Zieke pimpelmezen: hygiënisch voeren
Vogelbescherming NederlandZieke pimpelmezen herkent u aan hun gedrag: ze zitten bol, zijn suf en ze zijn niet schuw, dus u kunt dichtbij komen. Soms ziet hun snavel er vies uit. Ziet u zo'n vogel, meld dit dan bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van de Universiteit Utrecht.
Tot nu toe komen er daar niet vaak meldingen van pimpelmezen binnen. Maar het is bijzonder dat er dit jaar soms meerdere - tot wel tien stuks - dode pimpelmezen worden gevonden in korte tijd. Even de ogen open houden dus.
Gezond vogels voeren
Het is nog onbekend wat de mezensterfte veroorzaakt, maar omdat het mogelijk om een infectieziekte gaat, is het belangrijk om te voorkomen dat vogels elkaar op een voer- of drinkplek besmetten. Voer dus hygiënisch met deze tips en houd de vogels gezond.
- Voer hoeveelheden die voor de avond op gaan, zodat er geen resten overblijven op de grond of op de voertafel. Als het voer nat wordt en lang blijft liggen, wordt het een vieze bende;
- Borstel of schud voerhuisjes, voertafels en silo’s regelmatig schoon. Silo's zijn zo ontworpen dat de zaden niet snel nat worden, maar met regen en wind is dat niet uitgesloten. Als de zaden gaan klonteren, moet u ze weggooien;
- Ververs water in waterbakken regelmatig;
- Ontsmet de voer- en waterplaats af en toe met kokend water of een desinfectiemiddel. Een handige tip voor het schoonmaken van kleindere silo's: zet ze gewoon in de vaatwasser;
- Vooral vetbollen en vogelpindakaas bederven snel met zacht, nat weer. Het vet ruikt dan vies, er komt een zwarte of witte waas over of de zaden erin beginnen te kiemen. Haal het voer weg als dit gebeurt;
- Verplaats voertafels af en toe om te voorkomen dat ziekteverwekkers zich ophopen.
Een zieke of dode pimpelmees: wat te doen?
Mocht u zieke of dode pimpelmezen of andere vogels in uw tuin zien, stop dan twee weken met bijvoeren. Op een voerplaats komen vogels namelijk dichter bij elkaar dan wanneer ze in de natuur voedsel zoeken. Zo besmetten ze elkaar sneller en het is beter om dat te voorkomen.
Zieke vogels kunt u het beste met rust laten. Veel meer kunt u eigelijk ook niet doen, want ze laten zich niet pakken en vogelasielen nemen ze niet altijd aan vanwege het besmettingsgevaar.
Als u zieke of dode pimpelmezen ziet, kunt u dit melden bij het Dutch Wildelife Health Centre (DWHC). Dit centrum brengt ziekten onder wilde dieren in kaart, zodat de overheid goede maatregelen kan nemen.
Geen muizen en ratten
Ook beter om te voorkomen: een muizenplaag. Muizen en ratten zijn er altijd en overal, maar meestal vallen ze niet op en heeft u er geen last van. Als er 's nachts echter veel voer blijft liggen of als ze bij uw vogelvoer-voorraad kunnen, vormen ze soms een plaag. Door het extra voer planten ze zich namelijk sneller voort. U ziet ze dan door de tuin lopen en merkt in de schuur een muizenplasluchtje op.
Tips om wel de vogels te voeren, maar niet de muizen:
- Zorg ervoor dat er 's nachts geen voer blijft liggen waar ze bij kunnen;
- Bewaar uw vogelvoer in metalen emmers. Plastic zakken of emmers knagen ze namelijk al snel stuk;
- Hang een opvangschaal onder de voersilo, zodat er minder voer op de grond valt (en blijft liggen).
Voer met plezier!
In een vogelvriendelijke tuin, waar de vogels ook natuurlijk eten vinden, kan het geen kwaad om het hele jaar door te voeren. Ook belangrijk: een dichte of stekelige struik, haag of boom waar vogels veilig kunnen schuilen en broeden. Natuurlijk vogelvoedsel is:
- bloemen: vogels eten de insecten die erop afkomen en later de zaden
- struiken of boompjes die bessen, fruit of noten geven
- een grasveld waar vogels wormen en larven vinden
- afgevallen bladeren waaronder insecten leven
Voer dus met plezier en kijk met genoegen naar de kleine tuinvrienden. U weet nu hoe u ze fit en gezond houdt!
Tekst: Jeanet van Zoelen, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Shutterstock; John Stijnman, Fotogalerij; Hans Peeters; Fred van Diem