De laatste dagvlinders
De VlinderstichtingDat dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia en citroenvlinder nog worden gezien is niet zo vreemd. Deze soorten zijn hier de hele winter als vlinder aanwezig. Als het wat kouder is, verstoppen ze zich en bij mooi en zonnig weer komen ze nu nog even tevoorschijn om nectar te drinken uit de nog bloeiende planten. Deze nectar is belangrijk om de komende koude maanden door te kunnen komen. Als het echt koud wordt en flink gaat vriezen, zijn deze vlinders in winterslaap. Hun spijsvertering staat dan op een laag pitje en ze hebben vocht uit hun lichaam verwijderd. Bovendien maken ze een soort antivries aan waardoor ze uitstekend tegen de vorst kunnen. Ook atalanta’s blijven tegenwoordig vaker hier in de winter, maar zij houden geen winterslaap. Bij wat lagere temperaturen zijn ze in rust. Als het wat warmer en zonniger is, worden ze weer actief en gaan op zoek naar voedsel. Als het echt fors gaat vriezen, overleven ze het niet. Een deel van de atalanta’s is trouwens wel doorgevlogen naar het zuiden; hun nakomelingen trekken komend voorjaar weer deze kant op.
Naast de atalanta zijn er nog een paar trekvlinders die nu nog worden gezien. De oranje luzernevlinder had een uitstekend jaar en daarvan worden er op mooie zonnige dagen nog steeds tientallen gemeld. Ook de kolibrievlinder is een trekvlinder waarvan het grootste deel ons land nog zal verlaten. Maar de vlinders van zeker tien andere soorten die we nu nog zien, zullen voor de winter sterven. Deze proberen zich voordat dit gebeurt nog succesvol voort te planten. De koolwitjes die we nu nog zien, moeten daarbij extra veel haast maken, want alleen de poppen van deze soort kunnen goed tegen de kou. Datzelfde geldt voor landkaartje. Bont zandoogjes zijn flexibel en kunnen als rups of als pop overwinteren. Kleine vuurvlinder en icarusblauwtje gaan als half volgroeide rups in winterslaap. Normaal gesproken zou dit goed moeten gaan, maar een vroege flinke vorstperiode kan nog wel roet in het eten gooien. De laatste jaren zijn de winters erg zacht. Klimaatverandering betekent echter naast hogere temperaturen, ook meer kans op extremen zoals een vroege vorstperiode.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: oranje luzernevlinder)