergnijlpaard
Een handjevol soorten kan mogelijkerwijs door de mens uitgeroeid zijn. Cyprus en Kume (Japan) lijken een uitzondering te vormen. De aankomst van mensen op Cyprus zo’n twaalfduizend jaar geleden valt samen met het verdwijnen van een dwergnijlpaard, een dwergolifant en een genet (katachtige). Op Kume verdwijnt het plaatselijke dwerghert als de mens daar rond 28 duizend jaar geleden arriveert.
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences.
Meer informatie
Louys J. et al. 2021. No evidence for widespread island extinctions after Pleistocene hominin arrival. Proceedings of the National Academy of Sciences of the USA 118.
MacPhee R.D.E. 2018. End of the Megafauna: The Fate of the World's Hugest, Fiercest, and Strangest Animals.
Kouvari M., van der Geer A.A.E. 2018. Biogeography of extinction: the demise of insular mammals from the Late Pleistocene till today.
Tekst: Alexandra van der Geer, Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Julien Louys; Naturalis Biodiversity Center; George Lyras