Zaterdag start ‘Van kroeg tot kraamkamer’
De VlinderstichtingWe zijn niet alleen benieuwd naar welke dieren er in de Nederlandse tuinen voorkomen, maar ook naar wat ze daar komen doen. Via de Jaarrond Tuintelling kan iedereen meetellen en aangeven of hun tuin vooral als kroeg, hotel of kraamkamer wordt gebruikt. Het gaat bij deze telling om vlinders, amfibieën, zoogdieren en vogels. Wie wat langer kijkt, ontdekt dat het ene dier alleen even iets komt eten of drinken en de tuin als kroeg gebruikt, terwijl een ander dier er ook komt slapen, de tuin als hotel. Weer andere dieren planten zich er voort en brengen er hun kroost groot. In dat geval is er sprake van een kraamkamer. Uit de tuintelling van verleden jaar kwam dat 49,7% van de tuinen wordt gebruikt als kroeg, 31,1% als hotel en 19,2% als kraamkamer. De organisatie hoopt dit jaar op meer kraamkamers, want dat zou kunnen betekenen dat het de dieren beter afgaat in onze directe omgeving en dat is hard nodig.
De Vlinderstichting constateert dat de vlinders het moeilijk hebben in ons land, meer dan de helft van de vlindersoorten staat op de Rode Lijst en wordt bedreigd in zijn voorbestaan. Veel padden en kikkers vinden de dood onder autobanden tijdens hun jaarlijkse trek, zo meldt RAVON en ook sommige zoogdieren en vogels hebben moeite zich staande te houden, nu er, met name op het platteland, steeds minder overlevingsmogelijkheden voor ze zijn. Veel dieren trekken dan ook richting de door ons bewoonde wereld en daarbij spelen onze tuinen en balkons een belangrijke rol. In een tuin vol tegels kunnen dieren niet leven, maar met een paar eenvoudige aanpassingen kan iedereen de dieren een handje helpen. Op de website tuintelling.nl zijn tips te vinden om de tuin (nog) diervriendelijker te maken, want iedereen kan een steentje bijdragen aan de overlevingskansen van bijvoorbeeld de gehakkelde aurelia, de groene kikker, de eekhoorn en de merel.
Meer informatie
- Telling 'Van kroeg tot kraamkamer'
Tekst: Dik Nagtegaal, Dierenbescherming & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling; Christophe Brochard