De Nederlandse zeehond: ‘Holland's next top model’ voor onderzoek klimaatverandering op Arctische zeehonden
Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Wageningen Marine ResearchVerandering van het klimaat is nergens zo duidelijk merkbaar als in de poolgebieden. Het noordpoolgebied bestaat voornamelijk uit zee-ijs, waarop miljoenen zeehonden leven. Door de opwarming van het klimaat trekt het ijs zich steeds verder terug, en daarmee verdwijnt een belangrijke habitat van deze dieren.
De onderzoekers willen beter te begrijpen wat de invloed is van het terugtrekkende zee-ijs op de zeehonden. Hiervoor maken ze gebruik van zogenaamde 'individueel-gebaseerde modellen'; modellen die zijn gebaseerd op besluiten die individuele dieren moeten nemen, zoals: ‘Ga ik nu foerageren of rusten?’ en ‘Heb ik voldoende reserves?’.
De modellen worden ontwikkeld voor een soort waar veel data over beschikbaar is, en aangepast voor zeehondensoorten in het noordpoolgebied.
Zeehondensoorten
In Nederland hebben we de gewone en de grijze zeehond als vaste bewoners. In het noordpoolgebied komt de gewone zeehond ook voor, naast andere soorten zoals de walrus, de baardrob, de ringelrob, de klapmuts, de zadelrob, en de bandrob. Elk van die soorten heeft zo zijn unieke eigenschappen.
Zo zijn klapmutsen vooral bekend om de ‘rode ballon’ die uit de neusgaten komt van de mannetjes. Daarmee lokken ze vrouwtjes. En ringelrobben zijn echte ijsbewoners: hun jongen worden zelfs op het ijs geboren, in een soort iglo.
Sommige soorten komen in het noordpoolgebied massaal voor. Zo leven er alleen al zo’n 7,5 miljoen zadelrobben. Ter vergelijking; in de hele internationale Waddenzee leven zo’n 40 tot 50 duizend gewone zeehonden. Dat verschil komt door de hoeveelheid voedingsstoffen in het water, en doordat het noordpoolgebied zo'n enorm oppervlak bestrijkt.
Geen land maar zee(ijs)
Hoewel grote stukken land van Europa, Rusland, Noord-Amerika en Azië boven de poolcirkel liggen, is de echte noordpool gelegen midden op zee, die daar zo’n 4 kilometer diep is. Meestal ligt er zo'n 1 tot 4 meter ijs. In de winter breidt dit zee-ijs zich uit en zet het zich vast aan de continenten, in de zomer trekt het zich terug.
Maar door de opwarming van de aarde smelt er steeds meer zee-ijs. De voorspelling is dat rond 2050 het zee-ijs helemaal is verdwenen gedurende de zomermaanden. Het ijs is een belangrijke basis voor zeehonden: ze gebruiken het om jongen te werpen of te verharen, maar ook als uitvalsbasis voor foerageertrips naar zee.
Uit eerder onderzoek van Wageningen Marine Research blijk dat het zee-ijs ook een belangrijke opgroeiplaats is voor vis en krill. De Arctische zeehonden foerageren daarom graag rond de ijsrand, maar ze kunnen ook honderden kilometers de open zee op om voedsel te zoeken.
Modelsoort
Het is lastig om in het noordpoolgebied zelf onderzoek te doen, door de kou, de ijsgang, de donkere poolnachten en de uitgestrektheid - zelfs als het zee-ijs in de late zomer op z'n kleinst is, is het gebied nog altijd honderd keer zo groot als Nederland.
Door de kleinschaligheid van Nederland en intensieve monitoring van zeehonden in ons land, onder andere met zenders, is veel bekend over gedrag en de populatieontwikkeling. Hun ruimtelijke beweging is in kaart gebracht, en is er informatie verzameld over hun energiehuishouding. Gebaseerd op die informatie ontwikkelen de onderzoekers modellen en toetsen ze de juistheid van die modellen.
Hoewel onze zeehonden heel anders zijn dan hun polaire neven, en ze in een heel andere omgeving leven, zijn er toch rekenregels te ontwikkelen die vergelijkbaar zijn tussen de verschillende soorten. Het is bijvoorbeeld mogelijk wiskundige formules op te stellen die beschrijven hoe zeehonden voedsel zoeken en hoe ze duiken, maar ook hoe ze hun lichaamswarmte verliezen en hoe dit afhangt van hun grootte en omgevingstemperatuur.
Doordat de gewone zeehond in dit deel van de wereld een van de best bestudeerde soorten is, met veel zenderdata en tellingen, is het een uitgelezen kans om de modellen eerst hiervoor te ontwikkelen en te valideren.
In de toekomst kijken
Dat het zee-ijs op de noordpool zich verder terugtrekt is een gegeven. Eén van de doelen van het nieuwe onderzoek is door middel van modellen en animaties te laten zien wat de mogelijke consequenties zijn voor de zeehonden.
Door het verdwijnende zee-ijs moeten meer zeehonden en walrussen gebruik maken van andere ligplaatsen aan de randen van de continenten. Dit is bijvoorbeeld al gezien bij Point Lay in Alaska, waar walrusdichtheden zo hoog werden dat er een verhoogde sterfte optrad. Met de nieuwe voorspellende modellen hopen de onderzoekers in kaart te brengen, welke gebieden de zeehonden naar verwachting meer gaan gebruiken in de toekomst.
Met deze kennis kunnen voor deze gebieden maatregelen genomen worden om op een proactieve wijze zeehonden in het noordpoolgebied te beschermen.
Tekst: Wageningen Marine Research en NIOO-KNAW
Foto's: Bart Vastenhouw, Saxifraga (leadfoto: gewone zeehond)