Hoor, de wind waait door de windturbines
Atlas LeefomgevingAls witte poortwachters staan ze in ons polderlandschap, vaak van een kilometer afstand al te zien. Windmolens. We hebben ze nodig omdat ze schone en duurzame energie leveren. Bij de energieproductie komen namelijk geen schadelijke stoffen zoals CO2 of fijnstof vrij. Bovendien raakt windenergie nooit op. Een windturbine produceert ongeveer tot tachtig keer zoveel energie als nodig is om er één te bouwen en te onderhouden. Wel zijn ze afhankelijk van de wind. De energieopwekking is niet overal even groot, omdat het niet overal even hard waait.
Maar mensen die in de buurt van windturbines wonen, ervaren soms overlast van de windturbines. Vooral van de grotere windturbines. Klachten komen over geluidsoverlast, slagschaduw, lichthinder en veiligheid.
Windturbines door de jaren heen
Volgens het Compendium van de Leefomgeving (CLIO) steeg het aantal windturbines op land en binnenwateren. Waren er in 1990 nog 323, in 2019 lag dit aantal op 2031. De groei op land vlakt de laatste jaren af. Het aantal windturbines dat gebouwd wordt is ongeveer even groot als het aantal oude turbines dat wordt gesloopt. In de periode 2006 tot 2016 zijn er vijf parken op zee gebouwd met in totaal 289 windturbines. Er zijn plannen voor uitbreiding van de bestaande parken en de bouw van nieuwe parken op de Noordzee.
Steeds hoger
Hoge bomen vangen veel wind en dat geldt ook voor windmolens. Volgens het CLIO worden onze windmolens steeds hoger. Hadden de windturbines uit de jaren tachtig en negentig nog een ashoogte van 25 tot 30 meter, de nieuwste generatie windturbines is een factor zeven keer hoger. In 2019 stonden er 296 turbines met een ashoogte van 100 tot 150 meter. De gemiddelde hoogte van turbines op land en op zee bedroeg in 2019 circa 100 meter.
Nieuwe kaart windturbines op Atlas Leefomgeving
In Atlas Leefomgeving vind je de nieuwe kaart Windturbines. Deze laat zien waar windturbines in Nederland staan en hoe hoog deze zijn. De Nationale Energie Atlas maakte deze kaart en gebruikte hiervoor gegevens van het RIVM, Rijkswaterstaat en Windstats.nl. In de Nationale Energie Atlas staat dezelfde kaart met windturbines, maar dan niet met de hoogte van de turbines, maar het vermogen. Op de kaart zie je dat de meeste windmolens in de kustprovincies staan. Dat is niet zo verwonderlijk. Leggen we de kaart Windturbines naast de kaart Windsnelheden op 100 meter hoogte in de Atlas Natuurlijk Kapitaal, snap je direct waarom. In deze gebieden vind je namelijk ook de hoogste windsnelheden.
Landschap ook bepalende rol
Maar niet alleen de wind speelt een rol bij de plaatsing van windmolens. Ook de inpasbaarheid in het landschap is van belang. Zo is er in Flevoland veel open ruimte. Dankzij de open ruimte en goede ligging leverden windmolens het hele jaar stroom en extra inkomsten op. Boeren moeten elk jaar maar afwachten wat de oogsten zouden opleveren. Vooral in de jaren negentig plaatsten boeren in Flevoland veel windmolens. Nu voert de provincie een beleid van ‘meer met minder’, want al die willekeurige geplaatste windmolens maken het landschap rommelig. Daarnaast zien we een cluster van relatief minder hoge windturbines (lager dan 50 meter) in de provincie Friesland. Ook in de provincie Noord-Holland staat een cluster windmolens. Hier opende het bedrijf Vattenfall onlangs het grootste windpark van Nederland op land.
De rode vlek links aan de kust van Zeeland is het windpark Borssele, het grootste windpark van Nederland op zee met windmolens van 110 tot 150 meter hoog. Het bestaat uit vijf deelparken (Borssele I t/m V), die allemaal op de kaart staan. Echter, alleen deelparken I en II zijn al operationeel. De andere windparken op zee zijn eerder gebouwd en daar zijn de windmolens lager.
