Rampjaar voor heivlinder en kommavlinder in het binnenland
De VlinderstichtingTijdens de hete en droge zomer van 2018 hadden de soorten van de hei het moeilijk. Deze vlinders vliegen laat in het jaar, om te kunnen profiteren van de bloeiende heide waar ze veel nectar uit kunnen drinken. Die nectar is nodig om actief te kunnen zijn en zich voort te planten. Vorig jaar bloeide er echter maar heel weinig heide. Een deel was helemaal dood; een ander deel leefde nog wel, maar bloeide niet of nauwelijks. Dat betekende dat de vlinders wegtrokken van de hei en in tuinen werden gezien, waar ze zich te goed deden aan de nectar van vlinderstruiken bijvoorbeeld. Geen probleem zou je denken, want dan krijgen ze toch hun brandstof binnen. Dat is ook wel zo, maar de vlinders zijn dan wel weg uit hun leefgebied. En de rupsen zijn gespecialiseerd op bepaalde grassen die alleen op schrale plekken op de heide voorkomen, en niet in tuinen en bermen van steden en dorpen. Dit betekende dus dat de heidevlinders zich maar weinig hebben voortgeplant. Voor de kleine heivlinder op het Kootwijkerzand hadden we nectarkroegen ingericht om de vlinders daar te houden, maar in andere heidegebieden niet.
In de binnenlandse heidegebieden dreunt de droogte van vorig jaar ook op een andere manier door. Vooral het schapengras blijkt zwaar te lijden gehad te hebben. En laat dat nu juist een van de belangrijkste waardplanten zijn voor heivlinder, kommavlinder en kleine heivlinder. De rupsen die er nog wel waren, hadden dit voorjaar dus weinig of niets te eten. Alles wijst er dan ook nu al op dat 2019 een rampjaar gaat worden voor deze (en andere) vlinders van de heide. Het journaal toonde wel beelden van paars bloeiende heide. En dat klopt ook: de heide die vorig jaar niet is doodgegaan (vaak meer dan 50 procent van de heide) bloeit nu volop. Nectarkroegen zijn dus echt niet meer nodig, maar het is wel te hopen dat het schapengras snel herstelt, zodat de nakomelingen van de weinige vlinders die nu vliegen, wel goede overlevingskansen hebben. De natuur en ook deze vlinders kunnen best tegen een stootje en kunnen extreme situaties normaal gesproken best aan. Probleem is dat, met name door de grote hoeveelheid stikstof en de verdroging, veel populaties al sterk zijn afgenomen. Vooral in kleine populaties kunnen dit soort extremen ertoe leiden dat soorten als heivlinder en kommavlinder verdwijnen. In grotere populaties is er mogelijk wel kans op herstel. In de duinen is de situatie minder zorgelijk dan in het binnenland. Ook hier gaan heivlinder en kommavlinder al jarenlang achteruit, maar het extreme weer van vorig jaar heeft hier minder negatieve invloed gehad.
Het Landelijk Meetprogramma Vlinders wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Grafieken: Landelijk Meetprogramma Vlinders