De onbeantwoorde roep van de o‘o
Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED)Sinds de komst van de mens is het aantal zoogdieren met 85 procent afgenomen. Hoe heeft het zover kunnen komen? In samenwerking met IBED (het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica van de UvA) stelde het Allard Pierson een tentoonstelling samen over de verhouding van de West-Europese mens tot de natuur.
De mens buiten de natuur
Waarom plaatst de West-Europeaan zichzelf al eeuwenlang buiten de natuur? In de tentoonstelling wordt duidelijk hoe de natuur vanaf de zestiende eeuw door West-Europeanen werd verkend, onderzocht en verbeeld. Leergierigheid en bewondering gingen hand in hand met bejaging, uitputting en vernietiging van leefomgeving, tot op de dag van vandaag.
Schat aan beroemde natuurhistorische tekeningen, boeken en prenten
De tentoonstelling is gebaseerd op de natuurhistorische collecties van het Allard Pierson. Beroemde tekeningen, boeken en prenten uit de rijke Allard Pierson Artis Bibliotheek zijn aangevuld met stukken uit andere musea en archieven. Bezoekers maken kennis met natuuronderzoekers als Conrad Gessner (1516-1565), die alles wat er ooit over dieren was geschreven, probeerde te verzamelen in zijn prachtig geïllustreerde Historiae animalium. Maria Sibylla Merian (1647-1717) was opgeleid als schilder en bestudeerde al op jonge leeftijd de metamorfose van rups naar vlinder. De tentoonstelling bevat aquarellen van haar hand.
Verweven ecosystemen
Natuurlijk ontbreken de wetenschappers Carolus Linnaeus (1707-1778), Georges Cuvier (1769-1832) en Charles Darwin niet (1809-1882). Allemaal kwamen ze tot baanbrekende inzichten die uiteindelijk leidden tot de conclusie dat er een grote verwevenheid bestaat binnen ecosystemen. Helaas heeft dat besef niet kunnen voorkomen dat al zoveel dier- en plantsoorten zijn verdwenen. De meeste kunnen we alleen nog op papier bewonderen. Enkele zijn geconserveerd of opgezet, zoals bijvoorbeeld in deze tentoonstelling de kauai o'o en de quagga uit de collectie van Naturalis.
Hedendaags wetenschappelijk onderzoek
Het Allard Pierson laat ook resultaten zien van hedendaags wetenschappelijk onderzoek naar diersoorten en ecosystemen. Zoals koolmezen die in de stad anders zingen dan de koolmezen op het platteland en elkaar daardoor niet meer herkennen als soortgenoot. Een animatie die laat zien dat wanneer zeeotters afnemen, ook waterplanten grotendeels verdwijnen. Of de lezing van Kenneth Rijsdijk over het uitsterven van de dodo en andere soorten op het eiland Mauritius. Gert Polet die vertelt over veldonderzoek op de Noordpool en herintroductie van wilde tijgers in Kazachstan. Bioloog Auke-Florian Hiemstra laat kinderen zien hoe fascinerend natuur in de stad is.
Hoop en inspiratie
De tentoonstelling eindigt met een sprankje hoop. Inspiratie voor wat je zelf kunt doen om beter voor de natuur te zorgen. Het Klimaatmuseum presenteert zes verhalen van pioniers die ieder op hun eigen manier proberen het tij te keren. Het Wereld Natuur Fonds toont beelden van een aantal wereldwijde hoopgevende projecten. Ook ARISE is een hoopgevend project van Naturalis Biodiversity Center samen met het Westerdijk Instituut, Universiteit van Amsterdam en universiteit Twente om alle (meercellige) Nederlandse soorten te herkennen en in kaart brengen. Hiermee kan uiteindelijk de biodiversiteit beter gemonitord en hersteld worden.
Aandacht voor natuur en klimaat met lezingen, debatten en kinderactiviteiten
Rondom de tentoonstelling komen diverse wetenschappers en activisten aan het woord in lezingen, debatten, filmvertoningen en kinderactiviteiten. Een speciaal educatieprogramma voor basis- en middelbaar onderwijs leert kinderen spelenderwijs en op een creatieve manier over het belang van (stads)natuur. Want ook nu worden tienduizenden soorten wereldwijd door menselijk handelen met uitsterven bedreigd.
Tekst: Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica
Foto: Victor Wennekes
Tekeningen: Maria Sibylla Merian (leadfoto: brilkaaiman met slang), Over de voortteeling en wonderbaerlyke veranderingen der Surinaemsche insecten, Amsterdam: Johannes Oosterwyk, 1719; Scott B. Wilson, Birds of the Hawaiian Islands, pl. 40, London: R.H. Porter, 1899; John Gould, Birds of Great Britain, vol 5, pl, 46, London: Taylor & Francis, 1873