Klimopwaterranonkel: lentebloeier in kwelsloten
FLORONKlimopwaterranonkel (Ranunculus hederaceus) is een kortlevende, vaak eenjarige plant met drie- tot vijflobbige blaadjes, die wat vorm betreft op klimopbladeren lijken. Deze bladeren drijven op het water van ondiepe sloten of vormen matten op drooggevallen plekken. Als de plant het naar zijn zin heeft, ontstaan er, binnen enkele weken, dikke kussens van over elkaar groeiende bladeren. Tussen de bladeren verschijnen al vroeg in het jaar kleine bloemen, elk met vijf witte kroonblaadjes en een geel hartje. Deze gaan alleen open als de zon schijnt. Klimopwaterranonkel is een kieskeurige plant. Ze groeit bij voorkeur in ondiepe, zwak stromende, zacht tot matig harde wateren. Doorgaans zijn dit beekjes, kwelsloten en sprengen, op plekken waar ondiep grondwater als kwel tevoorschijn komt. Kenmerkend voor deze groeiplekken is de rode roestkleur van het water. Die kleur ontstaat als het in het opwellende grondwater opgeloste ijzer wordt blootgesteld aan zuurstof in de buitenlucht.
Dergelijke kwelsloten vinden we vaak op de randen van stuwwallen, hoge zandkoppen en in beekdalen. In de omgeving van Roosendaal gaat het om sloten in de beekdalen van Smalle beek, Spuitendonkse beek en Molenbeek, waarin grondwater afkomstig van de hogere zandgronden opwelt. Ook op de overgang van het zand naar de kleigronden (het westelijke deel van de Naad van Brabant) vinden we dergelijke kwelsloten. Op de website van de Actuele Hoogtebestand van Nederland is goed te zien dat de rand van het zand hier heel grillig verloopt. Juist deze zone blijkt interessant om op zoek te gaan naar Klimopwaterranonkel.
Nadat Petra van der Wiel de afgelopen weken tot haar verrassing opvallend veel Klimopwaterranonkel vond, zijn diverse leden van de plantenwerkgroep KNNV Roosendaal op zoek gegaan naar deze soort. Ze vonden Klimopwaterranonkel uiteindelijk op ruim 150 groeiplaatsen in 23 verschillende kilometerhokken (hokken van 1 bij 1 kilometer). Dat is veel meer dan in andere jaren. In drie kilometerhokken is de soort zelfs nog nooit eerder gevonden en in één kilometerhok was de soort voor het laatst gemeld in de jaren '30 van de vorige eeuw. De vitaalste groeiplaatsen zijn gevonden in sloten die jaarlijks geschoond worden. In sloten die niet geschoond zijn hebben de planten het door concurrentie met andere planten wat moeilijker.
Het is opmerkelijk dat de soort het dit jaar zo goed doet. Van Klimopwaterranonkel is bekend dat ze in staat is om snel te reageren op het plotseling beschikbaar komen van een kale bodem op geschikte groeiplaatsen. Het vermoeden bestaat dat Klimopwaterranonkel heeft geprofiteerd van de droge zomers van 2018 en 2019. Als gevolg van deze droogte vielen sloten droog én groeide er nauwelijks andere vegetatie in de sloten. De in de bodem aanwezige zaden, die tientallen jaren hun kiemkracht kunnen behouden, zijn de afgelopen zachte winter massaal gekiemd met als resultaat dat hier en daar de sloten over meters lengte met Klimopwaterranonkel zijn bedekt. Ook de overvloedige regenval aan het begin van 2020 heeft hier waarschijnlijk positief aan bijgedragen.
Tekst: Petra van der Wiel en Edwin Dijkhuis, FLORON
Foto: Petra van der Wiel
Kaarten: FLORON; AHN.nl; Open Street Map