De 'Russen' komen
FLORONDeze zomer zijn er in twee door Staatsbosbeheer beheerde gebieden langs de Grensmaas een aantal voor Nederland nieuwe russen, planten uit het geslacht Juncus, opgedoken. De groeiplaatsen liggen in een in het kader van Ruimte voor de Rivier afgegraven gebied. Door het afgraven van landbouwgrond en na herprofilering is er een terrassenlandschap ontstaan, wat een geschikt biotoop blijkt te zijn voor vele soorten russen, zowel inheemse als exotische.
Woladventieven
Het is een raadsel waarom deze russen hier nu opeens zijn verschenen. Mogelijk is een bodemlaag aan de oppervlakte komen te liggen waarin de soorten in de zaadbank aanwezig waren. Wel is het zeker dat de soorten als woladventieven kunnen worden beschouwd. Woladventieven zijn planten die als zaden onopzettelijk zijn meegekomen met uit verre streken geïmporteerde wol. Vaak zijn de groeiplaatsen van woladventieven niet bestendig, maar sommige weten zich blijvend te vestigen en een enkele, zoals het uit Zuid-Afrika afkomstige Bezemkruiskruid, heeft zich over heel West-Europa verspreid.
Van ongeveer 1870 tot 1970 floreerde in Wallonië, in de omgeving van Verviers de wolindustrie. De ongewassen wol werd geïmporteerd uit Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Voor het wassen van de wol werd water gebruikt uit het riviertje de Vesder (Vesdre), een zijriviertje van de Maas. Het spoelwater met de uitgespoelde zaden werd weer op de Vesder geloosd en zo konden de zaden verder stroomafwaarts worden verspreid. Zo rond de jaren '70 stortte de wolindustrie in elkaar en was het gedaan met deze tak van bedrijvigheid.
Vooral eind jaren '50 verschenen er artikelen over het verschijnen van woladventieven langs de bedding van de Maas in Nederland. Het betrof vele bijzondere soorten waaronder klavers en rupsklavers, maar ook kruisbloemigen, composieten en veel (sub)tropische grassen. Na een bezoek van Nederlandse botanici aan de oevers van de Vesder viel het kwartje. De overeenkomst tussen de adventiefflora langs de Vesder en langs de Maas in Nederland was zo groot, dat de langs de Maas gevonden planten wel afkomstig moesten zijn van zaden die met afvalwater uit de wolindustrie in de Vesder waren terechtgekomen. Vreemd genoeg zijn de rupsklavers nu weer aanwezig langs de Maas, maar verder geen enkele van de andere hierboven genoemde woladventieven.
Exotische russen
Onder de gevonden exotische russen zitten prachtige soorten zoals Juncus pallidus (zie leadfoto). Met een hoogte van bijna twee meter en stevige, dikke stengels torent deze soort ver boven de andere, inlandse russen uit en valt daardoor makkelijk op. Daarentegen heeft Juncus aridicola weer erg fraaie, blauwe stengels met een opvallend roze basis en een verfijnde bloeiwijze, waardoor ze bijna het etiket tuinwaardig verdient.
Een andere attractieve rus is Juncus edgariae, deze rus is een endeem voor Nieuw-Zeeland. Ze is nog geen twintig jaar geleden als nieuwe soort beschreven voor de wetenschap. Toch is ze in Engeland al verwilderd gevonden en nu is Nederland dus het tweede Europese land waar deze soort is aangetroffen.
Bijzonder is de vondst van Juncus subsecundus. In het herbarium te Meise (België) ligt namelijk een exemplaar uit 1920, gevonden langs de oever van de Vesder. Na bijna een eeuw afwezigheid, is ze nu weer opgedoken, maar dan bijna 50 kilometer noordwaarts. Al die tijd heeft zaad opgeslagen gezeten in een oude sliblaag van de rivier om nu weer tot leven te komen. Blijkbaar kunnen de zaden van deze soort hun kiemkracht erg lang behouden.
Een vreemde eend in de bijt blijkt Juncus imbricatus. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van deze rus ligt in Zuid-Amerika en gezien de herkomst van de wolimporten zou ze eigenlijk niet in dit rijtje thuishoren. Maar wat blijkt, de soort is ingeburgerd in Australië en Nieuw-Zeeland en waarschijnlijk samen met de andere soorten met wol uit dit continent hier terecht gekomen. Een hele omweg dus!
Nieuw voor Europa
Bijna alle genoemde russen zijn al eens eerder in Europa verschenen, waarbij Engeland voorop loopt als het gaat om aantallen verwilderde russen uit Australazië. Enkele van deze russen zijn daar mogelijk (plaatselijk) aan het inburgeren. Eén van de soorten die in Limburg werd gevonden blijkt nu voor het eerst op het Europese continent te zijn aangetroffen. Het betreft Juncus filicaulis, een sierlijke, uit Australië afkomstige rus, met draaddunne stengels en verfijnde bloemhoofdjes. Buiten Australië was deze rus to nu toe alleen in Nieuw-Zeeland verwilderd aangetroffen.
Kruising
De zoektocht naar russen langs de Maas leverde nog een andere verrassing op: wijdvertakte rus (Juncus x diffusus). Dit is de kruising tussen twee inheemse russen, namelijk Pitrus (Juncus effusus) en Zeegroene rus (Juncus inflexus). Opvallend aan deze kruising zijn de olijfgroene, met merg gevulde stengels en de stijf rechtopstaande bloeiwijze. Ten opzichte van de oudersoorten zijn de vruchtjes kleiner en lichter gekleurd en zijn de zaden grotendeels onvruchtbaar. Mogelijk hebben we als floristen hier de laatste 50 jaar overheen gekeken, want in oude flora’s wordt deze kruising gewoon gemeld als voorkomend tussen beide ouders.
Voortgang
Wetende dat men tot ongeveer 2020 langs de Maas meer projecten tot uitvoering zal brengen, alle in het kader voor ‘Ruimte voor de Rivier’, reizen de volgende vragen: Zullen deze soorten ook deze nieuwe terreinen koloniseren? Zullen deze russen zich in de toekomst als invasieve exoten gaan ontpoppen en voor problemen gaan zorgen?
Op deze vragen kunnen we nu nog geen antwoord geven, wel hebben de ontdekkers erg genoten van het op naam brengen van deze fraaie soorten; alsof ze zich daardoor eventjes in het zonnige Australië zelf waanden!
Tekst en foto's: Sipke Gonggrijp, FLORON