Een nieuwe methode voor het opsporen van zieke bomen
Nederlandse Voedsel- en WarenautoriteitDe Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft de wettelijke taak om quarantaineorganismen op te sporen in commerciële teelten, oppervlaktewater, groene ruimte en bossen. Bij de huidige methode bekijkt een inspecteur elke boom vanaf de grond. Dit is erg arbeidsintensief en een lastige klus, zeker als dit organisme hoog in de boom aanwezig is en door de takken en bladeren moeilijk te zien is. De NVWA gaat samen met studenten van Wageningen Universiteit en medewerkers van Cobra en GroenInzicht in het boomkruinenproject onderzoeken of het opsporen van minder vitale bomen ook gerealiseerd kan worden aan de hand van satellietbeelden. Het project is gestart in mei en loopt tot en met medio oktober.
Quarantaineorganismen zijn organismen die nog niet of slechts beperkt in de EU aanwezig en zeer schadelijk zijn. Lidstaten moeten introductie en verspreiding ervan voorkomen. De Europese fytorichtlijn 2000/29/EG bevat ongeveer 250 Q-organismen(groepen) (insecten, schimmels, nematoden, bacteriën of virussen). De NVWA heeft een wettelijke taak in het voorkomen, monitoren en bestrijden van deze organismen in Nederland.
De huidige werkwijze is dat een NVWA-inspecteur naar een bos wordt gestuurd en daar een aantal, van te voren geselecteerde, bomen bekijkt. Deze werkwijze kost vrij veel tijd en de kans dat hij op deze manier een boom met een quarantaineorganisme vindt, is klein. Om de kans te vergroten worden in dit project satellietbeelden onderzocht, waarbij de volgende stappen worden onderscheiden:
- Onderscheiden van bomen en andere objecten;
- Onderscheiden van vitaliteit van bomen;
- Onderscheiden van de boomsoorten (eik, iep, beuk, den, spar, etc.);
- Onderscheiden oorzaak minder vitale bomen (droogte, hoogte, ziekte, etc.).
Tot nu toe worden de satellietbeelden handmatig bekeken en dat is een tijdrovende klus. In het project wordt gekeken naar een methode die dit automatisch kan uitvoeren, BFAST. Hierbij worden de beelden in de tijd gevolgd, waarbij veranderingen (verminderde vitaliteit) automatisch worden geregistreerd. BFAST is een al veel gebruikte techniek voor het opsporen van veranderingen in bossen. Uit eerdere pilotstudies bleek dat deze methode succesvol is bij het opsporen van bomen die besmet zijn met pathogenen (=ziekteverwekkers). De pathogenen zorgen voor verminderde groei en verkleurde of afgevallen naalden of bladeren. Deze symptomen zijn op satellietbeelden te herkennen.
Als pilot worden drie gebieden onderzocht. Deze gebieden liggen in zuidelijk Flevoland, de Veluwe, en de Betuwe. De gebieden zijn al eerder door de NVWA onderzocht op de tot nu toe gebruikelijke wijze, dus kunnen de resultaten van dit project vergeleken worden met de eerdere resultaten.
Als potentieel minder vitale bomen automatisch kunnen worden opgespoord met satellietgegevens is dat veel effectiever dan de huidige methode. De inspecteurs kunnen direct naar de verdachte locaties gaan om te onderzoeken waardoor de boom een minder vitale boom is. Hierdoor kunnen in dezelfde tijd risicogerichter meer door quarantaineorganismen aangetaste bomen worden opgespoord. Als het project succesvol is zal de NVWA in de toekomst gebruik maken van de vrij beschikbare satellietbeelden, waardoor effectiever en efficiënter zieke bomen kunnen worden opgespoord. Door vroegtijdige signalering en bestrijding wordt verdere verspreiding van een quarantaineorganisme in bossen voorkomen.
Meer informatie
Tekst: NVWA
Afbeeldingen: NVWA (leadfoto: drone-foto van bosgebied in Wijchen. Afwijkende boom gedetecteerd); Sentinel 2A satellite imagery (2016), ESA Copernicus, CC BY-SA 3.0 IGO