De grote bosmuis (Apodemus flavicollis) lijkt als twee druppels water op de algemeen voorkomende bosmuis (Apodemus sylvaticus), maar is gemiddeld genomen een stuk forser. Om het niet te makkelijk te maken, zijn er natuurlijk ook kleine grote bosmuizen en grote gewone bosmuizen. Een aanvullend kenmerk is de gele vlek op de hals die bij de grote bosmuis meestal als een halsband in de breedterichting over de hals loopt en bij de bosmuis als een stropdas in de lengterichting. Ook de habitatvoorkeuren verschillen subtiel tussen de twee bosmuizen. Waar de grote bosmuis zich het liefst ophoudt in de kern van wat oudere bossen, bevindt de bosmuis zich meestal aan de bosranden, maar ook in allerlei ruigtes en opener terrein. De grote bosmuis lijkt in Nederland echter steeds minder kieskeurig te worden.
Het begin van de opmars
Nog niet zo lang geleden moest je als muizenliefhebber nog afreizen naar Zuid-Limburg om een kans te maken op het zien van de grote bosmuis. De noordwestelijke areaalgrens liep destijds net door het zuidelijkste puntje van ons land heen. In 1996 spraken de eerste muizenonderzoekers echter al over een mogelijke opmars naar aanleiding van de ontdekking van meerdere grote bosmuizen op enkele kilometers afstand van het tot dan toe bekende verspreidingsgebied. Waarschijnlijk hadden deze onderzoekers niet eens durven dromen van de omvang die de Nederlandse populatie nu heeft aangenomen, en het einde lijkt nog niet in zicht.
Provincie voor provincie
Sinds 2006 mogen steeds meer provincies de grote bosmuis verwelkomen. In dat jaar werd de Achterhoek in Gelderland bereikt, gevolgd door Oost-Groningen (2009), Twente in Overijssel (2010) en Oost-Drenthe (2012). Alle waarnemingen bleven echter beperkt tot het uiterste oosten van ons land. Inmiddels is de soort niet alleen in het oosten een algemene verschijning, maar ook in grote delen van westelijk Drenthe. In 2018 werd zelfs de eerste waarneming aan de Friese kant van het Drents-Friese Wold een feit. In Groningen vindt de uitbreiding meer richting het noorden plaats, waar de soort ook al enkele malen op de kleigronden is aangetroffen. In Gelderland en Overijssel blijft de soort beperkt tot Twente en de Achterhoek, maar de soort is daar inmiddels wel wijd verspreid. In Limburg is de soort behalve in grote delen van het zuiden, nu ook bekend uit de Meinweg in Midden-Limburg. Door de moeilijke herkenning van de grote bosmuis en doordat nog niet overal rekening wordt gehouden met de soort, is het echter goed mogelijk dat het verspreidingsgebied nog groter is dan we op dit moment weten.
Wat volgt?
Waarschijnlijk is de oorzaak van de opmars van de grote bosmuis meervoudig. Niet alleen profiteert de soort van het ouder worden van de Nederlandse bossen en van de toegenomen verbondenheid van natuurgebieden, ook de verhoogde frequentie van mastjaren van beuk ten gevolge van de warmere zomers hebben waarschijnlijk een positieve invloed. Al deze oorzaken blijven naar verwachting ook in de nabije toekomst de verdere verspreiding van de grote bosmuis stimuleren. De Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug, bosgebieden in zuidoostelijk Friesland en grote delen van Limburg en Brabant; het lijkt een kwestie van tijd voordat ook deze op het oog geschikte gebieden gekoloniseerd worden. Daarnaast zal de tijd leren of het aanpassingsvermogen van de grote bosmuis groot genoeg is om de klei-, laagveen- en duingebieden van Nederland te bevolken.
Implicaties voor bescherming
Gezien de zeldzaamheid van de grote bosmuis was het in 1998 niet vreemd dat de soort een nationaal beschermde status volgens de Flora- & faunawet kreeg. Ook onder de nieuwe Wet Natuurbescherming (Wnb) geniet de grote bosmuis sinds 2017 een beschermde status in alle provincies. Dit houdt in dat het verboden is om grote bosmuizen te vangen of doden en dat het leefgebied niet beschadigd mag worden. Voor ecologen betekent het dat zij bij de ecologische beoordeling van ruimtelijke ingrepen de potentiele verspreiding van de grote bosmuis ten tijde van de uitvoering van de ingreep moeten inschatten. Vanwege gebrek aan kennis van het oprukken van de grote bosmuis gebeurt het echter te vaak dat ten onrechte aangenomen wordt dat de soort afwezig is. Grofweg kan aangenomen worden dat de soort nu al zeker aanwezig kan zijn in Groningen (zuid en oost), Friesland (zuidoost), Drenthe, Overijssel (oost) en Gelderland (oost), naast de verspreiding in Limburg en (mogelijk) Brabant. Ook de ecologische amplitude van de soort wordt soms onderschat, waardoor potentieel geschikte gebieden niet worden herkend.
Oproep
Als adviesbureau in het noorden heeft JM ecologie de afgelopen drie jaar de soort aangetoond en door kenners gemeld gekregen in Ter Apel, Emmen, De Punt, Appelscha, Diever, Vledder en Gasselternijveenschemond. Dit vaak op grote afstand van de dichtstbijzijnde bekende waarneming, zelfs in ogenschijnlijk suboptimale habitats zoals braamstruwelen en randen van kleine bosperceeltjes. We willen terreinbeheerders en adviesbureaus er middels deze update toe oproepen alert te zijn op het voorkomen van de grote bosmuis in hun werkgebied, zodat we samen een betere bescherming en kennisontwikkeling van deze reislustige muis kunnen realiseren.
Tekst en foto's: Remco Ploeg en John Melis, JM ecologie