Doel nog niet bereikt
Wat leveren al die windmolens nu aan energie op? Het Rijk wilde dat provincies elk een aandeel moesten verzorgen om in 2020 een totaal van 6.000 megawatt aan windenergie te realiseren. Zo ver zijn de provincies nog lang niet. Alleen Flevoland en Zeeland komen enigszins dichtbij. Het totale vermogen op land bedraagt eind 2020 ongeveer 4000 megawatt. Dit is inclusief de nieuwe turbines in de Wieringermeer van totaal zo’n 360 megawatt. Door de windturbines in Borssele I en II (zo’n 752 megawatt) nam de capaciteit op zee eind 2020 toe naar zo’n 1700 megawatt. Als ook Borssele III, IV en V klaar zijn, neemt dit toe naar zo’n 2500 megawatt. Hoewel de capaciteit op zee lager is dan op land, produceren de windmolens op zee wel meer elektriciteit per eenheid vermogen dan de windmolens op land. Dit komt omdat het op zee harder waait. Er zijn immers minder obstakels die de wind tegenhouden.
Landschapsbeleving
“Denkend aan Holland zie ik steeds windturbines landschap verpestend alom staan.” Zo zette journalist Johan Th. Bos het bekende gedicht van H. Marsman naar zijn hand. Uit onderzoek blijkt dat mensen landschappen met windturbines een derde lager beoordelen dan landschappen zonder windturbines. Dit effect neemt af naarmate de afstand tot de windturbine groter wordt. Op 2,5 kilometer is de afname van de waardering van het landschap een kwart. Het effect van de hoogte van windturbines is kleiner. Mensen waarderen een landschap met windturbines van 120 meter hoog een tiende lager dan een landschap met windturbines van 80 meter hoog. De onderzoekers verwachten dat windmolens minder invloed op de waardering van het landschap hebben in agrarische gebieden of in havengebieden of industrieterreinen.
Gevolgen voor leven boven de grond en onder en boven het water
Maar niet alleen voor de landschapsbeleving heeft de plaatsing van windmolens gevolgen. Ook voor mens en dier. Zo blijkt dat uit een recente studie dat de gevolgen van aanvaringen met windturbines voor vogelpopulaties groter dan verwacht zijn en niet verwaarloosbaar. Dit geldt zeker voor soorten die het in Nederland moeilijk hebben. Zoals de bruine kiekendief, visdief en spreeuw. Ook kunnen windturbines veel slachtoffers veroorzaken onder vleermuizen.
De windparken op zee hebben ook gevolgen voor het leven onder en boven water. Zo kunnen vogels en vleermuizen tegen de wieken van windmolens aanvliegen en geeft de aanleg van de windmolenparken veel geluidsoverlast. Dit kan leiden tot gehoorschade en verstoring van de dieren. Maar windparken op zee zijn niet alleen maar slecht. Zo gebruiken aalscholvers de fundering van windturbines om uit te rusten na het jagen. Windturbines zorgden zo voor de uitbreiding van het leefgebied van deze zeevogels. Ook zijn in een werkend windmolenpark minder verstorende activiteiten, zoals recreatiebootjes en visserij. Dit betekent meer voedsel, schuilplaatsen en veiligheid voor waterdieren.
De nadelige gevolgen van het plaatsen van windturbines op land en zee voor dieren kunnen beperkt worden. Zo houden zowel kiekendieven als ontwikkelaars van windturbines van open ruimtes. Door naar het vlieggedrag en broedgebied van de kiekendief te kijken, kunnen windparken buiten het broedgebied van de kiekendief geplaatst worden. Wageningen University onderzoekt het vlieggedrag en habitatgebruik van vleermuizen om zo te zorgen dat er minder slachtoffers onder de vleermuizenpopulatie vallen. Het project De Rijke Noordzee en windparkconsortium Blauwwind testen met het uitzetten van oesterbanken rondom windturbines in Borssele III en IV om zo meer zeeleven aan te trekken. Zo zouden toekomstige windparken op zee als de kraamkamers voor onderwaternatuur kunnen dienen.
Hoe ervaren omwonenden windturbines?
