Zeldzame nachtvlinder in LedEmmer in de achtertuin
De VlinderstichtingHet vergroten van de biodiversiteit is een belangrijk doel van veel overheden en burgers. Schimmels en insecten zijn verreweg de soortenrijkste groepen. Daarom werkt de Vlinderstichting dit jaar samen met gemeenten aan het vergroten van de aandacht bij burgers voor de insecten, waarbij dag- en nachtvlinders en libellen de hoofdrol spelen. Drie gemeenten waren direct enthousiast over dit idee en doen mee met het vijfjarige project Tel Insecten Mee (TIM): Ede, Amersfoort en Utrecht. Amersfoort bijvoorbeeld, wil graag inzetten op een 'waarneembare toename van kenmerkende planten- en diersoorten' en bij Ede past dit goed bij haar Programma Biodiversiteit met als ondertitel ‘Samen sterker met natuur’. Bij twee andere gemeenten worden burgers gevraagd alleen mee te doen met nachtvlinders tellen (Oost Gelre en Utrechtse Heuvelrug). De vooraf bedachte aanpak is vanwege de coronacrisis wel een beetje aangepast, want de mobiliteit van mensen moest beperkt blijven, maar starten in de eigen achtertuin was een prima optie. Ook zijn er vlinder- en libellenroutes opgestart in Amersfoort, veelal in parkjes en groene delen van de stad. De andere gemeenten zullen nu snel volgen.
Aan het onderdeel nachtvlinders doen alle vijf gemeenten mee. Bij het tellen van nachtvlinders wordt de LedEmmer gebruikt. Dit is een emmer met een trechter en een Led-lamp erboven. In de emmer liggen eierdozen. De nachtvlinders komen op het licht af, komen in de emmer en kunnen er niet meer uit en verstoppen zich in de eierdozen.
Je hoeft voor dit nachtvlinderonderzoek niet ’s nacht op te blijven. Er zit een lichtsensor op de LedEmmer en deze gaat vanzelf aan als het donker wordt en weer uit bij zonsopkomst. Dan kun je de aanwezige nachtvlinders, in of soms op de emmer, tellen. De vlinders zitten in de eierdozen, waardoor je ze makkelijk kunt bekijken, eventueel fotograferen en weer los kunt laten. Nu staan de LedEmmers nog in de eigen achtertuin, op een later moment wordt het project uitgebreid naar andere meetpunten met bijvoorbeeld bos of volkstuin. Er wordt alleen nog gekeken naar de macro-nachtvlinders, maar ook dat zijn ruim 800 soorten. Vroeger was herkenning een probleem, maar inmiddels zijn er goede veldgidsen en internetsites. Ook wordt gebruik gemaakt van de app ObsIdentify van Waarneming.nl. Deze geeft op basis van een foto aan welke soort waarschijnlijk is waargenomen, waardoor je al gericht kunt zoeken en verifiëren. Vrijwel direct na de start van het project werd in Amersfoort al een eerste zeldzame vlinder in de LedEmmer aangetroffen: de Sint-Janskruiduil. Lange tijd was deze soort in Nederland erg zeldzaam, maar vorig jaar werden er al zeker vijf waargenomen, vooral in Limburg, maar ook in Rotterdam. In de provincie Utrecht was de soort al dertig jaar niet gezien.
De techniek met de LedEmmer is nog nieuw, onze ervaringen zijn nog maar beperkt, maar het gebruikersgemak is groot. We hopen dat meer mensen gaan meedoen. Oost Gelre zit al vol, maar in Utrechtse Heuvelrug en in Utrecht, Ede en Amersfoort kunnen geïnteresseerden zich nog aanmelden.
Tekst: Henk de Vries & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Tom van Noort; Kars Veling