Vlinders zijn vaak op bloemen te vinden. Maar dat is niet de enige plek of voedselbron waarop je ze kan aantreffen. Veel vlinders kunnen met hun roltong vocht tot zich nemen. Die roltong is nog het meest te vergelijken met een rietje: een lang holle buis waarmee vlinders kunnen drinken. En weer onder hun kop kunnen oprollen zodat hij niet in de weg zit bij het vliegen.
Nippen en likken
Een aantal soorten wordt vaak gezien op kadavers van dode dieren. Onlangs nog werden verschillende vlinders aangetroffen op dode wisenten in natuurgebied De Maashorst. Kadavers die in het gebied worden opgenomen in de natuurlijke kringloop van leven en dood. Daarin zitten mineralen (als natrium en kalium) en aminozuren die vlinders als brandstof gebruiken of nodig hebben. Het verschilt natuurlijk per vlinder, maar bijvoorbeeld ook ‘gistend’ fruit, sapstromen uit de wonden van ‘bloedende’ bomen en mest van paarden en runderen, worden op die manier gebruikt als voedsel. Ze nippen dan aan het sap van overrijpe vruchten of likken vocht van de grond. Hoewel rijk in suikers, bevat nectar niet altijd de essentiële voedingsstoffen die voor sommige vlinders belangrijk zijn om zich voort te kunnen planten. Vooral mannetjesvlinders zijn daarom soms op vochtige bodems te vinden, op zoek naar en nippend van mineralen. De extra mineralen worden tijdens de paring doorgegeven aan vrouwtjesvlinders en verbeteren de overlevingskansen van de vlindereieren en daarmee de kansen van nieuwe generaties.
Meer algemene soorten als atalanta en gehakkelde aurelia staan bekend om het op die manier opnemen van voedingsstoffen, maar ook zeldzamere soorten als kleine ijsvogelvinder en grote weerschijnvlinder zijn ervan afhankelijk. Verder is het drinken van zweet (natrium!) niet ongebruikelijk voor vlinders. Dat is dan ook de reden dat ze tijdens hete zomerdagen wel eens op je hand of schouder landen. Allemaal tijdens de zoektocht naar mineralen die de vlinders nodig hebben.
Op eigen vleugels
Er zijn soorten die als volwassen vlinder nauwelijks nectar of voedsel tot zich nemen. Soms hebben ze als rups al zoveel gegeten dat ze tijdens hun (meestal korte) vlinderleven geen voedsel meer nodig hebben. Maar er zijn dus ook vlindersoorten die om specifieke voedselbronnen vragen die langdurig aanwezig moeten zijn. Soms als aanvullende brandstof, soms zelfs als onmisbare voedselbron. Daarvoor is het van levensbelang dat natuurlijke processen, zoals het laten liggen van kadavers en de aanwezigheid van mest, (gistend) fruit en bloedende bomen, meer ruimte in de natuur krijgen. Hierdoor kunnen soorten zich handhaven of weer opnieuw vestigen, omdat er dan voldoende vocht, mineralen en aminozuren in de natuur aanwezig zijn voor vlinders om op te nemen.
Wild van Vlinders
ARK Natuurontwikkeling en De Vlinderstichting werken aan het herstel van dagvlinders in een natuurlijker landschap, samen met eigenaren en beheerders van (natuur)gebieden. Dat doen we met steun van de provincie Noord-Brabant. Onder de noemer van ‘Wild van Vlinders’ worden concrete maatregelen uitgevoerd zoals herstel van natuurlijke bosranden en kruidenrijke graslanden, realisatie van verbindingen tussen leefgebieden, terugbrengen van natuurlijk waterpeil, meer vruchtdragende bomen en struiken en vlindervriendelijk beheer in terreinen met (grote) grazers. Bijkomend voordeel is ook dat de eisen die dagvlinders aan hun omgeving stellen, overeenkomen met die van nachtvlinders, wilde bijen en andere insecten. In het kielzog van dagvlinders liften dus veel meer soorten mee.
Mocht je dit voorjaar nou zelf ook willen helpen, laat dan je tuin wat rommeliger en natuurlijker door bijvoorbeeld wat rottend fruit achter te laten, of plof gewoon eens wat langer bezweet neer in de stoel op het terras, na afloop van je hardloopronde.
Meer informatie
Tekst: ARK Natuurontwikkeling en De Vlinderstichting
Foto's: Jeroen Helmer, Karsten Reiniers, Leo Linnartz, Bart Beekers, ARK Natuurontwikkeling (leadfoto: atalanta op paardenpoep); Arjen Boerman, FREE Nature; Kars Veling, De Vlinderstichting; Twan Teunissen