Ook op ons mensen hebben windmolens effect. Zo ervaren mensen het geluid van draaiende windturbines vaak als ‘zoevend’ of ‘zwevend’. Als het geluid voor lange tijd hard is, ervaren mensen dit geluid als vervelend. Geluidhinder kan leiden tot slaapverstoring en stress, met allerlei gezondheidsproblemen tot gevolg.
Ook kan de slagschaduw (de schaduw van de ronddraaiende wieken) zorgen voor afwisseling van licht en donker en zo voor overlast zorgen. De slagschaduw reikt het verst als de zon laag staat. Dat is ’s winters, ‘ ochtends en ’s avonds. Een omwoner vergelijkt het in de Gelderlander met een lichtschakelaar die om de twee seconden op aan of uit wordt gezet. Beheerders van windturbines zouden dit op kunnen lossen door de windturbine stil te zetten als de zon laag staat. Daarnaast geven sommige mensen aan last te hebben van het continue branden van de waarschuwingslichten van windturbines.
Zorgen om windturbines
Vaak leidt de plaatsing van windturbines tot protesten van omwonenden. Leuk die schone energie, maar niet in mijn achtertuin. Diverse actiegroepen zijn actief en uiten hun zorgen op sociale mediakanalen. Een van de belangrijkste argumenten is dat windmolenparken de gezondheid zouden bedreigen. Het geluid zou tot slaapstoornissen leiden en daardoor de gezondheid negatief beïnvloeden en tot ernstigere gezondheidsaandoeningen kunnen leiden. Ook op onze Facebook-pagina uiten onze lezers regelmatig hun zorgen.
Uit een recente literatuurstudie van het RIVM blijkt, niet zo vreemd overigens, dat hoe sterker het geluid is, hoe groter de ervaren last. De onderzoekers vonden geen bewijs dat het ‘laagfrequent geluid’ (de lage tonen van windturbines) voor extra hinder zorgt in vergelijking met gewoon geluid. Voor andere gezondheidseffecten van het geluid van windturbines, zoals slaapverstoring, slapeloosheid en hart- en vaatziekten, zijn de resultaten van wetenschappelijk onderzoek volgens het RIVM niet eenduidig. De effecten hangen niet duidelijk samen met het geluidsniveau, wel met de ervaren hinder.
Dat wordt ook in de factcheck van De Correspondent bevestigd. Volgens de Correspondent is wat mensen vinden van windmolens bepalend voor de mate van overlast die ze ervaren. De gezondheidsklachten van mensen bestaan wel degelijk. Maar de zwaarte van de klachten lijkt bepaald te worden door hoe mensen tegen windturbines aankijken.
Betrekken omwonenden belangrijk
Volgens de Correspondent helpt het om constructies te bedenken waardoor bewoners zich meer met de windmolens verbonden voelen. Bijvoorbeeld door gedeeld eigenaarschap of het delen van financiële baten. Ook de RIVM-onderzoekers zien wel een duidelijke relatie tussen hinder en het betrekken van omwonenden. De onderzoekers bevelen aan om zorgen van mensen serieus te nemen en omwonenden te betrekken bij het plaatsen van windmolens.
Wind moet weer voor iedereen gaan waaien
Een gecompliceerde relatie dus, die tussen leefomgeving en windmolens. Ze lijken niet met en niet zonder elkaar te kunnen. Maar net zoals voor elke gezonde relatie geldt dat met wat aanpassingen aan beide kanten je vaak toch verder komt. De wind moet weer voor iedereen waaien. Dat kan alleen als mens en dier ook mee kunnen profiteren en bepalen. Het is immers hun leefomgeving!
Meer informatie
- Factsheet Windmolens veroorzaken schade bij omwonenden (Correspondent, 2016).
- Overzicht van literatuur over gezondheidseffecten geluid windturbines (RIVM, 2020).
- Windturbines op land en op zee (Compendium voor de Leefomgeving).
- Eyesores in sight: Quantifying the impact of man-made elements on the scenic beauty of Dutch landscapes (Landscapes and urban planning, 2012).
Tekst: Jeannine Brand, Atlas Leefomgeving
Foto's: Kars Veling; Erik Korsten; Hans Dekker, Saxifraga; Jasja Dekker
Grafieken: Compendium voor de Leefomgeving, CBS
Kaarten: Atlas Leefomgeving