De eerste jonge levendbarende hagedis extreem vroeg dit jaar
Stichting RAVONHet warme en zonnige voorjaar heeft ervoor gezorgd dat de hagedissen waarschijnlijk wat vroeger dan normaal gingen paren en de eieren zich ook sneller in het moederlichaam kunnen ontwikkelen. De levendbarende hagedis legt geen eieren, maar brengt haar jongen levend ter wereld. De vrouwtjes broeden de eieren als het ware uit in het moederlichaam. De draagtijd bedraagt normaal tien weken, maar bij veel zonneschijn verloopt dat proces iets sneller.
In andere jaren worden de eerste jonge dieren (de juvenielen) voor deze soort pas op zijn vroegst vanaf begin juli gezien, met een duidelijke piek in het aantal waarnemingen van pasgeborenen rond eind juli. De juvenielen van de soort zijn erg donker als ze net zijn geboren en blijven tot in het najaar nog lang goed herkenbaar aan hun donkere staart.
De levendbarende hagedis leeft bij voorkeur op hoogveen, in vochtige heide, in structuurrijke weg- en spoorbermen en ruigten, maar ook in ruderale terreinen zoals mergelgroeves. In Zeeland en op Terschelling komt hij echter ook voor in de duinen. De soort heeft een voor een reptiel opmerkelijke voorkeur voor koele, enigszins vochtige milieus en is daardoor gevoelig voor klimaatverandering.
De levendbarende hagedis is nog steeds het meest algemeen voorkomende reptiel in Nederland. De soort is echter wel met meer dan 50 procent achteruitgegaan in 25 jaar monitoring binnen het meetprogramma reptielen, en staat daarom vermeld als 'gevoelig' op de laatst verschenen Rode Lijst reptielen (2007).
Tekst: Jelger Herder & Raymond Creemers, RAVON
Foto's: Jelger Herder (leadfoto: juveniele levendbarende hagedis); Annemarie van Diepenbeek