De 'Blonde bekerzwam', een nieuwe soort voor Nederland op de stadswal van Steenwijk
Nederlandse Mycologische VerenigingIn ons land komen een kleine vijftig verschillende bekerzwammen voor, in kleur variërend van bleek kleikleurig tot donker paarsbruin. De vondst van spierwitte exemplaren was dus uitzonderlijk en leek daarom makkelijk op naam te brengen. Dat viel tegen. De tabellen die ik raadpleegde, leidden niet tot een bevredigende determinatie, ondanks de typische sporen die er dankzij hun afwijkende ornamentatie ook al apart uitzagen.
Nou komt het in de paddenstoelenwereld wel vaker voor dat je iets vindt waar geen naam op te plakken is. Maar meestal gaat het dan om één zielig, door de nachtvorst aangetast exemplaar, niet om een stel bekerzwammen die er kakelvers uitzagen.
Daarom stuurde ik een paar exemplaren, verpakt in mos, naar specialist Henk Huijser. Die wist er aanvankelijk ook geen raad mee, tot hij zich 's avonds laat opeens herinnerde ooit een beschrijving van zo'n bleke bekerzwam te hebben gezien. De volgende dag kwam hij met een naam: Peziza pudicella. Dit is een soort die oorspronkelijk lang geleden in de Franse Alpen is gevonden, met meer recent een paar vondsten in Midden-Frankrijk. Hij lijkt overal in Europa zeer zeldzaam te zijn.
Als Nederlandse naam wordt 'Blonde bekerzwam' voorgesteld. 'Witte bekerzwam' zou op zich ook een passende naam voor deze nieuwe soort zijn geweest, ware het niet dat de spierwitte vruchtlichamen na verloop van tijd eerst beige verkleuren en daarna steeds bruiner worden. Soms sluipt er in het wit ook eerst iets roze in. Vandaar het voorstel om deze soort 'Blonde bekerzwam' te noemen; blond is toch een stuk minder bleek dan wit.
In Steenwijk groeide deze paddenstoel eind november en begin december op het zogenaamde Kleirondeel. Dat is een stuk van de vestingwal die op bevel van prins Maurits tijdens de Tachtigjarige Oorlog van een kleilaag is voorzien. Deze klei moest deze wal weerbaarder maken tegen aanvallen van de Spanjaarden, die met vuurkogels schoten om stadswallen gemaakt van zand en veen in vlammen te doen opgaan.
Op een kleibodem kunnen we soms interessante paddenstoelen verwachten. Een paar jaar terug groeide op dit kleirondeel al eens de Violetbruine gordijnzwam, in ons land een zeldzame soort van klei- of leembodems.
Hoewel de eerste vondst van de 'Blonde bekerzwam' werd gedaan in de Alpen, is het misschien wat overdreven om hem een alpensoort te noemen. Wel bleek dat deze bekerzwam verrassend goed tegen temperaturen onder nul bestand is. Begin december was er al twee keer nachtvorst geweest, maar de witte bekers leken zich daar niets van aan te trekken.
Tekst en foto's: Rob Chrispijn, Nederlandse Mycologische Vereniging (leadfoto: Peziza pudicella)