Jaarlijkse telling: afname zeehondenpopulatie Waddenzee
Wageningen Marine ResearchOok daalt sinds 2022 het aantal pups met gemiddeld acht procent per jaar, dat tot voor kort was blijven stijgen. De getelde aantallen zijn dit jaar, ondanks een licht groei in de getelde totalen in sommige gebieden, lager dan tien jaar geleden.
Elk jaar worden gewone zeehonden, die het grootste deel van hun tijd in de Noordzee doorbrengen, geteld wanneer ze in juni jongen krijgen en in augustus verharen op de zandplaten van de Waddenzee. Deze tellingen worden gecoördineerd met Duitsland en Denemarken om een volledig beeld van de populatie te verkrijgen.
Aantal zich voortplantende vrouwtjes daalt
In de internationale Waddenzee werden in juni 2024 in totaal 8.230 pups geteld, waarvan 1.956 in Nederland. De afname van het aantal pups in Nederland bedroeg vijftien procent ten opzichte van 2023, iets sterker dan de gemiddelde daling in de tellingen van de hele Waddenzeepopulatie (twaalf procent). Deze afname wijst op een daling van het aantal zich voortplantende vrouwtjes, mogelijk door vergrijzing binnen de populatie. Uit eerdere tellingen blijkt immers dat, sinds 2013, weinig jongen overleven.
23.772 gewone zeehonden geteld: lager dan tien jaar geleden
In augustus, tijdens het ruiseizoen, zijn in het Waddengebied 23.772 gewone zeehonden geteld om inzicht te krijgen in de populatietrend. Ondanks een lichte stijging (vijf procent) in de totale aantallen ten opzichte van 2023, ligt het aantal in 2024 nog steeds lager dan in de periode van 2012 tot en met 2020. In Nederland werden dit jaar tijdens de augustustelling 6.604 dieren waargenomen, wat in tegenstelling tot de algemene trend in de Waddenzee een lichte daling van twee procent betekent ten opzichte van 2023.
Afname zeehondenpopulatie roept vragen op
De oorzaken achter de veranderingen in de populatie zijn nog onduidelijk en vereisen nader onderzoek. Wel worden er verschillende mogelijke redenen genoemd. De tellingen tonen een afname in het aantal jongen dat volwassen wordt, vooral door lage overlevingskansen. Migratie en ziekten zijn uitgesloten, zo blijkt uit tellingen en strandingonderzoek in omliggende gebieden. Mogelijke oorzaken zijn concurrentie met grijze zeehonden en bruinvissen in de Noordzee, en de toenemende menselijke activiteit op zee zoals windparken, scheepvaart en zandwinning. Een beter begrip is nodig om effectieve beheersmaatregelen te kunnen nemen en verdere afname te voorkomen.
WUR-onderzoeker Sophie Brasseur en haar internationale collega’s zouden graag de mechanismen achter de populatieveranderingen beter begrijpen om effectieve instandhoudingsstrategieën te ontwikkelen. "Jaarlijkse schommelingen zijn normaal, maar de aanhoudende afname van het aantal gewone zeehonden duidt op een bredere ecologische druk die moet worden aangepakt om gewone zeehonden in de Waddenzee effectief te beschermen."
Trilaterale Monitoring en Assessment Programma
De trilaterale Expert Group Marine Mammals coördineert de tellingen en harmoniseert de gegevens uit het hele waddengebied (Nederland, Duitsland en Denemarken) binnen het Trilaterale Monitoring en Assessment Programma. In Nederland voert Wageningen Marine Research deze tellingen uit in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Meer informatie
- Volledige rapport: 'Survey results of harbour seals in the Wadden Sea in 2024' (Engelstalig; pdf 3,5 MB).
Tekst: Sophie Brasseur & Cecile Leuverink, Wageningen Marine Research
Beeld: Jeroen Hoekendijk (leadfoto: gewone zeehond); Sophie Brasseur; Wageningen Marine Research