Afname aantal broedende roodsnavelkeerkringvogels op Saba
Wageningen Marine ResearchAcht jaar geleden deed Boeken voor het eerst onderzoek naar de vogels in deze kolonies, waar ze hun nest hebben in de spleten tussen de rotsen. Door dit broedseizoen samen met Leopold opnieuw waarnemingen te verrichten, konden veranderingen in de populatie-omvang vastgesteld worden. Monitoring is belangrijk om eventueel tijdig maatregelen te kunnen nemen bij een krimpende populatie. Leopold en Boeken hebben het aantal broedvogels op het hele eiland geteld, in drie kolonies eieren gemeten en de groei van kuikens gevolgd. Door de ei-grootte en kuikengroei van 2019/2020 met die van 2011/2012 te vergelijken, kon aangetoond worden dat een veranderend aanbod van voedsel op zee niet de oorzaak is voor de afname van de populatie.
150 nesten in drie kolonies gevolgd
De onderzoekers volgden in december en januari ongeveer 150 bezette nesten in drie kolonies. In twee kolonies langs de zuidelijke kust van Saba (‘Great Level’ en ‘Tent’) waren de aantallen broedvogels teruggelopen van enkele honderden tot enkele tientallen, maar in de grootste kolonie, Old Booby Hill, met 700-1.000 broedparen aan de oostkust, waren nog evenveel vogels als acht jaar geleden. Positief is dat de nog aanwezige vogels aan de zuidkant van het eiland zich opnieuw voortplanten, terwijl in 2012 geen kuiken ouder werd dan vier dagen vanwege predatie door verwilderde katten. Hierop is ingegrepen en het ruimen van katten heeft duidelijk tot een positief resultaat geleid. Op Old Booby Hill was de predatiedruk van katten in 2012 duidelijk minder dan aan de zuidkant, maar deze leek nu toegenomen en ook gingen er nu meer eieren verloren door vraat van ratten.
Katten zijn een enorme bedreiging
In totaal werden 200 volwassenen en kuikens geringd, de laatste alleen als ze groot genoeg waren. Ook analyseerden de onderzoekers de soorten vis die de tropische vogels eten. Het dieet van deze vogels bestaat meestal uit vliegende vissen, maar er werden ook verschillende andere soorten aangetroffen.
De kuikens blijven drie maanden op het nest totdat ze groot genoeg zijn om te vliegen. Het feit dat het nest op de grond ligt, maakt de eieren voor ratten, en de kuikens voor zowel ratten als wilde katten, kwetsbaar. Vooral de katten zijn een enorme bedreiging. Het is van groot belang om het aantal verwilderde katten zo laag mogelijk te houden, om de unieke kolonies van roodsnavelkeerkringvogels op Saba te behouden.
Mate van genetische isolatie nog onduidelijk
Meer dan 35 procent van de Caribische populatie van deze tropische vogelsoort heeft Saba en het nabijgelegen St. Eustatius als uitvalsbasis. De vogels die op deze twee Nederlands-Caribische eilanden broeden, maken ongeveer 17 procent uit van de wereldwijde populatie van deze soort. Volwassen roodsnavelkeerkringvogels zijn uitermate plaatstrouw, en keren standaard terug naar de locatie waar ze ooit hun eerste ei legden. Uitwisseling tussen kolonies is uiterst zeldzaam en is nooit waargenomen tussen eilanden, ondanks het uitgebreid ringen van vogels op zowel Saba als St. Eustatius. Er zijn echter maar weinig jonge vogels geringd, en deze zwerven mogelijk wel uit naar andere kolonies. De mate van genetische isolatie is dus nog onduidelijk. Mocht de uitwisseling tussen de verschillende kolonies echter zo groot zijn als het ringwerk suggereert, dan is de roodsnavelkeerkringvogel erg kwetsbaar voor lokaal uitsterven, zoals onlangs al is gebeurd met de witstaartkeerkringvogel op Saba. Leopold ziet de mogelijke isolatie van deze kolonie op Saba dan ook als een groot risico: “Graag zou ik als logische vervolgstap genetisch onderzoek doen om uit te zoeken hoe sterk die genetische isolatie daadwerkelijk is. Op die manier is het risico van de ratten- en kattenpredatie beter in te schatten.”
Wetenschappelijke publicatie
Leopold en Boeken werken samen met de Saba Conservation Foundation (SCF) en de Public Entity Saba en gaan nog een wetenschappelijk artikel schrijven over hun bevindingen op Saba. Ze hebben het onderzoek op eigen initiatief uitgevoerd. “Er is nog steeds zo weinig bekend over deze vogels. Daarom is meer onderzoek nodig. We hopen via de Wageningen Universiteit deze bijzondere vogels beter te kunnen volgen en een volgende stap te maken ten aanzien van hun bescherming”, aldus Leopold.
Tekst: Mardik Leopold en Cecile Leuverink, Wageningen Marine Research
Foto's: Mardik Leopold (leadfoto: volwassen roodsnavelkeerkringvogel op het nest) en Michiel Boeken