Kustvogels met succes aan de dijk gezet
Vogelbescherming NederlandKustvogels broeden graag op kale plekken langs de kust. Op schorren, slikken, stranden en zandplaten. Daar maken ze een klein onopvallend nestkuiltje waarin ze hun goed gecamoufleerde eieren leggen. Veel van die kaalgeslagen broedlocaties ontstonden vroeger als vanzelf na stormen, overstromingen of door de werking van eb en vloed. Maar sinds de Nederlandse delta is getemd door de Deltawerken zijn er veel minder van dit soort onbegroeide broedplekken langs de kust. En de toenemende recreatie heeft de schaarste aan broedplekken alleen maar doen toenemen.
Maatregel uit Actieplan Deltanatuur
Om de broednood te lenigen zijn er in 2023 met steun van Natuurmonumenten en Vogelbescherming drie schelpenstrandjes aangelegd in Zeeland. Twee aan de Oosterschelde en één aan de Westerschelde. In 2024 volgen er nog twee. De schelpenstrandjes zijn een eerste concrete maatregel uit het Actieplan Deltanatuur 2050, dat mede op initiatief van Vogelbescherming is opgesteld. Wat deze schelpenstrandjes bijzonder maakt, is dat ze buiten natuurgebieden liggen, langs drukke dijken en vaak in de buurt van de bebouwde kom. Er worden schelpenstrandjes opgehoogd die buiten bestaande natuurgebieden op openbaar terrein liggen. Precies daar waar voor vogels nauwelijks nestplekken te vinden zijn. Dat betekent ook dat het vaak drukke plekken zijn, dicht in de buurt van mensen. Maar de schelpenstrandjes liggen wel op bij vogels geliefde plekken, bij voorkeur in een aanspoelselhoek aan de dijkvoet, dicht bij de droogvallende slikken.
Samenwerking met vogelexperts
Omdat de schelpenstrandjes pal aan drukke plekken liggen, lijken ze gedoemd te mislukken, maar daar hebben de samenwerkende instanties over nagedacht. Vogelexperts van Deltamilieu Projecten en bijna dertig vrijwilligers helpen met het inventariseren en beschermen van de strandjes. Ook gaan ze gesprekken aan met bewoners en recreanten, geven ze voorlichting en wordt het enthousiasme over de vogels overgedragen. Schoolklassen uit de omgeving worden betrokken en er worden kraamvisites georganiseerd. Zo was er een klein vierkantje op het bomvolle strand van Ouwerkerk afgezet voor het nest van een bontbekplevier. Vier bontbekplevier-jongen zijn succesvol uitgevlogen en de recreanten op het strand vonden het fantastisch dat ze er getuige van konden zijn.
Boven verwachting
Op alle drie de schelpenstrandjes werd meteen in het eerste jaar gebroed. Twee paar bontbekplevieren en een paar scholeksters brachten met succes jongen groot. Ook een kleine plevier probeerde het, maar dat paar heeft het uiteindelijk niet gered, omdat het nest werd leeggeroofd. Daarnaast is er belangrijke kennis opgedaan en is er veel geleerd, bijvoorbeeld: de ei-fase gaat vrijwel altijd goed, maar de meest kritieke fase is de kuikenfase. Dat zou erop kunnen wijzen dat de kuikens, nadat ze uit het ei zijn gekropen, eigenlijk meer rust nodig hebben en het rustgebied groter zou moeten zijn.
Meer dan honderd bontbekplevieren
Naast het broedsucces op de schelpenstrandjes was het in de Oosterschelde sowieso een goed jaar voor de bontbekplevier. Er werden meer dan honderd nesten van bontbekplevieren geteld op de dijken en strandjes. Het lijkt erop dat de negatieve trend voor deze vogelsoort aan het ombuigen is. En daar dragen de nieuwe schelpenstrandjes aan bij. Een geweldig bijkomend resultaat van het schelpenstrandjes-project is ook de toename van het draagvlak en de bewustwording in Zeeland. De natuurorganisatie hebben er vertrouwen in dat door het creëren van deze extra broedgelegenheid de kustvogels in Zeeland een serieuze duw in de rug krijgen.
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Piet Munsterman, Saxifraga (leadfoto: scholeksters); Jan Lok