Nazomer Vleermuistuintelling: weinig tellers en minder vleermuizen
ZoogdierverenigingHet slechte weer had in eerste plaats invloed op de tuintellers. Door de lage temperaturen en op veel plaatsen ook regen was het nou eenmaal geen pretje om in de schemering nog een uur buiten te gaan zitten. Daarnaast had het weer ook invloed op de activiteit van de vleermuizen zelf. Werd bij de voorjaarsvleermuistuintelling per tuin nog gemiddeld 5,07 keer een waarneming van een vleermuis gedaan, afgelopen weekend ging het slechts om 2,73 keer zo'n waarneming (tabel 1).
Daarentegen nam in de tuinen waar wel werd geteld de kans op het zien van meer dan één soort vleermuis wel iets toe ten opzichte van het voorjaar. Het percentage tuinen waar één soort vleermuis werd gezien (meestal dwergvleermuizen) bleef gelijk op 77 procent. Het aantal tuinen waarin naast deze dwergvleermuizen ook nog één tot drie andere soorten werd gezien, steeg van 12 procent naar 15 procent. Het aantal tuinen waarin helemaal geen vleermuis werd gezien daalde van 11 procent in het voorjaar naar 8 procent in het afgelopen weekend.
Herkenning van de soorten
Omdat het alleen op zicht herkennen van de Nederlandse vleermuizen best lastig kan zijn, gebruiken de meeste deelnemers de Zoekkaart voor de meest voorkomende vleermuizen van de Zoogdiervereniging als hulpmiddel. Het aantal deelnemers dat ook een vleermuisdetector gebruikte, was lager dan bij de eerdere tuintellingen, maar het leverde toch waarnemingen op van een grootoorvleermuis, een watervleermuis en een meervleermuis. Een bijzondere ingezonden waarneming was een zichtwaarneming van een baardvleermuis achter de gevelbetimmering van een huis in Drenthe. Niet alleen zijn zichtwaarnemingen van baardvleermuizen in de zomer zeldzaam, het is in Drenthe ook nog eens de meest bedreigde vleermuissoort.
Tabel 1 geeft de Top 5 van het gemiddeld aantal waarnemingen van een soort in een tuin. Omdat het verschil tussen sommige soorten in de schemering best moeilijk te zien is, hebben we 'dwergvleermuis onbekend' en gewone en ruige dwergvleermuis samengenomen in 'dwergvleermuizen' en nemen we laatvlieger en rosse vleermuis ook samen. Wanneer een tuinteller niet zeker was over de soort, kon die worden ingevoerd als 'vleermuis onbekend'.
Dwergvleermuis blijft nummer 1
Ten opzichte van de voorjaarsvleermuistuintelling blijft de Top 5 hetzelfde. Dwergvleermuizen zijn op plek 1 de meest geziene soorten, op flinke afstand gevolgd door de mysterieuze 'vleermuis onbekend' en de laatvlieger en de rosse vleermuis. Watervleermuis, meervleermuis en grootoorvleermuizen worden pas laat in de schemering actief en zijn daardoor niet makkelijk te zien. Daarnaast hebben lang niet alle tuinen een voor watervleermuizen of meervleermuis geschikte vijver en liggen niet alle tuinen aan het water. De waargenomen baardvleermuis is een unieke waarneming en nieuw in de top vijf. Best kans dat deze zichtwaarneming ook een blijvertje in de tuintelling wordt, want vleermuizen zijn doorgaans erg trouw aan hun verblijfplaatsen.
Wat zijn dat eigenlijk voor een vleermuizen?
Dwergvleermuizen
In Nederland komen drie soorten dwergvleermuizen voor, die in vlieg- en jachtgedrag erg op elkaar lijken. Het zijn kleine vleermuizen, met ingevouwen vleugels ongeveer formaat luciferdoosje. De gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis zijn behoorlijk algemeen. Van de veel zeldzamere kleine dwergvleermuis werd deze maand pas de eerste kraamverblijfplaats in Nederland ontdekt. Dwergvleermuizen wonen voornamelijk in spleten en kieren in gebouwen, al vinden ruige dwergvleermuizen het ook best prettig in een holte of scheur in een boom. Ze jagen alle drie in bossen, parken en tuinen op vooral kleine insecten. Echte muggenvreters, want één zo’n vleermuis eet per nacht al snel zo’n duizend insecten.
