Een voorjaarsdip voor nachtvlinders
De VlinderstichtingIn het vroege voorjaar zijn er nog niet veel nachtvlindersoorten actief. Toch kan je in maart al hoge aantallen van vooral vroege voorjaarssoorten in je val aantreffen. Voorbeelden van vroegere soorten die in leuke aantallen op licht gevangen kunnen worden, zijn de kleine- en de grote voorjaarsspanner. Van de kleine voorjaarsspanner ligt de vliegpiek al in februari, en die van de grote in maart. Wat later in maart volgen ook de voorjaarsuilen. De tweestreepvoorjaarsuil kan al redelijk algemeen zijn, maar de kleine voorjaarsuil spant de kroon. Deze soort heeft eens in de paar jaar een echte piek waarbij er soms honderden exemplaren per val worden gevangen. Het laatste jaar met zo’n piek was in 2012, maar ook dit jaar was de soort algemeen. Zo ving een student dit voorjaar maar liefst 378 kleine voorjaarsuilen in één val, en dit met een relatief zwakke ledlamp. Deze aantallen worden echter zeker niet door iedereen gevangen. De vroege voorjaarssoorten leven namelijk voornamelijk van loofbomen, en dan vooral van eiken, deze dienen dus in de directe omgeving van de val te staan.
Ondertussen raken de voorjaarsvlinders aan het einde van hun vliegtijd en komen langzaam de andere soorten op gang. Enkele soorten die nu beginnen met vliegen zijn bijvoorbeeld dennenuil, eikentandvlinder, bruine wapendrager en hazelaaruil. Dit zijn soorten die meestal in lagere aantallen voorkomen dan de vroege voorjaarsvlinders. Daarnaast is momenteel nog steeds het soortenspectrum niet heel breed, wat ervoor zorgt dat we momenteel in een dipje zitten qua aantal exemplaren dat aan te treffen is. Dit dipje werd dit jaar nog eens wat eerder ingezet vanwege de relatief koude weken halverwege april. Is het een deel van de nacht boven de vijf graden? Probeer dan vooral om deze soorten waar te nemen, want er zitten prachtige nachtvlinders tussen.
Tekst: Jurriën van Deijk en Jan Borst, De Vlinderstichting
Foto’s: Jurriën van Deijk; Rik Wever