Reeuwijkse Plassen zetten gaas voor herstel waterriet en grote karekiet
Provincie Zuid-HollandWaterriet heeft het moeilijk in Nederland. Vraat door rietvogels en oprukkende bomen en struiken zijn belangrijke oorzaken van de teruggang. Daardoor neemt het aantal plekken met geschikt rietland voor de grote karekiet af. Nu broeden er nog op slechts twee plekken in Nederland meerdere broedparen: in de Loosdrechtse Plassen en de noordelijke Randmeren. In de Reeuwijkse Plassen groeit op een enkele plaats nog waterriet, maar het is vrijwel overal verdwenen. Er broeden geen grote karekieten, ondanks vele pogingen in het gebied om het waterriet te herstellen.
Gaas tegen vraat
In 2018 heeft Jan van der Winden de oorzaak van het verdwijnen van rietkragen met waterriet onderzocht in onder meer de Loosdrechtse Plassen (de Oostelijke Vechtplassen) en Reeuwijk, in de Kerfwetering. Het plaatsen van gaas en het verwijderen van bomen en struiken helpt, blijkt uit de maatregelen die sinds 2016 in de Vechtplassen zijn getroffen: dit zorgde ervoor dat stromingsrietkragen zich daar herstelden en het aantal broedparen van de grote karekiet zich stabiliseert. Schapengaas van 50 tot 80 centimeter beschermt het riet tegen ganzen, en fijner gaas onder water beschermt het riet tegen muskusratten.
Reeuwijk heeft in de afgelopen jaren allerlei vormen van oeverbescherming toegepast om het riet weer te herstellen, zoals het creëren van luwte en peilfluctuaties. In project Kerfwetering, één van de herstelprojecten, werden in 2014 vegetatiematten en palen geplaatst om de oevers te herstellen. Met Kerfwetering als voorbeeldproject heeft de provincie Zuid-Holland eind 2014 subsidie gegeven voor het opzetten van een gebiedsdeal voor onder meer het herstel van eilanden en eilandenstructuren voor de natuur in Reeuwijk. Deze gebiedsdeal wordt gecoördineerd door de Stichting VEEN, die is opgericht door de eigenaren. Zij betalen gezamenlijk mee aan de natuurvriendelijke oevers. Uit het onderzoek in Kerfwetering blijkt dat maatregelen om vraat door ganzen en muskusratten tegen te gaan het hardst nodig zijn.
Waterriet houdt van golfslag
Landschapsarchitect Thijs van Hees is adviseur voor de Reeuwijkse Plassen en werkt mee aan het ontwerp van de herstelprojecten. Hij organiseerde eind februari een informatieavond met wetenschappers om de betrokken eigenaren - De Reeuwijkse Plassen zijn voor 80 procent particulier eigendom - te informeren over de uitkomsten van het onderzoek: “Hieruit blijkt dat simpel gaas om het waterriet zetten werkt”, zegt Van Hees. Nog een vondst uit het onderzoek: het waterriet houdt wel van wat golfslag. Waterriet ontwikkelt beter op ruwe oevers met wind erop en flinke golfslag.
Wat betekent dit voor Reeuwijk? “Wat blijkt: de rietkragen met waterriet gedijen beter op lagerwal,” vertelt Van Hees. “Dat is de oever die wordt blootgesteld aan de zuidwestenwind, de overheersende windrichting in Nederland. In de Reeuwijkse Plassen ligt deze in de noordoostelijke hoek. Bij deze oevers wordt de oever het meest schoon geklopt door golven. Aan hogerwal krijg je meer slip en houtige opslag. In Reeuwijk dachten we eerder juist dat we het riet op lagerwal moesten beschermen tegen de golfslag: we hebben daarvoor in Kerfwetering houten palen neergezet in het water. Maar het riet verdwijnt door vraat, niet doordat de golven er kracht op zetten: die palen waren dus wellicht niet of veel minder nodig!”
Grote karekiet kiest ook lagerwal
“Die voorkeur voor lagerwal zie je ook terug bij de broedplaatsen van grote karekieten, blijkt uit de resultaten in de Vechtplassen”, zegt Van Hees. “De grote karekieten zitten meer op lagerwal dan op hogerwal, omdat het riet daar dikker en verder van de kant af groeit. Ze maken een nest boven het water op plekken waar het waterriet minstens twee meter van de wal staat: want karekieten willen veilig zitten voor nestrovers als de hermelijn, marter of zelfs poezen en vossen.”
Nieuw beheerplan
De Reeuwijkse Plassen starten dit jaar in navolging van de Oostelijke Vechtplassen met het aanpassen van beschoeiing, het afrasteren tegen ganzenvraat, en het verwijderen van bomen en struiken om de rietvegetatie weer te herstellen. “We schrijven nu met deze vondsten een beheerplan voor de Kerfwetering en starten dan met pilots met twee soorten gaas: gaas dat 80 centimeter boven water uitsteekt en fijner gaas onder water tegen de muskusratten.” De grote karekiet is een van de Zuid-Hollandse icoonsoorten in het toekomstig beheerplan.
“De kennis uit het onderzoek delen we nu met elkaar in de Reeuwijkse Plassen”, concludeert Van Hees. “Het is leuk om de enorme belangstelling te zien bij de eigenaren. Op de informatieavond hadden ze het gevoel écht te horen hoe het zit. Veel grondeigenaren willen dat het beheer zich nu meer gaat richten op beschermen van de grote karekiet. Ik probeer die ambities op te schalen bij de partijen in het gebied. Het is nog lang niet goed genoeg! We kunnen van alles realiseren waar de natuur echt veel aan heeft.”
Tekst: Violet van Houwelingen, Provincie Zuid-Holland
Foto’s: Jankees Schwiebbe; Jan van der Winden
Figuur: Vogelbescherming Nederland