Laatvlieger & rosse vleermuis
Laatvliegers en rosse vleermuizen behoren tot de grootste vleermuizen van Nederland: ze zijn ongeveer anderhalf tot twee keer zo groot als een dwergvleermuis. De laatvlieger is ook redelijk algemeen, maar wordt toch veel minder waargenomen dan de gewone dwergvleermuis. Het is ook een gebouwenbewoner, die we vooral in de oudere stadsranden en dorpen tegenkomen. Laatvliegers jagen graag boven open plekken en lanen in bossen, parken en natuurlijk ingerichte grasvelden en weilandjes. Daar jagen ze vooral op vliegende grote insecten, zoals bijvoorbeeld meikevers en mestkevers, langpootmuggen en nachtvlinders.
Hoewel pas recent ontdekt is dat hij soms ook wel in gebouwen verblijft, is de rosse vleermuis voornamelijk een bewoner van holten in vooral oudere bomen. Hij is redelijk algemeen in de omgeving van parken en bossen waar veel oude (laan-)bomen staan. De rosse vleermuis is net als de laatvlieger gek op kevers, langpootmuggen en nachtvlinders. Samen zijn ze belangrijke bondgenoten in het beperken van de schade die de larven van bijvoorbeeld meikevers en langpootmuggen aan grasvelden kunnen aanrichten.
Grootoorvleermuis
Nederland kent twee soorten grootoorvleermuizen. Vrijwel overal in het land komt de in boomholten en gebouwen wonende gewone grootoorvleermuis voor. De grijze grootoorvleermuis is een zeldzame typische zolderbewoner die in Nederland alleen in Limburg, Noord-Brabant en Zeeuws-Vlaanderen voorkomt. Grootoren danken hun naam aan hun enorme oren, die bijna net zo lang zijn als de rest van hun lijf. Met een zachte fluistersonar jaagt hij vooral op nachtvlinders en neemt deze na een vangst mee naar een rustig hangplekje om op te eten. Grootoorvleermuizen spelen samen met veel zangvogels een rol in de biologische bestrijding van voor gewassen schadelijke rupsen.
Watervleermuis & meervleermuis
Waar dwergvleermuizen vooral rondvliegende muggen opeten, pakken watervleermuizen en meervleermuizen muggen aan bij de bron. Deze vleermuizen jagen het liefst vlak boven het water van een vijver, meer of kanaal en zijn in staat om met hun voeten de in het wateroppervlak aanwezige muggenlarven uit het water te 'harken'. Ze vangen de muggen dus al voordat deze de kans krijgen te gaan vliegen. Watervleermuizen zijn voornamelijk bewoners van holten in bomen, maar zoeken voor de winterslaap vooral bunkers, forten, ijskelders en mergelgroeven op. Meervleermuizen doen dat in de winter ook, maar zijn in de zomer uitgesproken bewoners van gebouwen. De meervleermuis is ook echt een Nederlandse vleermuis: hij houdt erg van ons waterrijke polderlandschap. Vrijwel de gehele Europese populatie meervleermuizen woont in Nederland!
Meer informatie over deze vleermuizen vind je ook bij de Zoogdiervereniging.
Mijn Vogeltuin biedt tuintips...ook voor vleermuizen!
Ben je door deze tuintelling enthousiast geworden over vleermuizen en wil je ze vaker zien? Kijk dan op 'Mijn Vogeltuin' voor tips voor een vleermuisvriendelijke tuin! Vleermuizen zijn natuurlijk zoogdieren, maar met de juiste plantenkeuze en een speciale vleermuiskast kan een vogelvriendelijk balkon of tuin ook geschikt worden voor vleermuizen. De Zoogdiervereniging geeft daarom samen met Vogelbescherming tips en informatie over de vleermuizen die in jouw omgeving voorkomen. Lijkt je dat wat? Ga dan naar Mijn Vogeltuin en meld je aan! Je krijgt dan iedere maand nieuwe tips voor je vleermuistuin.
Een andere manier om meer te weten te komen over de vleermuizen in jouw omgeving is de Nature Today Go App. Op basis van je locatie geeft deze app informatie over planten en dieren die je in die omgeving tegen kunt komen en over natuuractiviteiten waaronder vleermuizenexcursies. Meer informatie over Nature Today Go vind je hier.
Meer resultaten
De Vleermuistuintelling wordt mogelijk gemaakt door de Provincie Noord-Brabant.
Tekst: Erik Korsten, Zoogdiervereniging
Foto's: Erik Korsten (leadfoto); Hans Luijten, via Tuintelling.nl; René Janssen; Wesley Overman
Tabellen: Zoogdiervereniging
Afbeelding: Vogelbescherming.nl/mijn-vogeltuin