EENMALIG GEBRUIK

Verdringt de grote bosmuis de gewone bosmuis in Groningen?

Zoogdiervereniging
3-MRT-2015 - Jarenlang was de grote bosmuis in Nederland alleen bekend vanuit het uiterste zuidoosten van Limburg. Sinds 2005 is er vanuit het Duitse grensgebied een opmars gaande richting het westen. Inmiddels is de soort bekend vanuit al onze provincies grenzend aan Duitsland. De vraag is nu: neemt de grote bosmuis de macht over, of kan hij samen voorkomen met de gewone bosmuis?

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]

Jarenlang was de grote bosmuis in Nederland alleen bekend vanuit het uiterste zuidoosten van Limburg. Sinds 2005 is er vanuit het Duitse grensgebied een opmars gaande richting het westen. Inmiddels is de soort bekend vanuit al onze provincies grenzend aan Duitsland. De vraag is nu: neemt de grote bosmuis de macht over, of kan hij samen voorkomen met de gewone bosmuis?

In Noordwest-Europa leven twee soorten bosmuizen, de gewone en de grote bosmuis. Zoals de naam al suggereert is de grote bosmuis duidelijk groter, maar qua voedselspectrum nagenoeg gelijk aan de gewone bosmuis. Waar de soorten samen voorkomen, zitten volgens de theorie de grote bosmuizen vooral in het centrum van een bosgebied en zijn de gewone bosmuizen vooral in de randen te vinden. Deze theorie gaat voor de recent bezette gebieden in Nederland duidelijk niet op. Grote bosmuizen zijn (net als de gewone bosmuis) vooral in singels en in de randen van bosgebiedjes aangetroffen, plekken met een rijk voedselaanbod van onder andere braam.

Grote bosmuis in Ter Wupping (Zuidoost-Groningen), 2010 (foto: André Eijkenaar)

Eerste grote bosmuis in Groningen
De eerste vangst van een grote bosmuis in de provincie Groningen werd gedaan in november 2009 in Vlagtwedde, in het Ruiten Aa-gebied (zuidoostelijk Groningen). In het daarop volgende jaar werd de soort aangetroffen in Ter Wupping, 4,5 kilometer naar het noordwesten. Genoeg reden om in 2011 het Ruiten Aa-gebied nader te onderzoeken om de status van de grote bosmuis op dat moment te bepalen.

In het najaar van 2011 heeft een groep vrijwilligers een onderzoek uitgevoerd met inloopvallen, waarbij in totaal 11 specifieke bosmuislocaties zijn bevangen. Op 8 van deze 11 locaties werden grote bosmuizen aangetroffen, in 7 van die 8 locaties samen met gewone bosmuis. Binnen het stroomgebied van de Ruiten Aa waren er van Sellingen in het zuiden tot Ellersinghuizen in het noorden dus grote bosmuizen aanwezig, op dat moment bijna steeds gezamenlijk met gewone bosmuis. De verhouding tussen het aantal grote en gewone bosmuizen was 30:35.

Onderzoek rond Ter Apel, najaar 2014
De grote bosmuis was in 2014 nog niet bekend uit de directe omgeving van Ter Apel, maar werd er, gezien de aanwezige biotopen en de vondsten van de soort elders in Groningen en Drenthe, zeker verwacht. In het najaar van 2014 werden in opdracht van Antea Group 6 locaties ten noordwesten van Ter Apel bevangen, steeds aan de randen van bospercelen met ondergroei van braam. De soort bleek in 5 van deze 6 locaties aanwezig, met respectievelijk 4, 7, 7, 9 en 9 individuen. Redelijke aantallen, maar wellicht waren er meer aanwezig die de vallen niet bereikten, omdat deze werkelijk werden overlopen door rosse woelmuizen, waarvan er in totaal 208 werden gevangen. Echt opvallend bij het onderzoek was het vrijwel geheel ontbreken van de gewone bosmuis, slechts op 2 locaties werd een enkel exemplaar gevangen (steeds in gezelschap van grote bosmuis). De verhouding tussen het aantal grote en gewone bosmuizen was 36:2.

Neemt de grote bosmuis het over?
Inmiddels is de grote bosmuis uit een groot deel van oostelijk Nederland bekend, van de Meinweg in Midden-Limburg, de omgeving van Winterswijk in de Achterhoek, de omgeving van Enschede, Zuidoost- en Midden-Drenthe (Bargerveen, Schoonebeek, Exloo en noordelijk van Assen) tot het Ruiten Aa-gebied en De Lethe in Groningen. Maar gaat deze uitbreiding ten koste van onze andere bosmuissoort, de gewone, of kunnen de twee soorten er naast elkaar leven? Het onderzoek in 2011 liet zien dat beide soorten op de meeste locaties gezamenlijk voorkwamen in ongeveer gelijke aantallen, maar het onderzoek bij Ter Apel in 2014 zou er op kunnen wijzen dat de grote bosmuis zijn kleinere neef toch deels heeft weten te verdringen. Naast het vastleggen van de verdere opmars van de soort in Nederland is het ook interessant te volgen hoe de verhoudingen tussen de soorten mogelijk gaan veranderen. Voor het najaar van 2015 staat een onderzoek gepland, waarbij de in 2011 bevangen locaties in het Ruiten Aa-gebied nogmaals worden bevangen om eventuele veranderingen in verhouding tussen de beide bosmuissoorten vast te leggen.

Tekst: Dick Bekker, Zoogdiervereniging
Foto: André Eijkenaar