De risico’s van verpakkingshout
Nederlandse Voedsel- en WarenautoriteitAls het hout nog als boom in het bos staat, is het voedsel en woonplaats voor tal van andere levende organismen. Diverse soorten kevers zetten hun eieren af op de bast waarna de uitgekomen larven zich via de schors een weg naar binnen vreten. Sommige larven blijven tussen schors en hout leven, terwijl andere zich dieper naar binnen werken tot aan het kernhout.
Dan zijn er nematoden, microscopisch kleine organismen die overal voorkomen. Ze lijken sterk op piepkleine palinkjes en worden daarom ook wel aaltjes genoemd. Sommige nematoden kunnen grote schade veroorzaken, een bekend voorbeeld zijn de nematoden in de bodem die aardappelmoeheid veroorzaken. Maar ook in bomen kunnen ze flinke schade veroorzaken. Het dennenhoutaaltje (Bursaphelenchus xylophilus) is de veroorzaker van de verwelkingsziekte bij naaldbomen. Ook schimmels kunnen in hout meereizen en elders schade veroorzaken. Vooral afgebroken takken en beschadigde bast zijn een goede bron voor de ontwikkeling van schimmels.
Regelgeving voor verpakkingshout
Over de hele wereld worden bomen verwerkt tot verpakkingshout. Alleen in Nederland wordt al tussen de 300 en 400 ton hout per jaar verwerkt tot pallets, planken, balken of bekisting. Veel materiaal wordt verpakt in hout om het veilig over de hele wereld te transporteren. Aan boord van schepen fungeert het als stuwmateriaal waarmee de lading wordt gezekerd tegen schuiven. In dit verpakkingshout kunnen onbedoeld andere organismen meereizen. Om verspreiding hiervan tegen te gaan is een fytosanitaire regeling opgesteld door de International Plant Protection Convention (IPPC), een onderorganisatie van de United Nations Food and Agriculture Organisation (FAO). De ISPM 15 is een regeling met als doel om ongewenste organismen en parasieten te doden. De regeling beschrijft op welke wijze hout behandeld moet worden wanneer het ingezet wordt in het internationale verkeer van goederen. Op dit moment is alleen de hittebehandeling toegestaan. Hout dat op deze manier behandeld is, wordt voorzien van een zogenaamde ISPM 15-stempel.
De NVWA houdt toezicht op de naleving van de regelgeving. Importeurs moeten aangifte doen wanneer goederen met verpakkingshout uit Derde Landen (landen die geen lid zijn van de Europese Unie) wordt geïmporteerd. Hierop volgt een inspectie door de NVWA of het hout behandeld en vrij van organismen is. Worden bij een inspectie onrechtmatigheden aangetroffen dan wordt het hout afgevoerd en vernietigd in een verbrandingsoven. Het land van herkomst krijgt een notificatie toegezonden, waarin wordt aangegeven wat er is gevonden en dat herhaling voorkomen moet worden. Op deze manier probeert de NVWA ziektes buiten de grenzen te houden.
En toch…gaat het wel eens mis!
Dat het wel eens mis gaat bewijst de Aziatische boktor (Anoplophora glabripennis) die enige jaren geleden in Winterswijk opdook. Uit een houten krat waarin Chinese tegels waren vervoerd, was een boktor gekropen die eitjes had afgezet op een esdoorn. De larven hadden de boom flink aangetast en van binnenuit opgegeten. Volwassen boktorren waren uitgevlogen en hadden opnieuw eitjes gelegd. De vondst van de boktor had grote gevolgen. In een straal van honderd meter rondom de esdoorn werden alle waardplanten geruimd waar boktorren eieren op af konden zetten. In sommige tuinen leverde dat volledige kaalkap op wat grote impact had voor de bewoners.
Gelukkig bleef de schade beperkt doordat een oplettende bewoonster de boktor op tijd aan de NVWA had gemeld. De oorzaak was dat het hout onvoldoende lang was verhit en de kern te koud was gebleven. Hierdoor kon de kever overleven met alle gevolgen van dien.
Inmiddels is er een langzame kentering in het gebruik van verpakkingshout. Steeds vaker gaat men over op het gebruik van kunststof. Ook wordt hout gerecycled en vezels worden geperst tot presswood pallets. Organismen krijgen op deze manier geen kans meer om mee te liften.
Meer informatie
Tekst en foto’s: Lex Tervelde, NVWA (leadfoto: Aziatische boktor)