Wulp

Wie is de wulp?

Vogelbescherming Nederland
16-APR-2019 - Hij is nog niet zo bekend als de roodborst: de wulp. Daar moet maar eens verandering in komen, want deze vriendelijke kromsnavel is het meer dan waard. En waarom is die snavel krom?!

Een van onze grootste steltlopers, die wel twintig jaar oud wordt, met de langste snavel: de wulp. Jammer genoeg zit ie ernstig in de achteruit en staat voor het eerst op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Om deze vriendelijke kromsnavel beter te leren kennen en dus beter te kunnen beschermen, is 2019 uitgeroepen tot Jaar van de Wulp.

De wulp is onze grootste steltloper, dat is goed te zien in vergelijking met de ooievaars

Heerlijk herkenbaar

Voor een niet-tuinvogel is de wulp zo heerlijk herkenbaar. Lekker groot en rustig staan ze op een graslandje en laten zich uitgebreid bekijken. Helemaal opgetogen gaat u daarna verder. De wulp heeft als enige zo’n rare snavel, lang en krom met de punt naar beneden, dus er is geen verwarring mogelijk met welke soort dan ook (behalve de regenwulp, maar dat is tenslotte ook een wulp).

Waarom is die snavel krom?

Waarom hebben wulpen zo’n snavel? Een redelijke vraag. Een voordeel is dat de wulp zijn snavel ver voor zich uit de grond in kan steken, voordat de wormen zijn voetstappen horen. Verder kan zijn snavel de ondergrondse wormengangetjes goed volgen en kan hij ’s winters nog steeds bij de wormen als ze diep de grond in kruipen. Ook handig is dat die kromme snavel lange wormen beter loodrecht de grond uit kan hijsen, zodat ze niet breken en dus een groter hapje zijn.

De wulp kan met zijn kromme snavel lange wormen beter loodrecht de grond uit hijsen, zodat ze niet breken en dus een groter hapje zijn

Slijkgapers en zeeduizendpoten

Nou eet de wulp niet alleen wormen, maar ook insecten, en ‘s winters langs de kust schelpdieren en krabbetjes. Hoe groter hoe beter. En ook daar komt die snavel van pas, want daarmee kan hij diep ingegraven prooien pakken, zoals zeeduizendpoten, strandgapers en platte slijkgapers.

De wulp eet ook schelpdieren en krabbetjes, hoe groter, hoe beter

Waarom zijn dan niet alle snavels krom?

Als dat zo handig is, waarom hebben dan niet meer vogels lange kromme snavels? Omdat het ook nadelen heeft. Zo’n snavel is bijvoorbeeld breekbaar door de lengte en vorm en daarom van binnen verdikt. Gevolg is dat een wulpentong niet lang is, want dat past niet. Om te eten moet de wulp dus zijn snavel uit de grond halen en de prooi achterin zijn keel smijten. Dat is minder efficiënt dan de prooi met je tong naar binnen werken terwijl je snavel nog in de grond steekt.

Bij de specifieke levenswijze van de wulp wegen de voordelen op tegen de nadelen. Bij andere vogels blijkbaar niet.

Genaamd naar zijn snavel

Die snavelvorm is zo specifiek, dat de wulp er waarschijnlijk zelfs zijn naam aan dankt. Zijn wetenschappelijke naam Numeniini betekent in het Grieks zoiets als ‘sikkelmaan’ (als we nog maar een klein streepje maan zien). En een sikkelmaan heeft dezelfde vorm als de snavel van de wulp. En de Nederlandse naam ‘wulp’ zou van het oud-Germaanse ‘hwelfan’ (krommen) afstammen en dus weer naar zijn snavel verwijzen.

Een snavel die krom is en lijkt op een sikkelmaan: inspiratie voor de naam van deze vriendelijke vogel

Wilt u een wulp zien?

Ziet u een groep wulpen? Kom dan niet te dichtbij, want verstoren, dat willen we nu net níet

Wilt u een wulp zien? In de winter kunt u ze bijna niet missen in het Waddengebied en in de Delta. Als ze broeden vindt u ze vooral in Oost- en Noord-Nederland op het boerenland, maar ook wel op de Waddeneilanden. Als ze recent ergens zijn gezien, staat dat meteen op het verspreidingskaartje in de digitale vogelgids van Vogelbescherming. Kijk dus even voor u op pad gaat, dan kunt u gericht zoeken.

Ziet u een groep, of een paartje in de broedtijd? Kom dan niet te dichtbij, gebruik uw verrekijker en houd de hond aan de lijn, want ze zijn gevoelig voor verstoring. En verstoren, dat willen we nu net niet.

Meer informatie

Tekst: Jeanet van Zoelen, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Shutterstock; Koos Dansen; Adri de Groot, Vogeldagboek