Sterke toename van karmozijnrood weeskind, en volgt het eikenweeskind?
De VlinderstichtingHet karmozijnrood weeskind was altijd een zeer zeldzame soort. Snellen (1867) wijst op enkele gegevens over de zandgronden en de kustduinen. In 1966 noemde Lempke ook enkele waarnemingen, op diezelfde bekende plaatsen. Zelfs in de in 2006 vertaalde Veldgids nachtvlinders (een voor Nederland bewerkte versie van de Britse gids van Waring en Townsend) werd dit weeskind beschreven als zeer zeldzaam, met slechts een paar waarnemingen verspreid over het hele land. Dit is ook te zien op de kaart van alle waarnemingen van het karmozijnrood weeskind van vóór 2000. In die tijd kwamen de meeste records uit oude eikenbossen op de zandgronden en in de kustduinen. Tegenwoordig komt de vlinder overal voor waar maar eiken staan, verspreid over vrijwel het hele land! De focus van de waarnemingen ligt nog steeds op de zandgronden, wat waarschijnlijk vooral te maken heeft met het vele voorkomen van eiken daar. De uitbreiding laat zien dat de soort zeer mobiel is, wat wordt onderstreept door een waarneming op een klein boomloos eiland in de Noordzee, elf kilometer van het vasteland en 25 kilometer van de dichtstbijzijnde andere melding.
Het is duidelijk dat de soort snel toeneemt, maar dit wordt versterkt door het toenemende aantal waarnemers. In 2000 hebben ongeveer 700 waarnemers nachtvlinders doorgegeven. Dit is in 2019 gestegen tot bijna 5600. Maar dat karmozijnrood weeskind sterker uitbreidt dan het aantal mottenspotters blijkt als we per jaar de verspreiding in atlasblokken (5x5 kilometerhokken) vergelijken. In 2017 was er een stijging van 345 procent in atlasblokken, terwijl er slechts 120 procent meer waarnemers waren. Hetzelfde verschil zien we in 2018 met een stijging van 283 procent atlasblokken ten opzichte van 2017, terwijl er 'slechts' 118 procent meer waarnemers waren.
Het eikenweeskind is nog steeds zeldzaam. Tussen 1965 en 2015 was er geen enkele melding van deze vlinder in Nederland. Het aantal waarnemingen nam vanaf 2015 toe, met twee records in 2015, twee in 2017, zes in 2018, één in 2019 en tot nu toe (05-08-2020) in dit jaar al elf records, and still counting! Ongeveer de helft van de waarnemingen heeft betrekking op (gemengde) eikenbossen en de andere helft op landschapselementen die waarschijnlijk zijn gebruikt om te migreren. Dus de soort breidt zich uit vanuit het zuiden, maar de records in potentiële habitat maken het ook een potentiële nieuwe inheemse soort. In 2018 en ook dit jaar zijn er ook rupsen gevonden. Zou het eikenweeskind het karmozijnrood weeskind volgen en ook heel Nederland veroveren?
Tekst en foto’s: Jurriën van Deijk & Kars Veling (leadfoto: karmozijnrood weeskind), de Vlinderstichting
Verspreidingskaartjes: NDFF